ECLI:NL:RBMID:2011:BU9867

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
19 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
79234 / KG ZA 11-117
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M.C. de Regt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over zorginkoop door huisarts en de keuze van laboratorium voor bloed- en urineonderzoek

In deze zaak gaat het om een geschil tussen een huisarts, eiseres, en de zorggroep De Bevelanden, gedaagde, over de zorginkoop en de keuze van laboratoria voor bloed- en urineonderzoek. Eiseres heeft een zorginkoopovereenkomst gesloten met De Bevelanden, waarbij zij vergoedingen ontvangt van zorgverzekeraars voor verleende diensten. Eiseres heeft tot 1 maart 2011 gebruik gemaakt van de diensten van Stichting Huisartsen Laboratorium (SHL) voor bloed- en urineonderzoek, maar is daarna overgestapt naar de Medische Laboratoria en Pathologie van het Diagnostisch Centrum SSDZ (RdGG laboratoria). De Bevelanden weigert echter om de RdGG laboratoria als contractspartij te accepteren, omdat deze niet CCKL gecertificeerd zouden zijn. Eiseres stelt dat zij vrij is in haar keuze van laboratorium, mits dit gecertificeerd is, en dat de RdGG laboratoria aan deze eisen voldoen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de huisartsen inderdaad vrij zijn in hun keuze van laboratorium, mits dit CCKL gecertificeerd is. De rechter stelt vast dat de RdGG laboratoria gecertificeerd zijn en dat de Bevelanden ten onrechte eiseres uitsluit van het CVRM-programma en haar dwingt om met SHL samen te werken. De voorzieningenrechter verbiedt De Bevelanden om eiseres te dwingen om met SHL samen te werken, met uitzondering van funduscopiën, en om eiseres uit te sluiten van het CVRM-programma. Tevens wordt De Bevelanden veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn begroot op € 906,81. De voorzieningenrechter legt een dwangsom op van € 2.500,00 per dag voor iedere dag dat De Bevelanden dit vonnis niet naleeft, met een maximum van € 50.000,00.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 79234 / KG ZA 11-117
Vonnis in kort geding van 19 juli 2011
in de zaak van
1. [eiseres],
wonende te Rilland, gemeente Reimerswaal,
eiseres,
advocaat mr. H.J. Smit te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZORGGROEP DE BEVELANDEN B.V.,
gevestigd te Goes,
gedaagde,
advocaat mr. drs. N.U.N. Kien te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en De Bevelanden genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- (fax)brief van [eiseres] d.d. 8 juli 2011 met producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van De Bevelanden.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiseres] is huisarts en heeft een zelfstandige huisartsenpraktijk. De Bevelanden is een zorggroep. De zorggroep heeft een coördinerende rol op het gebied van de behandeling van chronische ziekten. Zorgverzekeraars sluiten met de zorggroep een overeenkomst op basis van welke overeenkomst één integraal tarief overeengekomen wordt ter zake van de ketenzorg aan chronisch zieken. Op dit moment bestaan er, voor zover van belang, de zorgketens Diabetes Mellitus Type II-keten (DM type II) en de (Cardio)vasculair Risicomanagement-keten (CVRM). De zorggroep maakt met de zorgverzekeraars afspraken over de kwaliteit en de prijs van het gehele ketenproces. De zorggroep sluit overeenkomsten met de zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg in de keten waaronder huisartsen. De Bevelanden heeft voor het jaar 2011 een contract afgesloten voor de zorgketen DM type II. Van het met de verzekeraars overeengekomen integrale tarief maken het huisartsconsult, fundusonderzoek en diëtetiek deel uit. De Bevelanden heeft voor de uitvoering van het fundusonderzoek alleen een contract afgesloten met de Stichting Huisartsen Laboratorium (SHL) gevestigd en kantoorhoudende te Etten-Leur. De Bevelanden werkt voor het nemen en de diagnose van bloedmonsters samen met de SHL. Het bloed- en urineonderzoek is niet verdisconteerd in het met de zorgverzekeraar overeengekomen integrale tarief. De door De Bevelanden gecontracteerde huisartsen zijn, mits wordt voldaan aan de door De Bevelanden gestelde kwaliteitscriteria, in principe vrij in de keuze van een laboratorium om dat onderzoek te laten verrichten. Een van die criteria is dat een laboratorium gecertificeerd is door de Coördinatie Commissie ter bewaking van kwaliteitsnormen voor Laboratoria in de gezondheidszorg – verder CCKL –.
