ECLI:NL:RBMNE:2013:2632

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 juli 2013
Publicatiedatum
5 juli 2013
Zaaknummer
16-700287-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Drie jaar gevangenisstraf voor woninginbraken en heling van gestolen goederen

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 juli 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere woninginbraken en heling van gestolen goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verschillende inbraken in woningen in de periode van september 2012 tot en met maart 2013. De tenlastelegging omvatte onder andere inbraken in Rhenen, Elst, Veenendaal en Lunteren, waarbij de verdachte samen met anderen handelde. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd voor de meeste feiten, maar heeft de verdachte vrijgesproken van enkele feiten wegens onvoldoende bewijs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door middel van braak en opzetheling van goederen waarvan hij wist dat deze van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de recidive van de verdachte. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen beoordeeld, waarbij enkele vorderingen niet-ontvankelijk zijn verklaard en andere zijn toegewezen. De uitspraak benadrukt de ernst van woninginbraken en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/700287-13 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 4 juli 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1989],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres], [woonplaats],
gedetineerd in het Huis van Bewaring “Nieuwegein” te Nieuwegein.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 juni 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de advocaat, mr. D.C. Dorrestein, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1:
Primair: op 2 november 2012 te Rhenen samen met een ander een woninginbraak heeft gepleegd;
Subsidiair: in de periode van 2 november 2012 tot en met 8 maart 2013 zich schuldig heeft gemaakt aan heling;
Feit 2:
Primair: op 14 december 2012 te Elst samen met een ander een woninginbraak heeft gepleegd;
Subsidiair: in de periode van 14 december 2012 tot en met 8 maart 2013 zich schuldig heeft gemaakt aan heling;
Feit 3:
Primair: in de periode van 17 februari 2013 tot en met 24 februari 2013 te Veenendaal samen met een ander een woninginbraak heeft gepleegd;
Subsidiair: in de periode van 17 februari 2013 tot en met 8 maart 2013 zich schuldig heeft gemaakt aan heling;
Feit 4:
Primair: in de periode van 1 februari 2013 tot en met 2 februari 2013 te Rhenen samen met een ander een woninginbraak heeft gepleegd;
Subsidiair: in de periode van 1 februari 2013 tot en met 8 maart 2013 zich schuldig heeft gemaakt aan heling;
Feit 5: op 3 maart 2013 te Veenendaal samen met een ander een woninginbraak heeft gepleegd;
Feit 6: op 6 maart 2013 te Lunteren samen met anderen een diefstal met geweld heeft gepleegd;
Feit 7:
Primair: op 21 november 2012 te Rhenen samen met een ander een woninginbraak heeft gepleegd;
Subsidiair: in de periode van 21 november 2012 tot en met 8 maart 2013 zich schuldig heeft gemaakt aan heling;
Feit 8:
Primair: op 25 februari 2013 te Leersum samen met een ander een woninginbraak heeft gepleegd;
Subsidiair: in de periode van 25 februari 2013 tot en met 8 maart 2013 zich schuldig heeft gemaakt aan heling;
Feit 9:
Primair: op 23 januari 2013 te Dreumel samen met een ander een woninginbraak heeft gepleegd;
Subsidiair: in de periode van 23 januari 2013 tot en met 8 maart 2013 zich schuldig heeft gemaakt aan heling;
Feit 10:
Primair: in de periode van 29 oktober 2012 tot en met 30 oktober 2012 te Rhenen samen met een ander een woninginbraak heeft gepleegd;
Subsidiair: in de periode van 29 oktober 2012 tot en met 8 maart 2013 zich schuldig heeft gemaakt aan heling;
Feit 11:
Primair: op 23 januari 2013 te Dreumel samen met een ander een woninginbraak heeft gepleegd;
Subsidiair: in de periode van 23 januari 2013 tot en met 8 maart 2013 zich schuldig heeft gemaakt aan heling;
