ECLI:NL:RBMID:2011:BV1739
Rechtbank Middelburg
- Raadkamer
- M. van Unnik
- A. Nomes
- J. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot opheffing voorlopige maatregel ex artikel 28 van de Wet op de Economische Delicten
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 17 oktober 2011 uitspraak gedaan over het verzoek tot opheffing van een voorlopige maatregel, zoals bedoeld in artikel 28 van de Wet op de Economische Delicten. De voorlopige maatregel was opgelegd aan de verdachten, waaronder Verbeke Bunkering N.V. en een tweede verdachte, naar aanleiding van de verdenking van overtreding van milieuwetgeving. De officier van justitie had deze maatregel bevolen omdat er ernstige bezwaren bestonden tegen de inzameling van stookolie, die als gevaarlijke afvalstof werd aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stookolie, die door het zeeschip Marjatta aan het bunkerschip Chopin was afgegeven, niet voldeed aan de wettelijke normen en dat de verdachten niet beschikten over de benodigde vergunningen voor de inzameling van deze afvalstoffen.
Tijdens de openbare zitting op 14 oktober 2011 zijn de officier van justitie en de raadsman van de verdachten gehoord. De raadsman voerde aan dat de stookolie niet als afvalstof kon worden aangemerkt, omdat deze was teruggegeven aan de leverancier en niet was afgegeven aan een ander. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de stookolie, gezien de omstandigheden en de verklaringen van de betrokkenen, wel degelijk als afvalstof moest worden gekwalificeerd. De rechtbank concludeerde dat de voorlopige maatregel terecht was getroffen en dat het verzoek tot opheffing van deze maatregel moest worden afgewezen.
De rechtbank benadrukte dat de risico's voor het milieu reëel waren, gezien de aard van de stookolie en het feit dat de verdachten niet over de juiste vergunningen beschikten. De beslissing van de rechtbank is genomen in het belang van de bescherming van het milieu en de naleving van de wetgeving omtrent gevaarlijke afvalstoffen. De rechtbank heeft het verzoek tot opheffing van de voorlopige maatregel dan ook afgewezen.