ECLI:NL:RBMID:2012:BY3655

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
11 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
71156 / HA ZA 10-7
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor houtworm na verkoop van een pand

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Middelburg op 11 juli 2012, betreft het een geschil over de aansprakelijkheid voor houtwormaantasting na de verkoop en overdracht van een pand. Eiseres, Deurlines B.V., had een technische inspectie laten uitvoeren voordat het pand werd aangekocht. De rechtbank benoemde ir. J.G.M. Creemers als deskundige om de mate van houtwormaantasting in het pand te onderzoeken en te bepalen of deze aantasting zichtbaar had moeten zijn tijdens de inspectie in mei 2008, voorafgaand aan de koopovereenkomst.

Het deskundigenrapport concludeerde dat er houtworm aanwezig was in het pand, en dat deze aantasting zichtbaar had moeten zijn tijdens de technische inspectie. Deurlines B.V. voerde verweer en betwistte de conclusies van het deskundigenrapport. Zij stelde dat de omstandigheden waaronder het deskundigenonderzoek was uitgevoerd niet representatief waren voor de situatie tijdens de Quick Scan en dat de houtwormaantasting niet duidelijk zichtbaar was.

De rechtbank oordeelde dat de deskundige voldoende had aangetoond dat de aantasting door houtworm zichtbaar had moeten zijn en verwierp het verweer van Deurlines. De rechtbank concludeerde dat de vordering van Deurlines moest worden afgewezen, en dat zij als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moest worden veroordeeld. De totale kosten werden begroot op € 4.912,75. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van partijen bij de koop van onroerend goed en de noodzaak van zorgvuldige inspecties.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 71156 / HA ZA 10-7
Vonnis van 11 juli 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEURLINES B.V.,
gevestigd te Oisterwijk,
eiseres,
advocaat mr. K.M. Moeliker te Middelburg,
tegen
[gedaagde],
wonende te Burgh-Haamstede,
gedaagde,
advocaat mr. J.A.M. Dietvorst te Goes.
Partijen zullen hierna Deurlines en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 april 2011
- het deskundigenbericht
- de conclusie na deskundigenbericht
- de conclusie na deskundigenbericht.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1 Bij voormeld tussenvonnis heeft de rechtbank de heer ir. J.G.M. Creemers, werkzaam bij SHR Hout Research in Wageningen benoemd als deskundige. Aan hem is, kort gezegd, de vraag voorgelegd in welke mate sprake is van houtwormaantasting in het pand [adres] te Goes en of de aantasting van dien aard is dat deze bij de technische inspectie van mei 2008 van het pand in het kader van de koopovereenkomst had moeten of kunnen blijken.
2.2 De deskundige heeft op 31 januari 2012 een rapport uit gebracht. Uit het rapport blijkt dat de deskundige voorafgaand aan zijn onderzoek beschikte over de processtukken. De partijen zijn in de gelegenheid geweest om bij alle inspecties aanwezig te zijn, bij het rapport opmerkingen te maken en vragen te stellen. De rechtbank constateert dat het deskundigenrapport daarmee voldoet aan de daaraan op grond van de wet te stellen eisen.
2.3 Uit het deskundigenbericht blijkt het volgende. Verspreid in de woning is houtworm aanwezig. Vaak is dit oude houtworm en soms weinig actieve houtworm. Bij oude houtworm gaat het om aantasting die in het verleden heeft plaatsgevonden, zonder kenmerken dat er nog levende larven in het hout aanwezig zijn, zodat de situatie geen
bestrijdingswerkzaamheden behoeft. Bij weinig actieve aantasting zijn er kenmerken die erop wijzen dat er nog levende larven aanwezig zijn, maar bestrijding is, anders dan bij actieve of zeer actieve houtworm, niet nodig. De deskundige heeft geconstateerd dat er diverse plaatsen zijn waar de aantasting door houtworm zonder verdere ingrepen direct zichtbaar is. Bij de technische inspectie van het pand had de aantasting naar zijn oordeel moeten/kunnen blijken.
2.4 Deurlines voert verweer tegen de conclusies van het deskundigenrapport. Zij is van mening dat uit de bevindingen van de deskundige niet duidelijk blijkt dat de aantasting door houtworm had moeten worden opgemerkt bij de door Search uitgevoerde Quick Scan.
Samengevat betreft het verweer twee te onderscheiden aspecten.
Als eerste stelt Deurlines aan de orde dat de situatie waarin het deskundigenonderzoek is gedaan niet representatief is voor de situatie waarin de Quick Scan is gedaan. Door tijdsverloop en werkzaamheden is de situatie veranderd zodat niet kan worden vastgesteld dat tijdens de Quick Scan de aantasting door houtworm zichtbaar was. Ten tijde van de Quick Scan was er bovendien zeer zorgvuldig geveegd. Door de afwezigheid van zaagsel hoefde Deurlines niet bedacht te zijn op houtwormaantasting.
