ECLI:NL:RBMID:2011:BV0526

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
16 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
79852 / KG ZA 11-153
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.C. de Regt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van gages door bemanningsleden van een schip

In deze zaak hebben eisers, bestaande uit 34 bemanningsleden, werkzaamheden verricht aan boord van het schip ms. "Atlantik Frigo". De eisers hebben hun werkzaamheden verricht in dienst van gedaagde sub 2 en in opdracht van gedaagden sub 1 en 2, tegen gages in USD. De eisers hebben op 28 juli 2011 conservatoir vreemdelingenbeslag gelegd op het schip, omdat gedaagden de gages onbetaald lieten. De eisers hebben de voorzieningenrechter verzocht om gedaagden op verkorte termijn te dagvaarden, wat is toegestaan. De gedaagden zijn niet verschenen op de zitting van 11 augustus 2011, waardoor verstek is verleend. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de rechtbank rechtsmacht heeft en dat de vorderingen van eisers, voor zover onderbouwd, toewijsbaar zijn. De vordering tot betaling van de beslagkosten is afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. De vordering tot betaling van gages is toegewezen, waarbij gedaagde sub 2 is veroordeeld tot betaling van de verschuldigde gages aan de eisers. Daarnaast is gedaagde sub 1 veroordeeld om te gedogen dat eisers zich op het schip verhalen. De proceskosten zijn aan de zijde van eisers begroot op EUR 2.017,81, te vermeerderen met wettelijke rente. Het vonnis is uitgesproken op 16 augustus 2011.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 79852 / KG ZA 11-153
Vonnis in kort geding van 16 augustus 2011
in de zaak van
1 [eiser sub 1], wonende te Sveti Filip I Jakov, Kroatië;
2 [eiser sub 2], wonende te Korcula, Kroatië;
3 [eiser sub 3], wonende te Trilj, Kroatië;
4 [eiser sub 4], wonende te Split, Kroatië;
5 [eiser sub 5], wonende te Podstrana, Kroatië;
6 [eiser sub 6], wonende te Racisce, Kroatië;
7 [eiser sub 7], wonende te Korcula, Kroatië;
8 [eiser sub 8], wonende te Korcula, Kroatië;
9 [eiser sub 9], wonende te Krapanj, Kroatië;
10 [eiser sub 10], wonende te Racisce, Kroatië;
11 [eiser sub 11], wonende te Korcula, Kroatië;
12 [eiser sub 12], wonende te Lumbarda, Kroatië;
13 [eiser sub 13], wonende te Korcula, Kroatië;
14 [eiser sub 14], wonende te Podstrana, Kroatië;
15 [eiser sub 15], wonende te Korcula, Kroatië;
16 [eiser sub 16], wonende te Split, Kroatië;
17 [eiser sub 17], wonende te Split, Kroatië;
18 [eiser sub 18], wonende te Vela Luka, Kroatië;
19 [eiser sub 19], wonende te Jenlenje, Kroatië;
20 [eiser sub 20], wonende te Korcula, Kroatië;
21 [eiser sub 21], wonende te Korcula, Kroatië;
22 [eiser sub 22], wonende te Sveti Filip I Jakov, Kroatië;
23 [eiser sub 23], wonende te Racisce, Kroatië;
24 [eiser sub 24], wonende te Racisce, Kroatië ;
25 [eiser sub 25], wonende te Korcula, Kroatië;
26 [eiser sub 26], wonende te Korcula, Kroatië;
27 [eiser sub 27], wonende te Orebic, Kroatië;
28 [eiser sub 28], wonende te Trpanj, Kroatië;
29 [eiser sub 29], wonende te Dubrovnik, Kroatië;
30 [eiser sub 30], wonende te Racisce, Kroatië;
31 [eiser sub 31], wonende te Mlini, Kroatië;
32 [eiser sub 32], wonende te Pula, Kroatië;
33 [eiser sub 33], wonende te Zrnovo, Kroatië;
34 [eiser sub 34], wonende te Korcula, Kroatië;
eisers,
advocaat mr. H.T. Kruijt te Rotterdam,
tegen
1. de rechtspersoon naar het recht van het land van vestiging
VALA SHIPPING INC.,
gevestigd te Monrovia, Liberia, Broadstreet 80,
2. de rechtspersoon naar het recht van het land van vestiging
FARNOMAR COMPANIA NAVIERA S.A.,
gevestigd te Panama,
kantoorhoudende te Mediteranska Plovida d.d., Fosa 2 in 20260 Korcula, Kroatië,
gedaagden,
niet verschenen.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van eisers.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 11 augustus 2011, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
2. De feiten
2.1. Gedaagde sub 1 is eigenaresse van het onder de vlag van Cyprus varende ms. “Atlantik Frigo”, verder te noemen “het schip”. Het schip is thans gelegen te Terneuzen, in de Autichehaven.
2.2. Op het schip bevinden zich als opvarenden (bemanning) eisers sub 1 tot en met 34.
Gedaagde sub 2 is de formele werkgever van de bemanningsleden.
2.3. Eisers hebben in dienst van gedaagde sub 2 en in opdracht van gedaagden sub 1 en 2 werkzaamheden verricht aan boord van het schip tegen gages in USD.
