ECLI:NL:RBMID:2009:BK8207
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en vorderingen uit hoofde van leningsovereenkomst en optieovereenkomsten
In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen Consipio B.V. en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] over de nakoming van een leningsovereenkomst en de daaruit voortvloeiende verplichtingen. Op 11 juni 2002 werd een Short Term Loan Agreement gesloten tussen [gedaagde 1] en [gedaagde 2] als 'Borrower' en Consipio Holding B.V. als 'Lender'. Deze overeenkomst vernieuwde een oudere lening en bevatte bepalingen over de terugbetaling en rente. Consipio vorderde betaling van het restant van de lening, vermeerderd met rente, en schadevergoeding in verband met niet-nakoming van optieovereenkomsten die eerder waren gesloten met [bedrijf 1] en [bedrijf 2].
De rechtbank heeft in eerdere vonnissen, waaronder een incidenteel vonnis van 7 maart 2007, geoordeeld over de bevoegdheid van de rechtbank en de aansprakelijkheid van [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. In het incidentele vonnis van 14 mei 2008 werd de provisionele eis van Consipio toegewezen, waarbij [gedaagde 1] en [gedaagde 2] werden veroordeeld tot betaling van de lening met contractuele rente. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben hoger beroep ingesteld tegen deze beslissingen en betwisten de hoogte van de vorderingen en de bevoegdheid van de rechtbank.
De rechtbank heeft in deze uitspraak de vorderingen van Consipio beoordeeld en vastgesteld dat de aansprakelijkheid van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] voortvloeit uit de leningsovereenkomst en de optieovereenkomsten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van Consipio gegrond zijn, maar dat er ook vragen zijn over de hoogte van de vorderingen en de toepasselijkheid van het recht. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij Consipio in de gelegenheid wordt gesteld om te reageren op de argumenten van [gedaagde 1] en [gedaagde 2].