2.2. Op 18 februari 2010 heeft [eiseres] een zorginkoopovereenkomst – verder de overeenkomst – gesloten met De Bevelanden. Ingevolge deze overeenkomst ontvangt [eiseres] via De Bevelanden een vergoeding van de zorgverzekerraars met wie De Bevelanden overeenkomsten heeft gesloten voor door haar aan patiënten verleende diensten op het gebied van het nemen en diagnostiseren van bloedmonsters van diabetici, het nemen en diagnostiseren van bloedmonsters inzake het CVRM-programma en het maken van funduscopiën.
Tot 1 maart 2011 heeft [eiseres] voor de bloedmonsters en funduscopiën gebruik gemaakt van de diensten van SHL. Vanaf die datum maakt [eiseres] voor het nemen en diagnostiseren van bloedmonsters en het laten maken van fuduscopiën gebruik van de Medische Laboratoria en Pathologie van het Diagnostisch Centrum SSDZ – verder de RdGG laboratoria –, onderdeel van de stichting Reinier de Graaf Groep – verder de RdG Groep –.
De RdGG laboratoria laten het transport van patiëntenmaterialen naar hun laboratoria verzorgen door de besloten vennootschap Laboratorium Berg en Bosch – verder LBB – die ook tot de RdG Groep behoort.
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert om De Bevelanden te verbieden:
- om [eiseres] te dwingen om met SHL samen te werken;
- om [eiseres] uit te sluiten van het CVRM-programma;
- om [eiseres] minder vergoeding te doen toekomen voor de diensten die zij in samenwerking
met RdGG laboratoria/LBB verricht dan in samenwerking met SHL;
- om de RdGG laboratoria en LBB uit te sluiten als contractspartij van [eiseres] bij
bloedmonsters en fundoscopiën,
en voorts om te bepalen dat De Bevelanden een dwangsom verbeurt van € 2.500,00 per overtreding van dit vonnis c.q. voor iedere dag dat een overtreding voortduurt met veroordeling van De Bevelanden in de proceskosten. [eiseres] stelt daartoe het navolgende.
3.2. Volgens [eiseres] weigert De Bevelanden ten onrechte de RdGG laboratoria/LBB te accepteren als contractant van [eiseres] en eist zij onterecht dat [eiseres] zaken doet met SHL. [eiseres] stelt de vrijheid te hebben om gebruik te maken van diensten van een ander laboratorium dan SHL, mits dat laboratorium voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De RdGG laboratoria/LBB voldoen daaraan. [eiseres] betwist dat de RdGG laboratoria/LBB niet CCKL gecertificeerd zouden zijn. [eiseres] verwijst daartoe naar het CCKL-register. Ingevolge de regels van het CCKL en het aan de RdGG laboratoria toegekende certificaat is het de RdGG laboratoria toegestaan om het transport van patiëntenmaterialen door LBB te laten verzorgen. De RdGG laboratoria en LBB maken beiden onderdeel uit van de RdG Groep. De Bevelanden stelt dat het transport van patiëntenmaterialen door LBB niet gecertificeerd is, dat hoeft ook niet. LBB doet geen laboratoriumwerk, geen diagnostiek en geen bloedbepalingen. LBB werkt als uitvoerder van logistieke diensten onder het certificaat van de RdGG laboratoria. Dat geldt ook voor Medisch Centrum Bilthoven – verder MCM – dat slechts factureert. [eiseres] verwijst ter nadere onderbouwing van dit standpunt naar de door haar als