ECLI:NL:RBMID:2010:BO3743
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.C. de Regt
- Rechtspraak.nl
Erfenis en rekening en verantwoording van erfgenaam met betrekking tot bankpas van overleden
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Middelburg, ging het om een geschil tussen eiser en gedaagde over de wijze van rekening en verantwoording van een erfgenaam die beschikte over de bankpas met pincode van de overleden moeder. Eiser, wonende te Purmerend, had gedaagde aangeklaagd, die in Lamswaarde woonde, met betrekking tot de financiële transacties die plaatsvonden na het overlijden van hun moeder. De procedure omvatte een tussenvonnis van 30 september 2009 en getuigenverhoren op 23 november 2009 en 16 maart 2010.
De rechtbank had gedaagde eerder toegelaten om te bewijzen dat hij en zijn ex-vrouw de pinpas met pincode ter beschikking hadden van de moeder en dat zij de opgenomen bedragen aan haar hadden afgedragen. Tijdens de getuigenverhoren verklaarde gedaagde dat hij de pinpas lange tijd onder zich had en dat hij in opdracht van zijn moeder bedragen van haar rekening had opgenomen. Echter, de getuigenverklaringen van zowel eiser als getuige [B.] gaven aan dat er geen duidelijkheid was over de financiële transacties en dat gedaagde niet kon bewijzen dat hij de bedragen daadwerkelijk aan zijn moeder had afgedragen.
De rechtbank concludeerde dat gedaagde niet het bewijs had geleverd dat hij nodig had om zijn claims te ondersteunen. De rechtbank oordeelde dat het onttrekken van gelden aan de nalatenschap onrechtmatig was tegenover eiser. Daarom werd de vordering van eiser tot betaling van de helft van de bedragen die gedaagde zich had toegeëigend, vastgesteld op € 46.000,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 12 februari 2008. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiser tot dat moment waren begroot op € 4.431,77. Het vonnis werd uitgesproken op 7 april 2010 door mr. M.C. de Regt.