ECLI:NL:RBMID:2010:BN4400

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
17 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
192025
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J.M. Klarenbeek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loonvorderingen van een werknemer tijdens wettelijke schuldsanering

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 17 februari 2010, heeft de kantonrechter zich gebogen over de loonvorderingen van een werknemer, [eiseres], die in loondienst was bij [gedaagde] van 21 mei 2007 tot 20 november 2008. De werknemer heeft enkele (loon)vorderingen ingesteld, maar [gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiseres] niet-ontvankelijk is in deze vorderingen, omdat op 28 juni 2006 de wettelijke schuldsanering van toepassing was verklaard op [eiseres]. Dit betekent dat de vorderingen uitsluitend door haar bewindvoerder, mr. B.J. van de Wijnckel, hadden mogen worden ingesteld.

De kantonrechter heeft de zaak verwezen naar de rolzitting van 17 maart 2010, zodat [gedaagde] zich kan uitlaten over de aangevoerde argumenten. De rechter heeft de verdere beslissing aangehouden. Tijdens de procedure is vastgesteld dat de schuldsanering op [eiseres] op 28 januari 2010 is geëindigd met uitdeling, wat de mogelijkheid opent dat de vorderingen als nagekomen baten kunnen worden beschouwd volgens de relevante artikelen van de Faillissementswet.

De kantonrechter heeft het insolventieregister geraadpleegd en bevestigd dat de schuldsanering inderdaad van toepassing was, maar dat deze inmiddels was beëindigd. De rechter heeft [gedaagde] verzocht om zich uit te laten over deze nieuwe informatie en [eiseres] om daarop te reageren. De zaak blijft dus in behandeling, met de mogelijkheid dat de vorderingen alsnog door [eiseres] kunnen worden ingesteld, afhankelijk van de rol van de bewindvoerder.

Uitspraak

Uitspraak
zaak/rolnr.: 192025 / 09-2054 blad 2
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector kanton
[Zaaknummer] [Rolnummer]
Locatie Terneuzen
zaak/rolnr.: 192025 / 09-2054
vonnis van de kantonrechter d.d. 17 februari 2010
in de zaak van
[partij A],
wonende te [adres],
eisende partij,
verder te noemen: [eiseres],
gemachtigde: mr. F.A. van den Berg,
t e g e n :
de stichting
[partij B],
gevestigd te [adres],
gedaagde partij,
verder te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. R.M.A. Lensen.
het verloop van de procedure
De procedure is als volgt verlopen:
- dagvaarding van 2 september 2009,
- conclusies van antwoord, repliek en dupliek.
overweging
[Eiseres] is als Thuishulp A in loondienst geweest bij [gedaagde] van 21 mei 2007 tot 20 november 2008. [Eiseres] heeft terzake van dit dienstverband enkele (loon)vorderingen ingesteld jegens [gedaagde]. [Gedaagde] heeft bij conclusie van dupliek d.d. 20 januari 2010 onder meer aangevoerd dat [eiseres] in deze vorderingen niet-ontvankelijk is, omdat op 28 juni 2006 op haar de wettelijke schuldsanering van toepassing is verklaard, zodat de vorderingen uitsluitend door haar bewindvoerder, mr. B.J. van de Wijnckel, hadden mogen worden ingesteld.
De kantonrechter heeft het insolventieregister geraadpleegd en daarin gezien dat inderdaad de schuldsanering op [eiseres] van toepassing is sinds 28 juni 2006, maar ook dat de slotuitdelingslijst op 18 januari 2010 is neergelegd en dat op 28 januari 2010 de schuld-sanering is geëindigd met uitdeling. Mogelijk zouden de vorderingen kunnen worden beschouwd als nagekomen baten in de zin van art. 356, lid 4, jo art. 194 Fw. Het is echter de vraag of de bewindvoerder hier nog een taak voor zich ziet weggelegd.
Waarschijnlijk was het een en ander aan [gedaagde] niet bekend toen zij haar conclusie van dupliek nam. De kantonrechter verzoekt [gedaagde] zich uit te laten omtrent het vorenstaande en [eiseres] om daarop te reageren.
DE BESLISSING
De kantonrechter:
verwijst deze zaak naar de rolzitting van woensdag 17 maart 2010 te 10.30 uur opdat [gedaagde] zich bij akte zal uitlaten als hiervoor verzocht;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M. Klarenbeek, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 februari 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.