Feit 12: in de periode van 1 september 2012 tot en met 8 maart 2013 zich schuldig heeft gemaakt aan gewoonteheling.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van feit 2 primair, feit 3 primair, feit 4 primair en subsidiair, feit 9 primair, feit 10 primair en subsidiair en feit 11 primair. De overige aan verdachte ten laste gelegde feiten acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken ten aanzien van feit 1 primair, feit 2 primair en subsidiair, feit 3 primair, feit 4 primair en subsidiair, feit 5, feit 6, feit 7 primair, feit 8 primair, feit 9 primair, feit 10 primair en subsidiair en feit 11 primair. Daartoe heeft de verdediging aangevoerd dat de verklaringen van [getuige 1]onbetrouwbaar zijn en niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt. Daarnaast heeft de verdediging betoogd dat de verklaring van verdachte hoe hij aan deze goederen is gekomen, namelijk dat hij deze heeft gekocht van een man uit Lienden, aannemelijk is. Ten aanzien van feit 12 heeft de verdediging bepleit dat gewoonteheling niet kan worden bewezen, aangezien verdachte slechts twee keer een partij goederen heeft gekocht in een korte periode. Daarnaast heeft de verdediging verzocht verdachte wat betreft feit 12 partieel vrij te spreken van de periode 1 september 2012 tot en met 27 februari 2013. Met betrekking tot de bewezenverklaring van feit 1 subsidiair, feit 3 subsidiair, feit 7 subsidiair, feit 8 subsidiair, feit 9 subsidiair en feit 11 subsidiair heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Tevens heeft de verdediging zich wat betreft de bewezenverklaring van opzetheling van de in feit 12 genoemde goederen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Vrijspraak
Vrijspraak ten aanzien van feit 4 primair en subsidiair en feit 10 primair en subsidiair
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat in het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om bewezen te kunnen verklaren dat verdachte de inbraken die in feit 4 en feit 10 zijn ten laste gelegd, heeft gepleegd. Tevens is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan heling van de bij deze inbraken weggenomen goederen. De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van feit 4 primair en subsidiair en van feit 10 primair en subsidiair.
Vrijspraak ten aanzien van feit 2 primair, feit 3 primair, feit 9 primair en feit 11 primair
Ten aanzien van feit 2 primair, feit 3 primair, feit 9 primair en feit 11 primair is de rechtbank met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat in het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank overweegt daartoe dat de bij deze inbraken weggenomen goederen weliswaar tot verdachte te herleiden zijn, maar dat uit het dossier niet blijkt dat verdachte deze inbraken zou hebben gepleegd. Derhalve zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de onder 2 primair, 3 primair, 9 primair en 11 primair ten laste gelegde feiten.
Het bewijs
Het bewijs ten aanzien van feit 1 primair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair ten laste gelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
Aangever[aangever 1] (hierna te noemen: [aangever 1]) heeft verklaard dat hij op 2 november 2012, omstreeks 17.20 uur, zijn woning aan [adres] te [woonplaats] heeft afgesloten en in goede staat heeft achtergelaten. Diezelfde dag, omstreeks 20.55 uur, kwam [aangever 1] terug bij de woning. [aangever 1] zag dat de achterdeur vernield was en dat er diverse moeten op het kozijn zaten. Verder zag [aangever 1] dat het kozijn gebarsten was en het onderste hefboompje van de deur was afgebroken. [aangever 1] heeft verklaard dat uit zijn woning diverse goederen waren weggenomen, waaronder drie paspoorten, op naam van[aangever 1],[aangever 2] en [aangever 3], en een kussensloop. [2]
Op 15 november 2012 heeft [aangever 1] verklaard dat bij de diefstal uit zijn woning op 2 november 2012, de volgende goederen zijn weggenomen:
  • HDMI-kabels;
  • spelcomputer van het merk Playstation 3;
  • horloges, van het merk Vendoux, Swatch en Fossil;
  • sigaretten van het merk Marlboro en Kent;
  • spellen Playstation 3: Fifa 13, Call of Duty, Assassins Creed, Fifa 12, Battlefield 3 en Need for speed;
  • schoenen, merk Botticelli en Uggs;
  • zonnebrillen, merk Dolce&Gabbana en Vogue;
  • armband Otazu;
  • muziekspeler, merk Apple, Ipod Touch;
  • hypotheekakte;
  • laptoptas;
  • dekbedovertrek;
  • laptop, merk HP;
  • laptop, merk Dell, welke eigendom is van [aangever 1] werkgever [X].
