ECLI:NL:RBMID:2009:BK9771
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot voorschot op schadevergoeding na verkeersongeval met aansprakelijkheid van Achmea
In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit een minderjarige en de Onderlinge Waarborgmaatschappij Menzis Zorgverzekeraar U.A., dat de rechtbank Achmea Schadeverzekeringen NV zou veroordelen tot betaling van een voorschot van € 100.000,-- op de schadevergoeding die voortvloeit uit een verkeersongeval dat op 11 oktober 2006 plaatsvond. Bij dit ongeval, dat zich voordeed te Middelburg, botste de minderjarige eiser op een taxibusje dat bestuurd werd door een taxichauffeur. De minderjarige eiser liep als gevolg van het ongeval een hoge dwarslaesie op, waardoor hij rolstoelafhankelijk werd. Achmea, de verzekeraar van het taxibusje, werd door eisers aansprakelijk gesteld voor de schade, maar weigerde deze aansprakelijkheid te aanvaarden. De rechtbank moest in deze procedure beoordelen of er voldoende processueel belang was bij de gevorderde voorlopige voorziening, en of de vordering tot het voorschot voldoende vaststond.
De rechtbank oordeelde dat de aansprakelijkheid van Achmea op dat moment niet vaststond, en dat er onvoldoende bewijs was dat eisers recht hadden op het gevorderde voorschot. De rechtbank wees de incidentele vordering af, maar gaf aan dat er op korte termijn duidelijkheid zou komen over de aansprakelijkheid in de hoofdzaak. De beslissing over de proceskosten werd aangehouden tot het eindvonnis in de hoofdzaak. De uitspraak werd gedaan door mr. S.M.J. van Dijk en openbaar uitgesproken op 25 november 2009.