ECLI:NL:RBMID:2009:BK8793
Rechtbank Middelburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Arbitragegeschil tussen apotheekhoudende huisartsen over ontbinding maatschap en bewijslevering
In deze zaak, die zich afspeelt tussen twee apotheekhoudende huisartsen, is er een geschil ontstaan naar aanleiding van de ontbinding van een maatschapovereenkomst die op 13 maart 2004 werd gesloten. De maatschap had als doel de gezamenlijke uitoefening van een apotheekhoudende huisartsenpraktijk in Sas van Gent. In de overeenkomst was een geschillenregeling opgenomen die voorzag in arbitrage door drie scheidslieden. Na een geschil over de ontbinding van de maatschap heeft de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) op verzoek van de eiser drie scheidslieden benoemd. Deze scheidslieden hebben op 22 april 2008 een arbitraal vonnis gewezen, dat op 6 mei 2008 ter griffie van de rechtbank werd gedeponeerd.
De eiser heeft de rechtbank verzocht om het arbitraal vonnis gedeeltelijk te vernietigen, omdat hij van mening was dat het scheidsgerecht hem ten onrechte niet had toegelaten tot bewijslevering. De gedaagde verweerde zich door te stellen dat het scheidsgerecht correct had geoordeeld en dat er geen fundamentele rechtsbeginselen waren geschonden. De rechtbank oordeelde dat het scheidsgerecht de beslissing om de eiser niet toe te laten tot bewijslevering voldoende had gemotiveerd en dat er geen sprake was van een gebrekkige motivering. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van de eiser moesten worden afgewezen en dat hij in de proceskosten moest worden veroordeeld.
De rechtbank heeft de vorderingen van de eiser afgewezen en hem veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de gedaagde zijn begroot op € 706,00. Dit vonnis is uitgesproken op 18 maart 2009 door mr. S.M.J. van Dijk en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.