2.4. Op 28 juli 2011 is na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank namens eisers conservatoir vreemdelingenbeslag gelegd op het schip, omdat gedaagden gages van eisers onbetaald laten.
2.5. Eisers sub 8, 9 en 14 zijn tot op heden aan boord van het schip werkzaam.
3. De beoordeling
3.1. Het geschil tussen partijen heeft een internationaal karakter. Daarom dient allereerst te worden beoordeeld of de Nederlandse rechter, in dit geval de voorzieningenrechter van de rechtbank te Middelburg, rechtsmacht toekomt. Geconcludeerd wordt dat dit het geval is. Als gevolg van het ten verzoeke van eisers gelegde beslag ex artikel 728 Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is de rechtbank waarvan de voorzieningenrechter daartoe het verlof heeft verleend, i.c. deze rechtbank, bevoegd om van de hoofdzaak kennis te nemen krachtens artikel 767 Rv.
3.2. Vervolgens is de vraag aan de orde of tegen gedaagden verstek kan worden verleend. Op grond van artikel 139 Rv wordt aan de gedaagde die op de dienende dag niet in het geding verschijnt verstek verleend indien de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen.
3.3. Ten aanzien van gedaagden geldt dat zij een bekende buitenlandse woon- of verblijfplaats hebben in een staat die geen partij is bij het Haags Betekeningsverdrag 1965 of Haags Rechtsvorderingsverdrag 1954 en waar de EBetVo II niet van toepassing is. Dit brengt met zich mee dat de betekening van het dagvaardingsexploot dient plaats te vinden op de voet van artikel 55 Rv en dat de termijn die daarbij in acht dient te worden genomen op grond van artikel 115 lid 1 Rv, in beginsel, ten minste drie maanden bedraagt.
3.4. Het exploot van de dagvaarding hebben eisers op 3 augustus 2011 op de voet van artikel 55 Rv laten betekenen aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie. Daarmee is aan het betekeningsvoorschrift van artikel 55 Rv voldaan.
3.5. De hiervoor onder 3.3. genoemde dagvaardingstermijn kan op grond van artikel 117 Rv op verzoek van eiser door de voorzieningenrechter van de rechtbank worden verkort. Aan eisers is toestemming verleend om gedaagden op verkorte termijn te dagvaarden, te weten tegen de zitting van 11 augustus 2011, in plaats van de wettelijke termijn van drie maanden in acht te nemen.
3.6. Nu gedaagden niet zijn verschenen en met het vorenstaande is gebleken dat de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, zal tegen gedaagden verstek worden verleend.
3.7. Eisers vorderen gedaagden te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering zal als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen, omdat eisers hebben verzuimd de beslagstukken in het geding te brengen.
3.8. De vordering met betrekking tot de kosten van rechtsbijstand, waarbij het volgens eisers gaat om kosten teneinde een voor tenuitvoerlegging vatbare titel te verkrijgen, zal eveneens bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing worden afgewezen.
3.9. Het gevorderde komt de voorzieningenrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
3.10. Gedaagden zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:
- dagvaarding EUR 90,81
- griffierecht 1.400,00
- salaris advocaat 527,00
Totaal EUR 2.017,81
4. De beslissing
De voorzieningenrechter
4.1. veroordeelt gedaagde sub 2 tot betaling binnen twee dagen na betekening van dit vonnis
I. ter zake van per en met inbegrip van 3 augustus 2011 verschuldigde gages c.a. aan (in USD):
Vordering
eiser 1 35.451
eiser 2 21.122
eiser 3 16.446
eiser 4 13.967
eiser 5 2.941
eiser 6 10.165
eiser 7 10.427
eiser 8 10.217
eiser 9 9.844
eiser 10 7.818
eiser 11 38.054
eiser 12 19.399
eiser 13 13.503
eiser 14 14.881
eiser 15 7.856
eiser 16 5.692
eiser 17 4.337
eiser 18 26.709
eiser 19 11.503
eiser 20 8.156
eiser 21 10.765
eiser 22 15.136
eiser 23 13.317
eiser 24 21.069
eiser 25 3.411
eiser 26 2.662
eiser 27 21.468
eiser 28 13.814
eiser 29 12.788
eiser 30 10.635
eiser 31 4.969
eiser 32 2.646
eiser 33 9.077
eiser 34 4.060
II. ter zake van gage voor elke dag dat eisers na 3 augustus 2011 hun werkzaamheden aan boord van het Schip verrichten aan:
Vordering
eiser 8 65.00
eiser 9 65.00
eiser 14 142.67
alle onder I en II genoemde bedragen te vermeerderen met de naar het recht van Kroatië, althans van Panama, te berekenen rente vanaf de dag dat de bedragen opeisbaar werden tot aan de dag der algehele voldoening,
4.2. veroordeelt gedaagde sub 1 te gehengen en gedogen dat eisers zich zullen verhalen op het schip,
4.3. veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op EUR 2.017,81, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
4.4. veroordeelt gedaagden in de nakosten, volgens het toepasselijke liquidatietarief begroot op een bedrag van EUR 131,-- zonder betekening en, indien en voor zover betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, vermeerderd met een bedrag van
EUR 68,--,
4.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2011.?