ECLI:NL:RBMID:2009:BL0881

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
9 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
184726
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J.M. Klarenbeek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Effectenlease en geldige opt-outverklaring in het kader van de Duisenbergregeling

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Middelburg, stond de geldigheid van een opt-outverklaring centraal in het kader van de Duisenbergregeling. [partij X] was van 1995 tot 2006 gehuwd met [mevrouw Z] en had in december 2000 een effectenlease-overeenkomst afgesloten met Bank Labouchère N.V., die later door Dexia werd overgenomen. Deze overeenkomst resulteerde in een restschuld van € 8.112,94. Na de bekendmaking van de Duisenbergregeling op 25 januari 2007, hebben [partij X] en [mevrouw Z] geen opt-outverklaring ingediend. Echter, de gemachtigde van [partij X] heeft op 27 maart 2007 een opt-outverklaring ingediend namens [mevrouw Z]. Varde, de partij die de vordering op [partij X] had overgedragen, vorderde betaling van een restschuld van € 2.831,26, maar [partij X] betwistte de vordering op basis van de opt-outverklaring.

De kantonrechter oordeelde dat Varde niet had aangetoond dat zij op de hoogte was van de opt-outverklaring van [mevrouw Z] en dat [partij X] niet gebonden was aan de Duisenbergregeling. De rechter stelde vast dat de dagvaarding geldig was, ondanks de argumenten van [partij X] over de procesorde. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van Varde moest worden afgewezen, omdat de grondslag aan de vordering ontbrak door de geldige opt-outverklaring van [mevrouw Z]. Varde werd veroordeeld in de proceskosten van [partij X]. Dit vonnis werd uitgesproken op 9 november 2009 door mr. M.J.M. Klarenbeek, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Uitspraak
zaak/rolnr.: 09-2356 blad 3
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector kanton
169434 08-2642
Locatie Middelburg
zaak/rolnr.: 184726/09-2356
vonnis van de kantonrechter d.d. 9 november 2009
in de zaak van
de rechtspersoon naar Iers recht
Varde Investements (Ireland) Limited,
gevestigd te Dublin Ierland,
met gekozen woonplaatsen [Nederland],
eisende partij;
verder te noemen: Varde,
gemachtigde: mr. G.J. Schras,
t e g e n :
[gedaagde]
wonende te [adres],
gedaagde partij;
verder te noemen: [partij X],
gemachtigde: mr. G. van Dijk,
het verloop van de procedure
De procedure is als volgt verlopen:
- dagvaarding van 9 juni 2008,
- conclusies van antwoord, repliek en dupliek.
de beoordeling van de zaak
1.1. [partij X] is van [begin] 1995 tot [begin] 2006 gehuwd geweest met [mevrouw Z]. [partij X] is in december 2000 een effectenlease-overeenkomst aangegaan met Bank Labouchère N.V., handelende onder de naam Legio-Lease, en wel een overeenkomst genaamd “WinstVerDrieDubbelaar” nr. 29409858 met een looptijd van 36 maanden. Dat is een restschuldproduct. Dexia is de rechtsopvolgster van Bank Labouchère N.V. Het contract is geëindigd met een restschuld. Volgens de eindafrekening van Dexia diende [partij X] nog € 8.112,94 te betalen.
1.2. [partij X] en [mevrouw Z] hebben niet zelf een opt-out-verklaring ingediend naar aanleiding van het algemeen verbindend verklaren van de Duisenbergregeling op 25 januari 2007. Wel heeft Leaseproces in de persoon van de huidige gemachtigde van [partij X] bij aangetekende brief d.d. 27 maart 2007 aan de door het gerechtshof aangewezen notaris mr. J.E. Kielstra te Den Haag (verder: de notaris) meegedeeld dat de in de bijlage genoemde cliënten van Leaseproces niet aan de Duisenbergregeling gebonden wensen te zijn en dat kopieën van door hen getekende volmachten zijn bijgesloten. Bij brief van 24 april 2007 heeft de notaris aan Leaseproces lijsten toegezonden van door hem goedgekeurde opt-outers. Op een van deze lijsten komt [mevrouw Z] voor, de ex-echtgenote van [partij X].
