ECLI:NL:RBMID:2009:BJ5154
Rechtbank Middelburg
- Hoger beroep kort geding
- M.C. de Regt
- Rechtspraak.nl
Beslaglegging op bankrekening in het kader van strafrechtelijk financieel onderzoek
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Middelburg op 9 juni 2009 uitspraak gedaan in een kort geding waarin eiser, wonende te Londen, een vordering heeft ingediend tegen de Staat der Nederlanden. De zaak betreft een strafrechtelijk financieel onderzoek dat door het arrondissementsparket te Middelburg wordt uitgevoerd naar de betrokkenheid van eiser en zijn besloten vennootschap bij drugstransacties en witwassen van geld rondom een coffeeshop in Terneuzen. In het kader van dit onderzoek zijn er rechtshulpverzoeken gedaan aan de Zwitserse autoriteiten, wat heeft geleid tot beslaglegging op de bankrekening van eiser bij de Pictet Bank in Zwitserland.
Eiser heeft via zijn advocaat verzocht om opheffing van het beslag, maar de Officier van Justitie heeft dit verzoek afgewezen. Eiser stelt dat de Staat gebonden is aan instructies die door de Officier van Justitie aan de Zwitserse onderzoeksrechter zijn gegeven en dat er geen juridische basis voor het beslag bestaat. De Staat daarentegen voert aan dat de voorzieningenrechter niet bevoegd is om het geschil te behandelen, omdat het beslag is gelegd op basis van Zwitsers recht en dat de beoordeling hiervan aan de Zwitserse rechter is voorbehouden.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, hoewel de Staat het verweer van onbevoegdheid heeft ingeroepen, de rechtsgang van artikel 552a Sv voor eiser openstaat. Dit artikel biedt eiser de mogelijkheid om schriftelijk te klagen over het beslag en de beslissing van het Openbaar Ministerie om het beslag niet op te heffen. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang is dat een kort geding rechtvaardigt, en heeft zich daarom niet bevoegd verklaard om van het geschil kennis te nemen. Eiser is in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 1.316,--.