ECLI:NL:RBMID:2011:BW2447

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
16 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
209380
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J.M. Klarenbeek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding van schade door politie-inval in huurwoning en hoofdelijke aansprakelijkheid van huurder

In deze zaak heeft de Politie Zeeland op 20 juni 2009 een huurwoning binnengetreden, waarbij de voordeur geforceerd werd, wat leidde tot aanzienlijke schade aan de woning. De verhuurder, [woningbouwvereniging Z], heeft de kosten van herstel, ter hoogte van € 2.077,42, in rekening gebracht bij de Politie Zeeland. De Politie Zeeland heeft vervolgens de huurder, [gedaagde], aangesproken voor vergoeding van deze schade, vermeerderd met rente en incassokosten, in totaal € 2.445,18. De juridische grondslag voor deze vordering werd aanvankelijk gepresenteerd als zaakwaarneming, maar de kantonrechter oordeelde dat deze grondslag niet voldeed. De kantonrechter heeft de partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de rechtsgronden, waarbij werd opgemerkt dat zowel de Politie Zeeland als de huurder mogelijk hoofdelijke schuldenaren zijn jegens de verhuurder op basis van de artikelen 6:6 en 6:10 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor een nadere conclusie van de Politie Zeeland en heeft iedere verdere beslissing aangehouden. Het vonnis is uitgesproken op 16 maart 2011 door kantonrechter M.J.M. Klarenbeek.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector kanton
Locatie Terneuzen
zaak/rolnr.: 209380 / 10-1977
vonnis van de kantonrechter d.d. 16 maart 2011
in de zaak van
de rechtspersoon naar publiek recht
Politie Zeeland,
gevestigd [adres],
eisende partij,
verder te noemen: Politie Zeeland,
gemachtigde: Buys & Partners gerechtsdeurwaarders,
t e g e n :
[partij B],
wonende in de gemeente [X],
gedaagde partij,
verder te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. M. Harte.
het verloop van de procedure
De procedure is als volgt verlopen:
- dagvaarding van 27 augustus 2010,
- conclusies van antwoord, repliek en dupliek.
de beoordeling van de zaak
1. [Gedaagde] woont in de gemeente [X] in een woning die hij huurt van [woningbouwvereniging Z] (verder: [Z]). Op 20 juni 2009 is de Politie Zeeland deze woning binnengetreden, waarbij de voordeur is geforceerd. Omdat de voordeur was beveiligd met dievenklauwen is zowel de voordeur als het kozijn ernstig beschadigd. [Z] heeft bij factuur d.d. 19 november 2009 voor het herstel van deze schade € 2.077,42 in rekening gebracht aan Politie Zeeland.
2. Bij dagvaarding heeft Politie Zeeland van [gedaagde] de vergoeding van dit schadebedrag gevorderd, verhoogd met rente en incassokosten, totaal € 2.445,18 met verdere rente over de hoofdsom. Bij dagvaarding is zaakwaarneming gepresenteerd als de juridische grondslag van deze vordering.
3. [Gedaagde] heeft echter terecht tegengeworpen dat bij wijze van zaakwaarneming had kunnen worden volstaan met het eenvoudig afsluiten van het voorportaal van de woning, bijvoorbeeld met een houten plaat. Zaakwaarneming biedt geen basis voor een vergoeding van de kosten van volledig herstel.
4.1. Partijen hebben duidelijk geworsteld met de juridische grondslag van de vordering. Gelet op de wettelijke opdracht tot het ambtshalve aanvullen van rechtsgronden (art. 25 Rv.) zal de kantonrechter op basis van de feiten en de stellingen van partijen de volgende rechts-gronden presenteren. Politie Zeeland is wegens een rechtmatige overheidsdaad verplicht aan [Z] de schade van het binnentreden in de woning te vergoeden. Politie Zeeland heeft betoogd dat haar optreden rechtmatig was. [Gedaagde] meent mogelijk dat de Politie Zeeland onrechtmatig heeft gehandeld, maar ook dan is de Politie Zeeland jegens [Z] verplicht de schade te vergoeden. Voorts heeft Politie Zeeland zich beroepen op de verplich-ting van [gedaagde] ex art. 7:218 BW als huurder tot vergoeding van schade. [Gedaagde] is aansprakelijk voor schade aan de woning die is ontstaan door een hem toe te rekenen tekortschieten als huurder. Gedragingen van personen die zich met zijn goedvinden in de woning bevinden worden daarbij aan hem toegerekend (art. 7:219 BW). Op deze basis kan [gedaagde] eveneens rechtens verplicht zijn de schade aan [Z] te vergoeden.
4.2. Hiervan uitgaande zijn zowel Politie Zeeland als [gedaagde] verplicht dezelfde schade van het binnentreden in de woning aan [Z] te vergoeden, en wel ieder het gehele bedrag. Gelet op de wettelijke definitie van art. 6:6, lid 2, BW zijn Politie Zeeland en [gedaagde] dan (Bien étonné de se trouver ensemble.) de hoofdelijke schuldenaren van [Z]. Hiervan uitgaande kan de wettelijke grondslag voor de vordering worden gevonden in de bijdrage-plicht van hoofdelijke schuldenaren van art. 6:10 BW en de subrogatie van art. 6:12 BW. Ieder van de hoofdelijke schuldenaren dient bij te dragen in het deel van de schuld dat hem in hun onderlinge verhouding aangaat. Politie Zeeland is duidelijk van mening dat de schade geheel door [gedaagde] moet worden gedragen. Politie Zeeland is eerst een gesubrogeerde schuld-eiser voor het door [gedaagde] te dragen aandeel in de schade, wanneer zij de factuur van [Z] d.d. 19 november 2009 geheel aan [Z] heeft voldaan.
5. De kantonrechter zal aan Politie Zeeland de gelegenheid geven zich erover uit te laten of zij haar vordering inderdaad op deze rechtsgronden beoordeeld wenst te zien. Daarbij dient Politie Zeeland mee te delen of de factuur van [Z] door haar is voldaan. Desgewenst mag Politie Zeeland haar stellingen aanvullen. [Gedaagde] mag vervolgens reageren.
de beslissing
De kantonrechter:
verwijst deze zaak naar de rolzitting van woensdag 13 april 2011 te 10.30 uur voor een nadere conclusie van Politie Zeeland;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M. Klarenbeek, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 maart 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.