1.3. Bij brief van [januari] 2008 heeft EDR Incasso [partij X] ervan op de hoogte gesteld dat Dexia haar vordering op hem heeft overgedragen aan Varde.
2.1. Varde heeft de betaling gevorderd van deze vordering wegens een restschuld van € 2.831,26, verhoogd met rente en incassokosten, totaal € 3.463,06 met verdere rente.
2.2. [partij X] heeft in de eerste plaats verzocht de dagvaarding nietig te verklaren op de gronden dat Varde bekend is met de situatie van cliënten van Leaseproces die de opt-outverklaring door Leaseproces hebben laten uitbrengen, en toch zonder onderzoek tot dagvaarden overgaat. Dat is volgens [partij X] strijdig met een goede procesorde en met de substantiëringsplicht.
2.3. [partij X] heeft voorts een opt-outvolmacht in fotokopie in het geding gebracht en heeft daaruit afgeleid dat er door Leaseproces zowel namens [partij X] als namens [mevrouw Z] een geldige opt-outverklaring is ingediend. Daarbij heeft [partij X] erop gewezen dat hij zelf geen opt-outverklaring behoefde in te dienen, maar dat hij dat volledigheidshalve wel heeft gedaan. [partij X] beroept zich hierbij op art. 2.3 onder b van de Duisenbergregeling.
nietigheid
3. De wet vereist dat de aan de eisende partij bekende weren in de dagvaarding worden vermeld en besproken. Varde heeft aangevoerd dat zij weliswaar bekend is met een keur van haars inziens onterechte weren van cliënten van Leaseproces, maar dat zij op het moment van dagvaarding niet weet of zij nog cliënt zijn en/of of zij zich op eerdere weren willen beroepen. Dit argument treft doel. Uit niets blijkt dat het Varde voor de dagvaarding bekend was dat [partij X] zich op het standpunt stelt dat zijn ex-echtgenote een geldige opt-outverklaring heeft uitgebracht en dat hijzelf geen opt-outverklaring behoefde in te dienen. In het bijzonder is niet gesteld of gebleken dat dit standpunt aan Varde is bekend gemaakt naar aanleiding van de aanschrijving door Varde per brief d.d. [januari] 2008. Er is geen behoefte aan dat Varde in de dagvaarding reeds bij voorbaat allerlei mogelijke standpunten ten aanzien de opt-outverklaring bespreekt. De dagvaarding is door de anticipatie op diverse mogelijke standpunten al lang genoeg. De dagvaarding is dus geldig.
opt-out
4.1. Varde heeft niet weersproken dat [mevrouw Z] een geldige opt-outverklaring heeft uitgebracht, zodat de kantonrechter daarvan uitgaat. Varde heeft wel betwist dat [partij X] een geldige opt-outverklaring heeft uitgebracht, maar de kantonrechter gaat daaraan voorbij aangezien art. 2.3 onder b van de Duisenbergregeling bepaalt dat de persoon van wie de Eega tijdig een opt-outverklaring aflegt niet een gerechtigde is van de Duisenbergregeling. [partij X] is dus niet door de Duisenbergregeling gebonden.
4.2. Varde heeft gedagvaard op basis van een vaststellingsovereenkomst, in dit geval de algemeen verbindend verklaarde Duisenbergregeling. Nu deze regeling [partij X] niet blijkt te binden komt de grondslag aan de vordering te ontvallen, zodat deze moet worden afgewezen. Varde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de proceskosten.
DE BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Varde in de kosten van het geding, welke aan de zijde van [partij X] tot op heden worden begroot op € 400,- wegens salaris van de gemachtigde van [partij X].
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M. Klarenbeek, kantonrechter, en eerder dan na uitstel bepaald uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 november 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.