Naar aanleiding van de doorzoeking in de woning aan de [adres] in [woonplaats] op 27 februari 2013 is een lijst van in beslag genomen goederen opgesteld. Hieruit blijkt dat in de betreffende woning drie paspoorten zijn aangetroffen op naam van [aangever 3], [aangever 2] en [aangever 1]. [4]
Op 13 februari 2013 hebben verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] getuige [getuige 1](hierna te noemen: [getuige 1] bezocht op haar woonadres. Desgevraagd hoorden zij [getuige 1]verklaren dat zij meer wist over de inbraken waarbij verdachte betrokken was. [getuige 1]verklaarde vervolgens dat verdachte had ingebroken bij de haar bekende [aangever 1]aan [adres] in [woonplaats]. Verdachte had daar samen ingebroken met een lange Marokkaan. [getuige 1]verklaarde dat zij tijdens de inbraak in de woning was van verdachte. Ze zag verdachte en de Marokkaan de woning binnenkomen met een tas vol goederen. [getuige 1]zag dat zij onder andere horloges, sigaretten en drie paspoorten bij zich hadden. Ze zag dat de paspoorten op naam stonden van[aangever 1], zijn vriendin en hun zoontje. [5]
Het bewijs ten aanzien van feit 2 subsidiair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
Door [aangever 4] (hierna te noemen: [aangever 4]) is aangifte gedaan van inbraak in haar woning aan de [adres] in[woonplaats] (Utrecht) op 14 december 2012. [6]
Op 23 december 2012 heeft[getuige 1], wonende te [woonplaats], verklaard dat verdachte nog een rugtas en een Albert Heijn-tas bij haar had staan. [getuige 1]heeft deze tassen meegegeven aan de politie. De goederen die [getuige 1]heeft overhandigd, zijn ten behoeve van het onderzoek naar de inbraken in beslag genomen. [7]
In de rugtas en de Albert Heijn-tas die door [getuige 1]zijn afgegeven aan de politie is een blikje aangetroffen met de afbeelding van Ot & Sien. [8]
Op 25 januari 2013 werd [aangever 4] gebeld door de politie met de vraag of er een blikje van Ot & Sien was weggenomen bij de inbraak van 14 december 2012. [aangever 4] verklaarde dat dit inderdaad zo was. Zij herkende het blikje en verklaarde dat zij zeker wist dat deze uit haar woning kwam. [9]
Op 15 februari 2013 heeft [getuige 1]verklaard dat de tas met spullen die ze in december 2012 had meegegeven aan de politie van verdachte was en dat hier geen spullen in zaten die van haar waren. [10]
Het bewijs ten aanzien van feit 3 subsidiair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
Op 24 februari 2013 heeft[aangever 5] (hierna te noemen: [aangever 5]) aangifte gedaan van diefstal uit zijn woning aan de [adres] in[woonplaats]. [aangever 5] heeft verklaard dat hij op 17 februari 2013 van huis is vertrokken. Toen hij op 24 februari 2013 terugkwam van vakantie zag hij dat een bovenlicht aan de zijkant van zijn woning was opengebroken. [11]
Op 7 maart 2013 is de woning aan de [adres]in[woonplaats] doorzocht. De hoofdbewoonster[benadeelde 1] (hierna te noemen:[benadeelde 1]) was in de woning aanwezig. In de woning werden de volgende goederen aangetroffen en in beslag genomen: [12]
  • een autosleutel in een zwart etui met het opschrift[naam] auto’s;
  • een afstandbediening, merk Bose;
  • afstands)bediening, merk Korg, t.b.v. gitaarinstellingen;
  • een Appel iPod, 8 GB;
  • vier zilverkleurige sleutels aan een karabijnhaak.
