ECLI:NL:RBMID:2010:BN3569
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Nomes
- A. Vos
- J. Groen
- Rechtspraak.nl
Beslissing op bezwaarschrift inzake onthouding processtukken in strafzaak tegen verdachte
In deze zaak heeft de rechtbank Middelburg op 13 juli 2010 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van de verdediging van de verdachte, die was aangehouden op verdenking van moord dan wel doodslag op haar echtgenoot. De raadsman van de verdachte had de officier van justitie verzocht om de nadere onderzoeksvragen die aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) waren gesteld, evenals andere nieuwe processtukken, aan de verdediging ter beschikking te stellen. De officier van justitie weigerde dit en onthield de kennisneming van bepaalde stukken in het belang van het onderzoek.
De rechtbank heeft in haar overwegingen het begrip 'processtukken' besproken, waarbij zij zich baseerde op jurisprudentie van de Hoge Raad. De rechtbank oordeelde dat onthouding van processtukken is toegestaan wanneer het belang van het onderzoek dit vordert, en dat de officier van justitie voldoende aannemelijk moet maken dat er een reële vrees bestaat dat de verdachte de waarheidsvinding zou kunnen belemmeren door kennis te nemen van de inhoud van de stukken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie in dit geval voldoende onderbouwing heeft gegeven voor de onthouding van de nadere vraagstelling aan het NFI en de onderzoeksresultaten.
De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van de zaak, de complexiteit van het onderzoek en het feit dat de verdachte niet in voorlopige hechtenis zit. De beslissing van de rechtbank was dat het bezwaarschrift ongegrond werd verklaard, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van het onderzoek zwaarder wegen dan het belang van de verdachte om zich voor te bereiden op haar verdediging. De rechtbank heeft de beslissing ter openbare terechtzitting uitgesproken, waarbij de griffier niet in staat was de beslissing te ondertekenen.