productie 11 in het geding gebrachte brief van haar advocaat aan de heer [A.] d.d. 11 juli 2011, Unitmanager van CCKL, die deze faxbrief voor wat betreft de daarin vermelde punten 5 en 8 voor akkoord heeft ondertekend. Zij betwist, eveneens met een beroep op die brief, gemotiveerd dat dr. [B.] op wiens e-mailbericht van 7 juli jl. De Bevelanden zich beroept ter onderbouwing van haar stelling dat ook LBB CCKL gecertificeerd moet zijn, bevoegd is namens de Raad voor Accreditatie op te treden. Ter onderbouwing van haar stelling dat de RdGG laboratoria voldoen aan de daaraan te stellen eisen voert [eiseres] nog aan dat de zorggroep waarbij haar echtgenoot, huisarts te Bergen op Zoom, is aangesloten samenwerking met de RdGG laboratoria wel accepteert. Volgens [eiseres] is sprake van onrechtmatige concurrentie nu De Bevelanden een CCKL gecertificeerd laboratorium uitsluiten. Dit geldt volgens [eiseres] eens temeer nu sprake is van een vergaande verstrengeling van De Bevelanden en SHL en aan hun handelwijze jegens [eiseres] een financieel belang ten grondslag ligt. Voorts handelen zij onrechtmatig nu De Bevelanden, althans SHL, dreigen met het opzetten van patiënten tegen [eiseres] en verwarring scheppen doordat SHL in strijd met de beëindiging van [eiseres] van het contact patiënten van [eiseres] is blijven oproepen. [eiseres] stelt dat zij door de handelwijze van De Bevelanden een schade dreigt te lijden van € 64.000,00. De Bevelanden is daarvoor aansprakelijk. Ingevolge de door de Bevelanden met de zorgverzekeraars voor 2011 gesloten overeenkomst mogen onderaannemers, zoals aanbieders van funduscopie, volgens [eiseres] per kwartaal wisselen. In tegenstelling tot hetgeen De Bevelanden stelt kunnen zij het contract met SHL ter zake van het door SHL uitvoeren van funduscopie ieder kwartaal beëindigen. Zij kunnen [eiseres] dus niet gedurende heel 2011 verplichten de funduscopieën door SHL te laten uitvoeren. In de met [eiseres] gesloten overeenkomst staat ook niet dat zij slechts door SHL funduscopieën uit kan laten voeren.
3.3. De Bevelanden erkent dat de huisartsen in principe vrij zijn in de keuze van een laboratorium voor het uitvoeren van bloed- en urineonderzoek. De kern van het verweer op grond waarvan zij van oordeel is dat de vorderingen van [eiseres] afgewezen dienen te worden is dat het LBB en MCB niet CCKL gecertificeerd zijn. De zorggroep is op grond van de beleidsregel “Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen” verantwoordelijk voor de inhoud van de zorg, de organisatiestructuur en de kwaliteitscyclus. [eiseres] heeft zich ingevolge artikel 2 eerste en tweede lid van de tussen haar en De Bevelanden gesloten overeenkomst verplicht om diabetes zorg te leveren conform de voorwaarden zoals die door De Bevelanden zijn neergelegd in bijlage 1 van het contract. Op grond hiervan moet [eiseres] zich bij haar laboratoriumkeuze houden aan de door De Bevelanden gesteld kwaliteitseisen. Een daarvan is dat het laboratorium CCKL gecertificeerd moet zijn. De Bevelanden kan akkoord gaan indien het RdGG laboratorium het hele laboratoriumproces op zich neemt.