Op 8 maart 2013 heeft [aangever 5] verklaard dat hij een afstemmingskastje van het merk Korg, een Apple iPod 8 GB, een afstandbediening van het merk Bose, een sleutelbos en een autosleutel (met daaraan een tasje van[naam] auto’s) herkende als zijn eigendom. [14]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de goederen die bij zijn partner [benadeelde 1] (de rechtbank begrijpt:[benadeelde 1]), in de woning aan de [adres], zijn aangetroffen, van hem zijn. [15]
Het bewijs ten aanzien van feit 5
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 5 ten laste gelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
Door[aangever 6] (hierna te noemen:[aangever 6]) is, mede namens [A] Woonstichting en [aangever 7], aangifte gedaan van diefstal uit een woning aan de [adres] te[woonplaats] op 3 maart 2012 tussen 19.00 uur en 21.45 uur. [16] [aangever 6] heeft verklaard dat het raam aan de achterzijde van de woning was opengebroken. [17] Bij de inbraak zijn sieraden en een laptop weggenomen. [18]
[benadeelde 1] heeft tegenover de politie verklaard dat zij op verzoek van verdachte een voorverkenning heeft uitgevoerd op de woning gelegen aan de [adres] in[woonplaats]. Binnen de periode 1 maart 201318.29 uur tot 4 maart 201312.05 uur bleken 51 contacten tussen verdachte en[benadeelde 1] te zijn geregistreerd waarbij gesproken dan wel ge-sms’t werd in relatie tot de woninginbraak. [19]
Op 19 juni 2013 heeft[benadeelde 1], wonend aan de [adres], verklaard dat ze bij de woning van de buren aan de [adres] had gekeken in opdracht van verdachte.[benadeelde 1] verklaarde dat ze zich een telefoongesprek met verdachte herinnerde, dat heeft plaatsgevonden op 3 maart 2013 (aangeduid als: gesprek 477). Verder heeft[benadeelde 1] verklaard dat zij later van verdachte begreep dat hij had ingebroken bij de [adres]. [20]
Uit een tapgesprek van 3 maart 2013 te 19.10.24 uur (gesprek 477) blijkt dat verdachte die avond niet samen met [medeverdachte 1]was, maar met iemand anders. [21]
Het bewijs ten aanzien van feit 6
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 6 ten laste gelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
[aangever 8] (hierna te noemen: [aangever 8]) heeft verklaard dat hij op 6 maart 2013 omstreeks 11.00 uur op een bankje zat bij zijn woning aan de[adres] in[woonplaats]. [22] [aangever 8] zag dat een man achter zijn huis vandaan kwam. Vervolgens zag [aangever 8] dat er een persoon uit het raam van zijn woning kwam en dat er een ander persoon uit de balkondeur van de woning kwam. De laatste persoon had een kussensloop bij zich. [aangever 8] pakte een van de personen vast en zei hem dat hij het doosje dat hij vasthad, los moest laten. De man gaf [aangever 8] vervolgens een klap in het gezicht met zijn vuist. De man die [aangever 8] als eerste had gezien begon te schreeuwen: “pak je revolver, schiet hem dood, schiet hem dood”. Daarna kreeg [aangever 8] van de persoon die hij vasthad weer een klap tegen zijn kaak. De mannen zijn vervolgens in een auto gestapt en weggereden. [23]
Op 13 maart 2013 heeft [aangever 8] verklaard dat er bij de diefstal onder andere sieraden, contant geld en horloges zijn weggenomen. [24]
Door [getuige 2] (hierna te noemen: [getuige 2]) is verklaard dat hij op 6 maart 2013 omstreeks 11.10 uur met zijn auto op de Koudhoornweg in[woonplaats] reed. [getuige 2] zag een personenauto bij een woning staan en hij zag dat er een persoon op de achterbank van de auto zat. Vervolgens zag [getuige 2] dat er twee personen langs de woning renden en in de auto stapten, waarna de auto hard achteruit de weg opreed. Door [getuige 2] werd gezien dat de personenauto een lichtblauwe Citroën Saxo betrof, met het kenteken [kenteken]. [25]
