ECLI:NL:RBMID:2010:BN9479
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.C.K.W. Bartel
- Rechtspraak.nl
Waardebepaling WOZ en geschil over woningwaarde na verbouwing
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 9 september 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonende te [woonplaats], en de heffingsambtenaar van de gemeente Noord-Beveland. Het geschil betreft de waardebepaling van een woning per 1 januari 2008, in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De eiser betwist de door de verweerder vastgestelde waarde van € 166.000, die is gebaseerd op een taxatieverslag van taxateur T.L. Simmelink. Eiser stelt dat de waarde van de woning € 132.000 was, gebaseerd op de aankoopprijs in februari 2008. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting op 12 augustus 2010 gehouden, waarbij eiser in persoon aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen beoordeeld. Eiser betoogde dat de woning in slechte staat verkeerde en dat de waarde te hoog was vastgesteld, terwijl verweerder volhield dat de woning niet openbaar te koop had gestaan en dat de taxatie correct was. De rechtbank concludeerde dat de werkzaamheden aan de woning niet als verbetering konden worden aangemerkt, maar eerder als onderhoud. De rechtbank oordeelde dat de waarde van de woning per 1 januari 2008 op € 132.000 moest worden vastgesteld, in overeenstemming met artikel 18 van de Wet WOZ.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar en de waardebeschikking vernietigd, en de waarde van de woning vastgesteld op € 132.000. Tevens is de gemeente Noord-Beveland gelast om het griffierecht van € 41 aan eiser te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Gravenhage.