ECLI:NL:RBMID:2009:BI3833
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.C.M. Reinarz
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand met terugwerkende kracht en belangenafweging
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 29 april 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C.L. de Koeijer, en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis. De zaak betreft de intrekking van bijstand aan eiseres met terugwerkende kracht, waarbij de rechtbank moest beoordelen of verweerder voldoende invulling had gegeven aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). De rechtbank oordeelde dat verweerder niet in redelijkheid van zijn discretionaire bevoegdheid tot intrekking gebruik had kunnen maken, omdat er geen belangenafweging was gemaakt. De rechtbank benadrukte dat de omstandigheden waaronder eiseres de gemeente Sluis had verlaten relevant waren voor de beoordeling van de intrekking van de bijstand.
De rechtbank stelde vast dat eiseres met haar man en vier kinderen in de gemeente Sluis woonde, maar door de detentie van haar man in financiële problemen was geraakt. Eiseres had tijdelijk onderdak gevonden buiten de gemeente, wat leidde tot de intrekking van haar bijstandsuitkering. De rechtbank concludeerde dat er dringende redenen waren om af te zien van de intrekking van de bijstand en dat eiseres recht had op voortzetting van haar uitkering voor de periode van 23 juni 2005 tot en met 4 juli 2005. De rechtbank veroordeelde de gemeente Sluis tot betaling van de proceskosten aan eiseres, begroot op € 644,--.
De uitspraak is van belang voor de toepassing van de Wet werk en bijstand (WWB) en de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging bij het intrekken van bijstandsuitkeringen. De rechtbank heeft bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit en dat verweerder binnen vier weken na verzending van de uitspraak uitvoering moet geven aan deze beslissing.