Op 6 maart 2013 heeft [getuige 3] (hierna te noemen:[getuige 3]) verklaard dat hij op 6 maart 2013 omstreeks 12.40 uur, vanuit zijn woning aan de [adres] in [woonplaats], zag dat er een blauwe Citroën Saxo werd geparkeerd.[getuige 3] heeft verklaard dat het de auto betrof die op het moment van verhoor op een takelwagen werd geladen. De verbalisant heeft daarbij opgemerkt dat dat een personenauto met het kenteken [kenteken] betreft. Verder heeft[getuige 3] verklaard dat hij zag dat de auto werd bestuurd door verdachte. [26]
[benadeelde 1] heeft verklaard dat verdachte op 6 maart 2013 in haar woning was aan de [adres] in[woonplaats]. Verdachte vertelde haar dat hij die ochtend samen met [medeverdachte 1]en[medeverdachte 2]aan het inbreken was en dat hij door een man werd vastgepakt. Verder zei verdachte tegen[benadeelde 1] dat hij de man had geslagen en iets had geroepen om de man bang te maken en hem te laten denken dat ze iets bij zich hadden. [27]
Het bewijs ten aanzien van feit 7 primair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 7 primair ten laste gelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
Op 21 november 2012 is door[aangever 9] (hierna te noemen: [aangever 9]) aangifte gedaan van diefstal uit zijn woning aan de [adres] in [woonplaats]. [aangever 9] kwam op 21 november 2012 omstreeks 11.35 uur bij zijn woning en zag dat de achterdeur van zijn woning opengebroken was. Ter hoogte van het slot zag [aangever 9] braakschade, zowel in de deur als in het kozijn. [aangever 9] zag dat de kluis in de woning leeg was. [28] Uit de ‘Bijlage weggenomen goederen’ blijkt dat het volgende is weggenomen: een naaimachine, 3500 euro, een ring, beddengoed, ‘bakje weegschaal’ en fietssleutels. [29]
Op 16 april 2013 heeft [aangever 9], in aanvulling op zijn aangifte, verklaard dat het paspoort van zijn overleden echtgenote, genaamd[M], is weggenomen bij de inbraak op 21 november 2012. [30]
[getuige 1]heeft op 15 februari 2013 verklaard dat de inbraak aan de [adres] is gepleegd door verdachte en [medeverdachte 4]. Verder heeft [getuige 1]verklaard dat verdachte en [medeverdachte 4]die ochtend bij haar in de woning kwamen en dat zij geld en een hoeveelheid goederen op de bank zag liggen. Tussen de goederen zag [getuige 1]ook een paspoort of ID-kaart. [31]
Het bewijs ten aanzien van feit 8 primair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 8 primair ten laste gelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
Op 25 februari 2013 is door [aangever 10] (hierna te noemen: [aangever 10]), mede namens[Z] Techniek, aangifte gedaan van diefstal uit een woning, gelegen aan de [adres]te [woonplaats]. [aangever 10] heeft verklaard dat zij op 25 februari 2013 omstreeks 22.30 uur bij haar woning kwam en zag dat er ingebroken was. Zij zag dat er een raam was opengebroken. [32] Op de ‘Bijlage weggenomen goederen’ staan de volgende goederen vermeld: een Apple i-Pad3, een fotocamera (Canon), een videocamera (JVC), een notebook (met[Z]-logo), een creditcard en een armband. [33]
Op 27 februari 2013 werden bij een doorzoeking aan de [adres] in [woonplaats] goederen in beslag genomen, waaronder een laptop van het bedrijf[Z], een fotocamera, een videocamera en een i-Pad3. Deze goederen werden herkend door aangeefster [aangever 10]. [34]
Bij de inbraak aan de[adres] in [woonplaats] werden onder meer een fototoestel van het merk Canon, een videocamera van het merk JVC, een i-Pad3 van het merk Apple en een laptop van het merk Dell weggenomen. [35] Uit telecommunicatieonderzoek blijkt dat verdachte op 25 februari 2013 te 18.43 uur een sms stuurt naar[benadeelde 1] met onder andere de tekst: “Ben even met [medeverdachte 1]weg”. [36] Verder blijkt dat verdachte op 25 februari 2013 te 21.56 uur is gebeld door “[C]” die tegen verdachte zegt dat zij [medeverdachte 1]([medeverdachte 1]) al uren heeft geprobeerd te bereiken. Verdachte heeft hierop geantwoord: “Ja en ik had hem uitstaan omdat eh …. ik even wat moest doen”. [37] Uit onderzoek naar de gegevens van de telefoon die in gebruik is bij [medeverdachte 1] blijkt dat deze telefoon op 25 februari 2013 te 19.56 uur en te 21.10 uur een mast aanstraalt die zich in [woonplaats] bevindt. [38]