Ten tweede meent Deurlines dat uit het deskundigenrapport niet blijkt dat de houtworm duidelijk zichtbaar is geweest. De foto’s in het rapport betreffen moeilijk toegankelijke plaatsen, terwijl op de foto’s de aanwezigheid van houtworm zeker niet duidelijk zichtbaar is.
Derhalve is Deurlines van mening dat haar vorderingen toewijsbaar zijn.
2.5 [gedaagde] onderschrijft de conclusies van het deskundigenrapport. Hij stelt dat nu de deskundige heeft vastgesteld dat de houtwormaantasting had moeten blijken bij een technische inspectie zoals deze in de overeenkomst van 19 maart 2008 als voorwaarde is gesteld, de rechtbank niet toekomt aan de vraag of de houtwormaantasting als een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst dient te worden aangemerkt.
2.6 De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 8 december 2010 geoordeeld dat het in de rede ligt dat de gevolgen van de houtwormaantasting voor rekening van Deurlines moeten komen indien deze had moeten blijken bij een technische inspectie zoals in de verkoopovereenkomst van 19 maart 2008 als voorwaarde is gesteld. Uit het deskundigenrapport blijkt dat dit het geval is en hieruit volgt dat de vordering van Deurlines moet worden afgewezen, tenzij één van de door Deurlines opgeworpen verweren opgaat.
2.7 Met betrekking tot het verweer dat de omstandigheden waaronder de deskundige het pand heeft onderzocht niet representatief zijn voor de situatie waarin de Quick Scan is afgenomen, oordeelt de rechtbank als volgt. De deskundige heeft aangegeven dat de aantasting door de gewone houtworm zich langzaam ontwikkelt, waardoor er geen enkele reden is om aan te nemen dat er tijdens de inspectie door Search een wezenlijk ander beeld zou hebben bestaan. Bovendien heeft de deskundige gesteld dat hij bij de beoordeling die situaties heeft betrokken die niet beïnvloed zouden zijn door aanvegen of aftimmeren. Locaties waarvan niet met zekerheid was vast te stellen of de aantasting ook zichtbaar was tijdens de inspectie door Search zijn door de deskundige niet betrokken bij, of na een opmerking van Deurlines weggehaald uit de oordeelsvorming. Tevens is door de deskundige opgemerkt dat aantasting door houtworm niet alleen herkenbaar is door uitgeworpen boormeel (zaagsel), maar ook door zichtbare schade in de vorm van gaatjes en gangen in het hout. Met betrekking tot het gat in de vloer in ruimte 2 E heeft de deskundige gesteld dat het verschil in omvang van het gat op het tijdstip van inspectie door Search en op het moment van onderzoek door de deskundige slechts één stuk plank betreft, hetgeen te weinig is om de situatie als niet meer representatief aan te merken. De rechtbank is van oordeel dat de deskundige door de beantwoording van de vragen van Deurlines aannemelijk heeft gemaakt dat de plaatsen die door hem zijn beoordeeld voldoende representatief zijn en dat kon worden vastgesteld dat de aantasting door houtworm zichtbaar moet zijn geweest. Het verweer wordt verworpen.
2.8 De rechtbank verwerpt ook het verweer met betrekking tot de zichtbaarheid van de aantasting door houtworm. Op de foto’s is de aantasting door houtworm goed zichtbaar en de rechtbank acht het aannemelijk dat, zoals door de deskundige is verklaard, deze in werkelijkheid nog beter zichtbaar is. Uit de foto’s 11 en 32 blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet dat dit moeilijk toegankelijke plekken zijn, terwijl ook als dat wel het geval zou zijn geweest, juist van een technische inspectie verwacht mag worden dat ook moeilijk zichtbare plaatsen onderzocht zullen worden. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat partijen de koopovereenkomst hebben gesloten onder het voorbehoud van een technische inspectie. Deurlines heeft zelf gekozen voor een technische keuring door middel van een Quick Scan. Indien dit onderzoek te oppervlakkig is gedaan, komen de gevolgen van deze keuze dan ook voor risico van Deurlines.
2.9 Uit hetgeen hierboven is overwogen volgt dat de vordering van Deurlines zal worden afgewezen. Deurlines zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op:
- explootkosten € 75,75
- griffierecht € 2.155,00
- salaris advocaat € 2.682,00 (3 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 4.912,75
3. De beslissing
De rechtbank
- wijst de vorderingen af,
- veroordeelt Deurlines B.V. in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 4.912,75,
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.J. van Dijk en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2012.?