ECLI:NL:RBMID:2009:BK8844
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor schade door aanvaring van een schip met een steenstortponton
In deze zaak vorderde eiseres, Dredging International N.V., schadevergoeding van de erven van de overleden [overledene] naar aanleiding van een aanvaring op 9 maart 2000. Eiseres had in 2000 een opdracht gekregen voor het aanleggen van een geulwandverdediging op de Westerschelde, waarbij het Belgische steenstortkraanponton 'Idefix' was ingezet. Tijdens de werkzaamheden werd de 'Idefix' beschadigd door het schip 'Henny', dat door De Hoop Handel B.V. was bevracht. De Hoop had [overledene] aansprakelijk gesteld voor de schade aan de 'Idefix' en deze aansprakelijkheid ook aan diens verzekeraar, EFM, doorgegeven. Eiseres vorderde schadevergoeding voor zowel de directe schade aan de 'Idefix' als voor gevolgschade, waaronder stilstandkosten.
De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van eiseres waren verjaard. De aansprakelijkstelling van [overledene] op 10 maart 2000 had niet geleid tot een rechtsgeldige stuiting van de verjaring, omdat er geen bewijs was dat [overledene] op de hoogte was van de aansprakelijkstelling door De Hoop. Bovendien was [overledene] op 1 december 2001 overleden, en de erven hadden de nalatenschap beneficiair aanvaard. De rechtbank concludeerde dat eiseres geen stuitingshandelingen had verricht die de verjaring zouden hebben gestuit, waardoor de vorderingen niet meer konden worden toegewezen.
De rechtbank wees de vorderingen van eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten aan de zijde van gedaagden, die op € 3.962,-- werden begroot. Dit vonnis werd uitgesproken op 8 juli 2009 door mr. S.M.J. van Dijk.