Het bewijs ten aanzien van feit 9 subsidiair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 9 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
Op 24 januari 2013 heeft[aangever 11] (hierna te noemen:[aangever 11]) aangifte gedaan van diefstal uit een woning, gelegen aan de [adres] in [woonplaats].[aangever 11] heeft verklaard dat de volgende goederen zijn weggenomen: een televisie, twee fotocamera's een laptop, twee horloges, munten en een autosleutel. [39]
Op 27 februari 2013 werden bij een doorzoeking aan de [adres] in [woonplaats] goederen in beslag genomen. Een aantal goederen werd aan[aangever 11] getoond. Hij herkende onder meer de volgende goederen: een polstasje, een sieradendoosje, een leeg doosje (voor een speld), een zwarte etui (opschrift [naam] Leasing) met 16 sleutels, een zakmes, twee horloges, goudkleurige manchetknopen en een goudkleurige hanger. [40]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de goederen, die tijdens de doorzoeking in de woning van zijn ouders, aan de [adres] in [woonplaats], zijn aangetroffen, van hem zijn. [41]
Het bewijs ten aanzien van feit 11 subsidiair
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 11 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
Door [aangever 12] is, mede namens[aangever 13], aangifte gedaan van diefstal uit een woning op 23 januari 2013. [42]
Op 27 februari 2013 werden bij een doorzoeking aan de [adres] in [woonplaats] goederen in beslag genomen. Een aantal goederen werd aan[aangever 13] getoond. Hij herkende de volgende goederen: een horloge, een herdenkingsmunt, een hanger en een horlogeband. [43]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de goederen, die tijdens de doorzoeking in de woning van zijn ouders, aan de [adres] in [woonplaats], zijn aangetroffen, van hem zijn. [44]
Het bewijs ten aanzien van feit 12
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 12 ten laste gelegde heeft begaan op grond van het navolgende.
Op 20 november 2012 heeft [aangever 14], mede namens [aangever 15], aangifte gedaan van diefstal door middel van braak in zijn woning gelegen aan de[adres] in [woonplaats]. [45] Bij deze diefstal werd onder meer een paspoort op naam van aangever [aangever 14] weggenomen. [46]
Naar aanleiding van de doorzoeking in de woning aan de [adres] in [woonplaats] op 27 februari 2013 is een lijst van in beslag genomen goederen opgesteld. Hieruit blijkt dat in de betreffende woning een paspoort op naam [aangever 14] is aangetroffen. [47]
Op 18 oktober 2012 heeft[aangever 16], wonende te [adres] te [woonplaats], aangifte gedaan van diefstal uit zijn woning op 18 oktober 2012. Bij deze diefstal werd onder andere een portemonnee met verschillende passen weggenomen. [48]
Op 3 april 2013 zijn de volgende goederen, die bij een doorzoeking in de woning aan de [adres] te [woonplaats] in beslag zijn genomen, door[aangever 16] herkend: drie passen (ABN-AMRO), een pas van[P] mannenmode, een laser distance meter, een portemonnee en een gemeentepas. [49]
Door [aangever 17] is, mede namens[aangever 18], aangifte gedaan van diefstal uit zijn woning aan[adres]te [woonplaats] op 22 november 2012. [50]
Aan[aangever 19] (echtgenote van[aangever 18]) zijn foto’s getoond van goederen die zijn aangetroffen bij een doorzoeking in de woning aan de [adres] te [woonplaats].[aangever 19] herkende de volgende goederen als goederen die uit haar woning waren weggenomen: een Sola garantiebewijs, een brillenkoker, een huwelijksboekje en twee vaccinatieboekjes. [51]
