ECLI:NL:RBMID:2009:BJ5907

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
26 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
169390
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J.M. Klarenbeek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing voeging in Dexia-zaak met betrekking tot aandelenleaseovereenkomsten

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Middelburg, vorderde de eisende partij in conventie, als rechtsopvolgster van Dexia Bank Nederland NV, nakoming van een vaststellingsovereenkomst die betrekking had op aandelenleaseovereenkomsten. Deze overeenkomsten waren gesloten tussen de gedaagde partij in conventie en Dexia, en de vaststellingsovereenkomst was tot stand gekomen in het kader van de Duisenberg regeling, die door het gerechtshof te Amsterdam algemeen verbindend was verklaard. De gedaagde partij in conventie voerde verweer tegen de vorderingen en stelde zelf diverse vorderingen in tegen de eisende partij in conventie.

In het incident vorderde de echtgenote van de gedaagde partij in conventie, als eisende partij in het incident, om zich te mogen voegen aan de zijde van haar echtgenoot. De kantonrechter begreep dat zij, subsidiair, ook vroeg om tussenkomst in de hoofdzaak. De gedaagde partij in het incident verzet zich tegen deze vordering, maar de eisende partij in conventie erkende het belang van de voeging.

De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot voeging niet zou leiden tot onredelijke vertraging van de procedure, en wees de vordering tot voeging toe. Tevens werd de eisende partij in conventie veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van de eisende partij in het incident. De zaak werd vervolgens verwezen naar de rolzitting voor conclusie van antwoord aan de zijde van de eisende partij in het incident, met het voornemen om geen nader uitstel toe te staan. Dit vonnis werd uitgesproken op 26 januari 2009 door mr. M.J.M. Klarenbeek, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Uitspraak
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector kanton
Locatie Middelburg
zaak/rolnr.: 169390/08-2599
vonnis van de kantonrechter d.d. 26 januari 2009
inzake
de buitenlandse vennootschap
[eiser],
gevestigd te [adres],
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in reconventie,
verder te noemen: [eisende partij in conventie],
gemachtigde: mr. G.J. Schras,
t e g e n :
[gedaagde],
wonende te [adres],
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
verder te noemen: [gedaagde partij in conventie]
gemachtigde: mr. G. van Dijk,
en inzake:
[eiseres],
echtgenote van [gedaagde partij in conventie],
wonende te [adres],
eisende partij in het incident,
verder te noemen: [eisende partij in het incident],
gemachtigde: mr. G. van Dijk,
t e g e n :
de buitenlandse vennootschap
[gedaagde],
gevestigd te [adres],
gedaagde partij in het incident,
verder te noemen: [gedaagde partij in het incident],
gemachtigde: mr. G.J. Schras,
e n :
[gedaagde],
wonende te [adres],
gedaagde partij in het incident,
verder te noemen: [gedaagde partij in het incident]
gemachtigde: mr. G. van Dijk.
het verloop van de procedure
De procedure is als volgt verlopen:
dagvaarding van 9 juni 2008,
conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie,
incidentele eis tot tussenkomst [eisende partij in het incident],
antwoord incident [gedaagde partij in het incident],
antwoord incident [gedaagde partij in het incident].
de beoordeling van de zaak
in de hoofdzaak:
1. [eisende partij in conventie] vordert, als rechtsopvolgster van Dexia Bank Nederland NV, nakoming van een in haar standpunt tussen partijen geldende vaststellingsovereenkomst welke betrekking heeft op aandelenleaseovereenkomsten die tussen [gedaagde partij in conventie] en Dexia (althans haar rechtsvoorgangsters) zijn gesloten. De vaststellingsovereenkomst waarop [eisende partij in conventie] zich beroept zou tot stand gekomen zijn in het kader van de Duisenberg regeling, die bij beschikking van het gerechtshof te Amsterdam algemeen verbindend is verklaard.
2. [gedaagde partij in conventie] heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen en zijnerzijds diverse vorderingen ingesteld tegen [eisende partij in conventie].
in het incident:
3. [eisende partij in het incident] vordert zich in het geding in de hoofdzaak te mogen voegen aan de zijde van [gedaagde partij in conventie], haar echtgenoot. Subsidiair, zo begrijpt de kantonrechter de vordering, vordert [eisende partij in het incident] te mogen tussenkomen in het geding in de hoofdzaak.
4. [gedaagde partij in het incident] verzet zich tegen de incidentele vordering en [gedaagde partij in conventie] heeft het belang van [eisende partij in het incident] om zich te mogen voegen erkend.
5. De kantonrechter overweegt dat voor het aannemen van een belang van een derde om zich te kunnen voegen voldoende is (Hoge Raad 14 maart 2008, NJ 2008, 168) dat een uitkomst van de procedure die ongunstig is voor de partij aan wier zijde de derde zich voegt, de rechtspositie voor die derde nadelig kan beïnvloeden. Dit belang is gesteld door [eisende partij in het incident].
De argumenten die [eisende partij in conventie] heeft ingebracht in de voegingsprocedure betreffen inhoudelijke argumenten die in de hoofdzaak zullen worden getoetst.
6. In tegenstelling tot [eisende partij in conventie] vermag de kantonrechter niet in te zien waarom de verzochte voeging een onredelijke vertraging van de procedure met zich meebrengt, zodat dit verweer van [eisende partij in conventie] niet opgaat. De vordering tot voeging zal dan ook worden toegewezen.
7. [eisende partij in conventie] zal in de kosten van het incident aan de zijde van [eisende partij in het incident] worden verwezen.
DE BESLISSING
De kantonrechter:
in het incident:
wijst de vordering tot voeging toe;
veroordeelt [eisende partij in conventie] in de kosten van het geding, welke aan de zijde van [eisende partij in het incident] tot op heden worden begroot op € 250,00 wegens salaris van de gemachtigde van [eisende partij in het incident];
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rolzitting van maandag 16 februari 2009 voor conclusie van antwoord aan de zijde van [eisende partij in het incident];
heeft het voornemen geen nader uitstel toe te staan;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M. Klarenbeek kantonrechter, en uitge¬spro¬ken ter open¬bare terechtzitting van 26 januari 2009, in tegenwoordigheid van de grif¬fier.