ECLI:NL:RBMID:2011:BR2524
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Hopmans
- A. van Boven-Hartogh
- M. Batenburg-van Rijswijk
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor bezit en verspreiding van kinderporno met werkstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 21 juli 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit en de verspreiding van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van ten minste zeven jaar kinderporno heeft gedownload en verspreid via bestandsuitwisselingsnetwerken. De verdachte was zich bewust van de implicaties van zijn handelen, aangezien hij wist dat het downloaden van deze bestanden ook betekende dat hij ze uploadde en verspreidde. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, maar achtte het bezit en de verspreiding van kinderporno wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten benadrukt, met name de impact van kinderporno op de slachtoffers, en heeft de verdachte verantwoordelijk gehouden voor het in stand houden van de vraag naar dergelijke beelden. De officier van justitie had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank heeft, rekening houdend met de lange vertraging in de procedure en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, besloten om een werkstraf op te leggen in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke werkstraf van 240 uren, met daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een proeftijd van drie jaar. Tevens is de verdachte verplicht om een bedrag van 10.000 euro te storten in het fonds 'Defence for Children'.
De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling bij een door de reclassering aan te wijzen instelling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters de ernst van de zaak onderstreepten en de noodzaak van gedragsverandering bij de verdachte benadrukten. De rechtbank heeft de verdachte gewaarschuwd dat bij niet-naleving van de voorwaarden vervangende hechtenis kan worden opgelegd.