Op 14 december 2012 heeft[aangever 20], namens[aangever 21] (hierna te noemen:[aangever 21]), aangifte gedaan van diefstal uit een woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats]. [52]
Op 12 april 2013 is aan[aangever 21] een aantal goederen, afkomstig van de doorzoeking in de woning aan de [adres] in [woonplaats], laten zien.[aangever 21] herkende daarvan vijf passen als zijn eigendom. [53]
Op 16 mei 2013 heeft[aangever 21] een aanvullende verklaring afgelegd, waarin hij heeft verklaard dat hij ook een donkerbruine portemonnee en een zwart/beige portemonnee herkend als zijn eigendom. [54] Deze portemonnees zijn aangetroffen bij de doorzoeking in de woning aan de [adres] in [woonplaats]. [55]
Door [aangever 22] (hierna te noemen:[aangever 22]) is aangifte gedaan van diefstal uit haar woning, gelegen aan de [adres]in [woonplaats], op 28 januari 2013. [56]
Op 5 april 2013 is aan[aangever 22] een aantal goederen, afkomstig van de doorzoeking in de woning aan de [adres] in [woonplaats], getoond.[aangever 22] heeft daarbij onder andere de volgende goederen herkend als haar eigendom: een kistje, een houten kistje, twee oorbellen, een kralenketting en drie horloges. [57]
Door [aangever 23] (hierna te noemen:[aangever 23]) is aangifte gedaan van diefstal uit zijn woning, gelegen aan de [adres]in [woonplaats], op 26 februari 2013. [58]
Bij de doorzoeking in de woning aan de [adres] in [woonplaats] op 27 februari 2013 is een laptoptas aangetroffen met daarin papieren op naam van [aangever 23]. In de laptoptas werden ook twee portemonnees en een [naam] klantenpas aangetroffen. [59]
Op 2 april 2013 heeft[aangever 23] verklaard dat hij de laptoptas herkende als zijnde zijn laptoptas. De twee portemonnees in de laptoptas en de klantenpas van [naam] herkende[aangever 23] als eigendommen van zijn vrouw.[aangever 23] herkende tevens de aan hem getoonde SD-kaarten en cd’s, die in de laptoptas zaten, als goederen die waren weggenomen bij de woninginbraak. [60]
Door [aangever 24] (hierna te noemen:[aangever 24]) is, mede namens de [naam] Woningstichting, aangifte gedaan van diefstal uit een woning, gelegen aan de [adres], gepleegd op 12 oktober 2012. Bij de diefstal is een hoeveelheid goederen weggenomen. [61]
Op 4 april 2013 is aan[aangever 24] een aantal goederen getoond, welke waren aangetroffen tijdens een doorzoeking in een woning aan de [adres] in [woonplaats]. Door[aangever 24] is een hoeveelheid goederen herkend. [62]
Door [aangever 25] is aangifte gedaan van diefstal uit zijn woning, gelegen aan de[adres] in [woonplaats], op 18 september 2012. Bij de diefstal werd onder andere een paspoort weggenomen. [63]
Naar aanleiding van de doorzoeking in de woning aan de [adres] in [woonplaats] op 27 februari 2013 is een lijst van in beslag genomen goederen opgesteld. Hieruit blijkt dat in de betreffende woning een paspoort op naam van [aangever 25] is aangetroffen. [64] Dit paspoort is aan aangever [aangever 25] teruggegeven. [65]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de goederen, die tijdens de doorzoeking in de woning van zijn ouders, aan de [adres] in [woonplaats], zijn aangetroffen, van hem zijn. [66]
De moeder van verdachte, [moeder] (hierna te noemen: [moeder]), wonende aan de [adres] in [woonplaats], heeft verklaard dat verdachte steeds meer troep in haar woning heeft neergezet. [moeder] had gezegd dat verdachte die troep uit haar woning weg moest halen. [67] Verder heeft [moeder] verklaard dat verdachte denkt dat ze bij hem thuis wel komen zoeken en dat hij hoopt dat ze bij haar thuis niet komen. [68]
Bewijsoverwegingen
Bewijsoverweging betrouwbaarheid verklaringen[getuige 1]
Door de verdediging is aangevoerd dat de verklaringen van [getuige 1]niet betrouwbaar zijn, omdat zij onenigheid heeft met verdachte. Volgens de verdediging probeert [getuige 1]verdachte in een kwaad daglicht te stellen.
