- ten aanzien van de varkens voorzien van de slachtmerken(slachtbliknummers) 956990, 672654 en 672658.
De toezichthoudende dierenarts [dierenarts 1] heeft verklaard dat hij op de slachtdag van de 19 juni 2007 bij Porkland Melderslo de levende keuring heeft verricht. Hij heeft die dag één varken als categorie 3 ingedeeld en drie varkens als niet slachtwaardig betiteld. Daar het bedrijf categorie 3 dieren niet slacht, zijn alle vier de dieren gedood, aldus [dierenarts 1].
Volgens [dierenarts 1] heeft de keurmeester van de KDS op 19 juni 2007 (nog) drie karkassen van vleesvarkens als overziener aangewezen. [dierenarts 1] heeft deze karkassen bekeken en afgekeurd en hij heeft een werknemer met de naam [werknemer 5] opdracht gegeven de karkassen van de lijn te verwijderen. [werknemer 5] heeft vervolgens de karkassen aan de pees afgesneden waardoor deze in een destructiebak of in de glijgoot naar het destructiehok zijn gevallen. Ze zijn in ieder geval van de lijn gehaald en tussen het destructiemateriaal terecht gekomen, aldus [dierenarts 1].
Op nadere vragen over de slachtdag 19 juni 2007 heeft [dierenarts 1] verklaard dat Porkland zeven varkens als destructiemateriaal aan Rendac moest aanbieden.
Blijkens de dagstaat PM keuring en de verklaring van de toezichthoudende dierenarts [dierenarts 1] zijn de karkassen 672654 en 672658 op de slachtdag 19 juni 2007 door het bedrijf Porkland uit het slacht- en keurproces verwijderd. Het karkas 672654 was van een varken met een ontstoken huid en petechien, het karkas 672658 van een varken met een ontstoken huid. De dierenarts heeft de karkassen mede door de beslissing van het bedrijf afgekeurd. De karkassen waren ter destructie bestemd. Op die dagstaat PM keuring staat achter het varken met slachtbliknummer 956990 “NSW” met als afwijking “ziek”.
[werknemer 5] heeft verklaard dat op dinsdag 19 juni 2007 door de keurmeester drie karkassen als overziener zijn aangewezen en dat de dierenarts, die ter plaatse was, de drie karkassen heeft afgekeurd. In opdracht van hen heeft hij de karkassen van de lijn verwijderd. “Ik heb deze bij de pees afgesneden”, aldus [werknemer 5]. Ze zijn in een bak voor destructiemateriaal gevallen of in de glijgoot die naar het destructiehok leidt. In zijn latere verklaring heeft [werknemer 5] verklaard dat de afgekeurde karkassen werden weggegooid in zwarte ronde bakken of in roestvrij stalen bakken.
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij op woensdag 20 juni 2007 de dag van de doorzoeking bij Porkland te Melderslo, samen met [werknemer 5] de Duitser, [werknemer 4] de Pool, aan het werk was. Ze waren aan het uitbenen. Op de vraag of hij die dag de leidinggevende was, heeft hij verklaard: “Dat zal ik dan wel zijn, met die twee buitenlanders was ik het die het aanstuurde.” Volgens [medeverdachte 1] waren ze met varkens bezig. Het vlees was afkomstig van de slachting van dinsdag 19 juni 2007. De 20e zijn halve karkassen van de varkens die 19 juni geslacht waren uit de koelcel gehaald. Alles wat zich op de 20e in de koelcel bevond moest klein gesneden worden. Zo is het ook besproken met [verdachte], aldus [medeverdachte 1].
Uit het onderzoek door de AID is het volgende gebleken:
- categorie 2 destructiemateriaal van Porkland werd afgevoerd door het bedrijf Rendac, categorie 3 destructiemateriaal door [bedrijf 1];
- op dinsdag 19 juni 2007 omstreeks 07.20 uur zijn kadavers en slachtafvallen van Porkland slachtplaats Melderslo door Rendac afgevoerd . De afvoer op 19 juni 2007 vond plaats vóór de slachting op die dag ;
- [bedrijf 1] haalde eenmaal per week categorie 3 materiaal op bij Porkland . Hij kwam volgens afspraak met [verdachte] altijd op donderdag ;
- op 20 juni 2007 is tijdens een doorzoeking bij Porkland slachtplaats te Melderslo het aldaar aanwezige destructiemateriaal gecontroleerd. In het destructielokaal stonden 9 gedeeltelijk gevulde destructiebakken, 1 ronde zwarte destructieton en 1 volle kruiwagen met destructiemateriaal. Tussen het destructiemateriaal zijn 4 niet uitgeslachte kadavers van speenbiggen aangetroffen, alsmede 1 niet uitgeslacht slachtvarken, dat was gestoken gebroeid, en een half karkas van een licht uitgeslacht slachtvarken, waarvan de pezen van de achterpoot niet waren doorgesneden;
- tijdens genoemde doorzoeking is in de uitsnijruimte, in een RVS bak met opschrift cat. 3 aangetroffen: een gebroeid oor met slachtmerk 956990 ;
- op 20 juni 2007 is eveneens een doorzoeking verricht op het varkensbedrijf te Sint Philipsland. Tijdens die doorzoeking zijn geen kadavers of karkassen aangetroffen van varkens die op 19 juni 2007 niet tot de slacht waren toegelaten of uit het slacht- en keuringsproces waren verwijderd .