ECLI:NL:RBMID:2010:BN5117
Rechtbank Middelburg
- Voorlopige voorziening
- B.J.R.P. Verhoeven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening inzake loondoorbetaling en opzegverbod tijdens ziekte
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Middelburg op 7 juni 2010 uitspraak gedaan in een voorlopige voorziening. De eiser, een pijpfitter, had een vordering ingesteld tegen zijn werkgever, de besloten vennootschap [Y], met het verzoek om doorbetaling van zijn salaris. Eiser was sinds 30 oktober 2007 arbeidsongeschikt door rugklachten en had zich op 22 maart 2010 beroepen op de vernietigbaarheid van zijn ontslag, dat per 1 april 2010 zou ingaan. De werkgever betwistte de tijdigheid van dit beroep en stelde dat het opzegverbod, zoals vastgelegd in artikel 670 van het Burgerlijk Wetboek, niet meer van toepassing was omdat de termijn van twee jaar was verstreken.
De kantonrechter overwoog dat er in een bodemprocedure waarschijnlijk geoordeeld zal worden dat de werkgever in het gelijk gesteld zal worden. De rechter concludeerde dat eiser niet tijdig het opzegverbod had ingeroepen en dat de werkgever geen loondoorbetalingsplicht meer had. De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werknemers om tijdig hun rechten te claimen en de gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid in relatie tot ontslagprocedures.
De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op arbeidsrecht en de bescherming van werknemers tijdens ziekte. De beslissing onderstreept de strikte termijnen die gelden voor het inroepen van rechten en de noodzaak voor werkgevers om zich aan de wettelijke bepalingen te houden.