ECLI:NL:RBMID:2012:BX1361

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
12 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/700252-11
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • N. Nomes
  • A. van der Ploeg-Hogervorst
  • J. Lameijer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie wegens overlijden van de verdachte

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg, is de verdachte overleden op 12 juli 2012 te Vught. De rechtbank heeft op 12 juli 2012 uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 12/700252-11. De zitting vond plaats op 28 juni 2012, waar de verdachte, bijgestaan door zijn raadsleden mr. J. Wouters en mr. R. Wouters, aanwezig was. De officier van justitie, mr. Rammeloo, heeft zijn standpunt kenbaar gemaakt. Na het sluiten van het onderzoek op 28 juni 2012, werd het onderzoek op 12 juli 2012 heropend, waarbij opnieuw standpunten werden gepresenteerd door de officier van justitie en de verdediging.

De tenlastelegging omvatte ernstige misdrijven, waaronder moord en brandstichting, gepleegd in Middelburg en Haarlem. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de verdachte is overleden, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging. De officier van justitie heeft dit standpunt ondersteund, en de verdediging heeft zich hierbij aangesloten. De rechtbank heeft de verklaring van overlijden, opgemaakt door de lijkschouwer, in overweging genomen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank op basis van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht geoordeeld dat het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. Nomes, en is openbaar uitgesproken op 12 juli 2012.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector strafrecht
parketnummer: 12/700252-11
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 12 juli 2012
in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren op [1983] te [geboorteplaats] [(geboorteland]),
overleden op 12 juli 2012 te Vught.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 28 juni 2012. Verdachte, bijgestaan door zijn raadslieden mr. J. Wouters en mr. R. Wouters, advocaten te Middelburg, is op deze zitting verschenen en gehoord. De officier van justitie mr. Rammeloo en de verdediging hebben tijdens deze zitting hun standpunten kenbaar gemaakt. Het onderzoek is op 28 juni 2012 gesloten.
De rechtbank heeft het onderzoek op 12 juli 2012 heropend. De officier van justitie
mr. Rammeloo en de advocaat van verdachte mr. J. Wouters hebben hun nadere standpunten kenbaar gemaakt.
2 De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij
1.
hij op of omstreeks 19 juli 2011 te Middelburg opzettelijk en met voorbedachten
rade [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat
opzet en na kalm beraad en rustig overleg, die [slachtoffer 1]:
- meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans een puntig/scherp voorwerp,
in het lichaam gestoken, en/of
- meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans een puntig/scherp voorwerp,
in het lichaam gesneden,
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is overleden;
art 289 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 19 juli 2011 te Middelburg opzettelijk en met voorbedachten
rade [slachtoffer 2] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met
dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, die [slachtoffer 2]:
- meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans een puntig/scherp voorwerp,
in het lichaam gestoken, en/of
- meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans een puntig/scherp voorwerp,
in het lichaam gesneden, en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een (wandel)stok, althans een
dergelijk hard voorwerp, op en/of tegen het hoofd en/of (het) overig(e)
lichaam(sdelen) geslagen,
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 2] is overleden;
art 289 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 09/10 november 2010 te Middelburg met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (personen)auto heeft weggenomen een
deken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij
verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
en voor zover terzake het onder 3 telastgelegde een veroordeling niet mocht
kunnen volgen, terzake dat
hij op of omstreeks 09/10 november 2010 te Middelburg opzettelijk en
wederrechtelijk een (personen)auto, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
12-705598-11
hij op of omstreeks 28 juli 2010 te Haarlem opzettelijk brand heeft gesticht
in een woning gelegen aan de [adres], immers heeft verdachte
toen aldaar opzettelijk een brandende aansteker, in elk geval opzettelijk
(open) vuur in aanraking gebracht met benzine (welke was besprenkeld en/of
gegoten over de vloer en/of een bankstel en/of een tv-meubel en/of enig ander
goed in die woning), althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge
waarvan voornoemde goederen en/of voornoemd(e) woning/pand en/of één of meer
(andere) zich in het/de pand/woning bevindende goederen geheel of gedeeltelijk
is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan,terwijl daarvan gemeen gevaar
voor
voornoemd(e) pand/woning en/of één of meer zich in voornoemd(e) pand/woning
bevindend(e) goed(eren) en/of een ondergelegen (garage)ruimte en/of voor (een)
zich naastgelegen en/of nabijgelegen (bevindende) woning(en)/pand(en)
en/of
levensgevaar voor zich in naastegelegen woning(en)/pand(en) en/of in de
nabijheid van voornoemd(e) pand/woning bevindend(e) perso(o)n(en) te duchten
was,
in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor
zwaar lichamelijk letsel voor de bewoner(s) en/of omwonende(n) en/of
bezoeker(s) van voornoemd(e) pand(en)/woning(en), in elk geval levensgevaar
en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te
duchten was;
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
5.
12-705598-11
hij op of omstreeks 12 juli 2010 te Haarlem opzettelijk mishandelend een
persoon (te weten [naam]), (met kracht) met de (tot vuist gebalde) hand
in/tegen het gezicht, althans het lichaam, heeft geslagen en/of gestompt,
en/of (met kracht) bij de arm heeft (vast)gepakt en/of beetgenomen en/of
(vervolgens) (aan de arm) heeft (mee)getrokken en/of meermalen althans
eenmaal, (met kracht) heeft geduwd, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of
pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3 De voorvragen
3.1 De geldigheid van de dagvaarding
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen en is dus geldig.
3.2 De bevoegdheid
De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
3.3 De ontvankelijkheid van de officier van justitie
3.3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 12 juli 2012 naar voren gebracht dat verdachte is overleden met als gevolg dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging.
3.3.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich aangesloten bij de conclusie van de officier van justitie dat hij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging nu verdachte is overleden.
3.3.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft kennis genomen van de door de officier van justitie ter terechtzitting overgelegde verklaring van overlijden van verdachte d.d. 12 juli 2012 te Vught, opgemaakt door M.A. Westerouen van Meeteren, lijkschouwer van de gemeente ‘GGD Hart voor Brabant’.
Nu op grond van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte, zal de officier van justitie niet-ontvankelijk worden verklaard in de vervolging.
4 De beslissing
De rechtbank verklaart de officier van justitie niet ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. Nomes, voorzitter, mr. Van der Ploeg-Hogervorst en
mr. Lameijer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Philipsen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 juli 2012.