3.2. De dochters stellen daartoe als volgt.
3.2.1. De nettowaarde van LaVo B.V. is € 5.116.699,41. De waarde van de onder r.o. 2.2 genoemde onroerende zaken is (in totaal) € 1.939.570,-- en de waarde van de auto’s Peugeot 307, kenteken 66-NN-JL en Mercedes-Benz 300 SEL3.5, bouwjaar 1970, kenteken DM-32-05 is per auto € 20.000,--. Daarnaast is er nog een Porsche Carrera Targa, bouwjaar 1973, met kenteken TB-BD-99 met een waarde van eveneens € 20.000,--, die tot de nalatenschap behoort. De waarde van de inboedel van de verschillende panden stellen de dochters op
€ 60.000,--. Daarbij moeten worden opgeteld: de waarde van de bank-, giro- en spaartegoeden, in totaal ad € 6.278,--, de waarde van de beleggingen in aandelen ad
€ 363.498,--, de waarde van de diverse participaties ad € 342.500,--, de vordering inzake de nalatenschap van [D.] ad € 117.000,--, de vordering op Menzis ad € 772,-- en de uitkering uit de kapitaalverzekering Avéro ad € 66.559,--. Aan schenkingen (r.o. 2.3) moet worden meegenomen een bedrag van in totaal € 12.888,--. Het actief van de nalatenschap bedraagt aldus € 8.075.764,41.
Het passief van de nalatenschap bedraagt in totaal (r.o. 2.2) € 1.212.396,--, zodat de legitimaire massa € 6.863.368,41 bedraagt. De legitieme portie is dan per persoon
€ 1.715.842,10 groot (namelijk ¼). Rekening houdend met de gedane giften komt [eiseres sub 1] € 1.711.500,10 toe en [eiseres sub 2] € 1.707.296,10.
3.2.2. Voor de waarde van LaVo B.V. gaan de dochters uit van een waarde van de activa en passiva van € 6.000.000,--. De fiscale (balans) waarde was € 1.650.351,--, zodat in de onderneming een stille reserve aanwezig was van € 4.349.649,--. Rekening houdend met een redelijke vennootschapsbelastinglatentie (Vpb-latentie) over de stille reserve van 15 % en een aanmerkelijk belangclaim (AB-claim) van 6,25 %, is de nettowaarde € 5.116.699,41.
3.2.3. De dochters hebben de 8 onroerende zaken gelegen in Nederland laten taxeren door Sinke Komejan Makelaardij. Die heeft de onderhandse verkoopwaarde van de diverse zaken in oktober 2008 per 5 mei 2006 getaxeerd op in totaal € 1.713.870,--. Na het overlijden van erflater zijn veel onroerende zaken verkocht. De dochters stellen dat voor de waardering van de onroerende zaken zoveel mogelijk moet worden uitgegaan van de gerealiseerde verkoopprijs.
Voor een pand in aanbouw in Spanje had erflater een bedrag aanbetaald. Uit de aangifte inkomstenbelasting 2005 blijkt dat het pand € 150.000,-- waard was. Onder verwijzing naar de aangifte recht van successie stellen de dochters dat de gemeubileerde panden in Turkije een waarde vertegenwoordigden van ten minste € 169.370,--.
3.2.4. De dochters stellen dat de drie auto’s relatief nieuw en/of exclusief zijn en achten een waarde van € 20.000,-- per auto niet onredelijk.
3.2.5. Zij stellen de waarde van de inboedel, aanwezig in de verschillende onroerende zaken, op grond van de welstand waarin erflater leefde op € 50.000,--.
3.2.6. De dochters stellen dat [gedaagden] vanaf 5 november 2006 wettelijke rente zijn verschuldigd over hun legitimaire aanspraken. Geen wettelijke rente is verschuldigd over het deel dat door middel van de uitgekeerde voorschotten reeds is betaald. Over die bedragen is wettelijke rente verschuldigd tot het moment van betaling, waarbij geldt dat de betaling eerst in mindering strekt op de verschuldigde rente.
3.2.7. Ter onderbouwing van hun subsidiaire vordering stellen de dochters belang te hebben bij en recht te hebben op informatie, in de dagvaarding nader aangegeven.