Wat betreft het fundusonderzoek stelt De Bevelanden dat alleen SHL zich voor de uitvoering daarvan heeft gemeld en daarmee is gecontracteerd. De kosten verbonden aan het fundusonderzoek door SHL zijn meegenomen in de afspraken met de verzekeraars met betrekking tot de integrale bekostiging. Deze afspraken zijn weer bepalend voor de met de huisartsen afgesloten zorginkoopovereenkomsten. De Bevelanden hebben voor 2011 derhalve in de overeenkomst opgenomen dat fundusonderzoeken via SHL dienen te verlopen. SHL verwijst ter onderbouwing van haar stelling naar de door haar als productie 10 in het geding gebrachte overeenkomst en de daarbij behorende bijlage 1 die door haar als productie 11 in het geding is gebracht.
De Bevelanden betwist gemotiveerd dat zij onrechtmatig jegens [eiseres] handelt. Opschorting van de overeenkomst per 1 juli 2011 is het gevolg van het feit dat [eiseres] niet aan de overeenkomst voldoet door het bloed- en urineonderzoek te laten verrichten door een niet CCKL gecertificeerd laboratorium en door het fundusonderzoek niet langer via SHL te laten verlopen. De oorzaak van het feit dat De Bevelanden [eiseres] geen contract aanbiedt ter zake van de CVRM-zorgketen is dat [eiseres] niet van een CCKL gecertificeerd laboratorium gebruik maakt. [eiseres] heeft dit mitsdien aan zichzelf te wijten. Nu patiënten niet langer ketenzorg ontvangen maar terug vallen op de individuele zorgverlening van [eiseres] acht De Bevelanden zich gehouden patiënten over deze gewijzigde vorm en service te moeten informeren. De Bevelanden betwist gemotiveerd de hoogte van de schade die [eiseres] stelt te lijden als gevolg van opschorting van de zorginkoopovereenkomst. De Bevelanden betwist voorts dat sprake is van een verstrengeling van belangen van De Bevelanden en SHL
4. De beoordeling
4.1. Niet in geschil is dat de huisartsen waarmee een zorginkoopovereenkomst is gesloten vrij zijn in de keuze van het laboratorium voor het uitvoeren van bloed- en urineonderzoek. Tussenpartijen is voorts niet in geschil dat sprake moet zijn van een CCKL gecertificeerd laboratorium. Van belang voor de beoordeling van het geschil is derhalve of het door [eiseres] gekozen laboratorium CCKL is gecertificeerd. In dat kader zijn partijen het erover eens dat de RdGG laboratoria CCKL gecertificeerd zijn. In geschil is in hoeverre LBB dat, zo is onweersproken gesteld, het vervoer voor de RdGG laboratoria uitvoert en MCB eveneens CCKL gecertificeerd moeten zijn. Door De Bevelanden is ter onderbouwing van haar stelling dat ook LBB CCKL gecertificeerd moeten zijn als productie 18 overgelegd een e-mailbericht ondertekend door dr. [B.] in zijn hoedanigheid van teamleider voor de Raad voor de Accreditatie. Door [eiseres] is gemotiveerd bestreden dat dr. [B.] bevoegd is namens de Raad voor de Accreditiatie, waarvan het CCKL onderdeel uitmaakt, uitspraken te doen. Zij onderbouwt dit met een door haar als productie 11 in het geding gebrachte brief van haar advocaat aan de heer M. [A.], unitmanager van CCKL. Dit verweer is door De Bevelanden onbestreden gebleven. Door [eiseres] is ter onderbouwing van haar stelling dat MCB en LBB naast de RdGG laboratoria, die de analytische fase uitvoeren, niet afzonderlijk CCKL geaccrediteerd hoeven te worden eveneens naar voornoemde brief verwezen. Uit deze brief, punt 8, volgt dat de heer M. [A.] meegedeeld heeft dat het transport dat LBB verricht voor de RdGG laboratoria onder verantwoordelijkheid van de RdGG laboratoria valt en onder hun CCKL certificaat en dat het CCKL niet separaat transportactiviteiten certificeert. De voorzieningenrechter is van oordeel dat op grond van het vorenstaande voorshands aannemelijk is dat [eiseres] haar bloed- en urineonderzoek heeft ondergebracht bij een CCKL gecertificeerd laboratorium. De voorzieningenrechter neemt daarbij mede in aanmerking dat door De Bevelanden niet is bestreden dat ook andere zorggroepen, zoals die waarbij de echtgenoot van [eiseres] is aangesloten, het gebruik van de RdGG laboratoria accepteren. De voorzieningenrechter gaat voorbij aan de opmerking van De Bevelanden dat de brief van 11 juli 2011 aan de heer [A.] slechts een weergave is van de advocaat van [eiseres] van het gevoerde telefoongesprek is. Door [eiseres] is een door de heer [A.] voor akkoord ondertekend exemplaar ten aanzien van de in de brief vermelde punten 5 en 8 in het geding gebracht. Voor de beoordeling van het geschil is de omstandigheid of MCB al dan niet gecertificeerd niet van belang. Door [eiseres] is onweersproken gesteld dat MCB de facturering verzorgt. CCKL certificering van de facturering is geen onderdeel van het geschil.
