ECLI:NL:RBMID:2010:BL8006
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W. Ente
- Rechtspraak.nl
Bruidsschatregeling en belanghebbendheid in het bijzonder onderwijs
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 18 maart 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen verschillende verenigingen en stichtingen voor bijzonder onderwijs en de gemeente Schouwen-Duiveland. De eisers, waaronder de Radar Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs Schouwen en de Vereniging tot bevordering van Christelijk Schoolonderwijs, hebben beroep ingesteld tegen een besluit van de gemeente dat betrekking had op de bruidsschatregeling zoals vastgelegd in artikel 140a van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). De rechtbank moest beoordelen of de eisers als belanghebbenden konden worden aangemerkt in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De achtergrond van de zaak betreft een besluit van 29 september 2005, waarbij de instandhouding van scholen voor openbaar primair onderwijs in de gemeente werd overgedragen aan de Stichting Obase. Bij dit besluit werd ook een bruidsschat van € 2.335.630,- toegekend, waarvan 90% direct werd uitbetaald en 10% als calamiteitenrestant beschikbaar was. In 2007 heeft Obase aanspraak gemaakt op dit calamiteitenrestant, wat leidde tot bezwaar van de eisers. De rechtbank oordeelde dat de eisers niet als belanghebbenden konden worden aangemerkt, omdat hun belang niet rechtstreeks bij het besluit betrokken was. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eisers niet-ontvankelijk was, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor eisers om een eigen, objectief bepaalbaar belang aan te tonen om als belanghebbende te worden erkend. De rechtbank stelde vast dat de eisers niet wezenlijk verschilden van andere betrokkenen die onder dezelfde wettelijke regels vallen. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en wees op de mogelijkheid voor eisers om een verzoek in te dienen bij de gemeente voor een eventuele vergoeding.