In deze zaak vordert de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) in kort geding een uitkering van € 37.245.600,00 van ING Bank N.V. op basis van abstracte bankgaranties die door ING zijn verstrekt in verband met de aankoop van Fyra-treinen van AnsaldoBreda. NMBS heeft in de periode van 2006 tot en met 2011 voorschotten aan AnsaldoBreda betaald, waarvoor ING garant heeft gestaan. NMBS heeft de bankgaranties ingeroepen na te hebben verklaard dat AnsaldoBreda tekortgeschoten is in haar verplichtingen uit de overeenkomst. ING heeft geweigerd uit te betalen, onder andere omdat er een procedure loopt bij de rechtbank in Milaan waarin AnsaldoBreda een verbod heeft gevraagd op de uitbetaling van de garanties.
De voorzieningenrechter overweegt dat de bankgaranties abstract zijn, wat betekent dat ING de voorwaarden strikt moet toepassen bij een verzoek om uitbetaling. ING heeft niet betwist dat NMBS aan de voorwaarden heeft voldaan en er zijn geen omstandigheden die uitbetaling onaanvaardbaar maken. De voorzieningenrechter wijst de vordering van NMBS toe en veroordeelt ING tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 4 juni 2013.
Daarnaast wordt ING veroordeeld in de proceskosten, en het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De voorzieningenrechter wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Gaertman, met mr. H.G. van Soolingen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 3 juli 2013.