ECLI:NL:RBMID:2012:BY1634
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in geschil tussen maten van een maatschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 16 mei 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee maten van een maatschap. De eiser, wonende te Groede, heeft de gedaagde, wonende te IJzendijke, aangeklaagd met een vordering tot betaling van € 100.000,00 en ontbinding van de maatschap. De eiser stelde dat de gedaagde zonder zijn toestemming een eenmanszaak had opgericht en dat hij hierdoor benadeeld was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatschapsovereenkomst, die in januari 1999 was aangegaan, een bepaling bevatte die voorschrijft dat geschillen door scheidsmannen moeten worden beslecht. De rechtbank oordeelde dat zij niet bevoegd was om kennis te nemen van de vorderingen van de eiser, behalve de vordering tot ontbinding van de maatschap, die onder een uitzondering viel. De rechtbank heeft de exceptie van onbevoegdheid van de gedaagde gegrond verklaard voor de vorderingen tot betaling en benoeming van een deskundige. De zaak is vervolgens naar de rol van 27 juni 2012 verwezen voor de conclusie van antwoord, waarbij alleen de vordering tot ontbinding van de maatschap aan de orde zal komen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.