4.2. Ten aanzien van het tussen partijen bestaande geschil ten aanzien van het door [eiseres] niet langer onderbrengen van de funduscopi bij SHL overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Gelet op de in het geding gebrachte zorginkoopovereenkomst gesloten tussen [eiseres] en de Bevelanden artikel 2 lid 3 jo. artikel 1.3. aanhef en onder tweede aandachtspunt van de in het geding gebrachte “Bijlagen behorende bij Bedrijfsplan versie 1.0.” is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat [eiseres] zich voor de duur van de overeenkomst verbonden heeft om het jaarlijkse oogfundusonderzoek via de fundusdienst van SHL te laten verrichten.
4.3. Gelet op het vorenstaande zal de voorzieningenrechter de vordering De Bevelanden te verbieden om [eiseres] te dwingen om met SHL samen te werken toewijzen, met uitzondering voor zover het funduscopiën betreft. Nu de voorzieningenrechter voorshands tot het oordeel komt dat [eiseres] gebruik maakt van een CCKL gecertificeerd laboratorium zal de vordering De Bevelanden te verbieden [eiseres] uit te sluiten van het CVRM-progamma eveneens worden toegewezen omdat het uitsluiten van [eiseres] door De Bevelanden slechts gegrond was op de omstandigheid dat [eiseres] geen gebruik zou maken van een CCKL gecertificeerd laboratorium. De vordering De Bevelanden te verbieden [eiseres] minder vergoeding te doen toekomen voor de diensten via de RdGG laboratoria/LBB is niet althans onvoldoende gemotiveerd en zal worden afgewezen. De vordering De Bevelanden te verbieden om de RdGG laboratoria en LBB uit te sluiten als contractspartij van [eiseres] zal ter zake van bloedmonsters en fuduscopiën zal worden toegewezen ter zake van de bloedmonsters. De voorzieningenrechter verwijst daartoe naar hetgeen vorenstaand is overwogen. De voorzieningenrechter zal bepalen dat indien De Bevelanden dit vonnis na betekening daarvan niet nakomt zij een dwangsom verbeurt van € 2.500,00 per dag voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 50.000,00.
4.4. De Bevelanden zal als voornamelijk in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 90,81
- salaris advocaat € 816,00
Totaal € 906,81.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
- verbiedt De Bevelanden:
- [eiseres] te dwingen om met SHL samen te werken, met uitzondering voor wat betreft de
fuduscopiën;
- [eiseres] uit te sluiten van het CVRM programma;
- de RdGG laboratoris en LBB uit te sluiten als contractspartij van [eiseres] bij
bloedmonsters;
- bepaalt dat indien De Bevelanden dit vonnis na betekening niet nakomt zij een dwangsom
verbeurt van € 2.500,00 per dag voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, met een
maximum van € 50.000,00;
- veroordeelt De Bevelanden in de proceskosten aan de zijde van [eiseres] tot op heden
begroot op € 906,81;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2011.?
MdB