ECLI:NL:RBMID:2009:BJ1365
Rechtbank Middelburg
- Voorlopige voorziening
- R.C.M. Reinarz
- Rechtspraak.nl
Toepassing van voorlopige voorziening in geschil over bestemmingsplan en verkoop van witgoed
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Middelburg op 2 juli 2009 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening, ingediend door BCC Elektrospeciaalzaken B.V. tegen het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg. De zaak betreft een geschil over de verkoop van witgoed in een winkel die is gevestigd op het ZEP Vrijetijdspark te Middelburg. De gemeente had aan BCC een last onder dwangsom opgelegd, omdat de verkoop van witgoed volgens de gemeente niet binnen de verleende vrijstelling viel. BCC stelde dat hun winkel, die een assortiment van multimedia en witgoed aanbiedt, wel degelijk binnen de bestemmingsplanvoorschriften valt.
De voorzieningenrechter overwoog dat de bestemmingsplanvoorschriften niet eenduidig zijn met betrekking tot de verkoop van witgoed. De hoofdregel voor detailhandel in het bestemmingsplan is dat deze gronden bestemd zijn voor vrijetijdsvoorzieningen en dat detailhandel ondersteunend moet zijn aan deze voorzieningen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de uitsluiting van speciaalzaken in witgoed niet betekent dat detailhandel in witgoed in ondergeschikte vorm niet is toegestaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat BCC, die slechts een klein percentage van hun assortiment aan witgoed aanbiedt, niet van vestiging op het ZEP Vrijetijdspark kan worden uitgesloten.
Daarom schorste de voorzieningenrechter het besluit van de gemeente tot het opleggen van de last onder dwangsom en wees het verzoek van BCC toe. Tevens werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten van BCC. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke bestemmingsplanvoorschriften en de noodzaak voor gemeenten om zorgvuldig om te gaan met het opleggen van lasten aan ondernemers.