De rechtbank overweegt dat [getuige 1]verschillende keren gedetailleerd heeft verklaard over de inbraken die verdachte zou hebben gepleegd. Uit deze verklaringen blijkt dat de door [getuige 1]genoemde details, zoals data, tijdstippen en weggenomen goederen, erg goed overeenkomen met de details die in de aangiftes zijn opgenomen. Overigens heeft de rechtbank geen aanwijzingen dat de verklaringen van [getuige 1]onjuist of onbetrouwbaar zouden zijn. De rechtbank ziet dan ook geen reden waarom genoemde verklaringen niet voor het bewijs kunnen worden gebezigd.
Bewijsoverweging ten aanzien van opzetheling (feit 2 subsidiair, 3 subsidiair, 9 subsidiair en 11 subsidiair)
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de goederen die zijn aangetroffen bij de doorzoeking aan de [adres] in [woonplaats] heeft opgekocht bij een man uit [woonplaats].
De rechtbank acht de verklaring van verdachte niet aannemelijk. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte geen enkele aanvullende informatie heeft gegeven over de betreffende man van wie hij de goederen zou hebben gekocht. Daarmee onthoudt verdachte de rechtbank de mogelijkheid zijn verklaring te verifiëren. Ook overigens vindt de verklaring van verdachte geen steun in het dossier. Nu verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor het voorhanden hebben van de gestolen goederen en de moeder van verdachte, [moeder], heeft verklaard dat verdachte de goederen in haar woning zette, omdat ‘ze’ daar niet zouden zoeken, is de rechtbank van oordeel dat verdachte wist dat de goederen van misdrijf afkomstig waren. Derhalve acht de rechtbank feit 2 subsidiair, 3 subsidiair, 9 subsidiair en 11 subsidiair wettig en overtuigend bewezen.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 12
De verdediging heeft betoogd dat verdachte in een korte periode slechts twee keer een hoeveelheid goederen heeft opgekocht bij een man uit [woonplaats] en dat om die reden niet kan worden gesproken van gewoonteheling.
Zoals hiervoor is overwogen, acht de rechtbank de verklaring van verdachte, dat hij de goederen heeft opgekocht bij een man uit [woonplaats], niet geloofwaardig. Ook overigens zijn in het dossier geen aanwijzingen dat verdachte de goederen in een korte periode in zijn bezit heeft gekregen. Uit de verklaring van de moeder van verdachte, [moeder], blijkt het tegendeel. Zij heeft verklaard dat door verdachte steeds meer spullen in haar woning zijn neergezet. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte de goederen gedurende een langere periode voorhanden heeft gekregen. Aangezien verdachte alle goederen in de ten laste gelegde periode voorhanden heeft gekregen, zal de rechtbank verdachte niet, zoals door de verdediging is betoogd, partieel vrijspreken van een deel van deze periode.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
Primair
op 2 november 2012 te [woonplaats] ([adres]), tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning heeft weggenomen laptops en een hypotheekakte en een laptoptas en een playstation en 6 playstationspellen en een Ipod touch en een kussensloop en 3 paspoorten en kabels en horloges en sigaretten en schoenen en zonnebrillen en een dekbedovertrek en een armband, toebehorende aan[aangever 1] en[aangever 2] en [aangever 3] en aan een ander dan verdachte of zijn mededader, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
2.
Subsidiair
in de periode van 14 december 2012 tot en met 8 maart 2013 te [woonplaats] een blikje van het merk Ot en Sien voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
Subsidiair
in de periode van 17 februari 2013 tot en met 8 maart 2013 te [woonplaats], een afstemmingskastje (merk Korg) en een iPod 8GB mini en een afstandsbediening van het merk Bose en sleutels voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
5.
op 3 maart 2013 te[woonplaats] ([adres]), tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning heeft weggenomen sieraden en een laptop, toebehorende aan[aangever 6] en [A] Woonstichting, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
6.
op 6 maart 2013 te[woonplaats] [adres]), tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid goederen, waaronder sieraden en horloges en contant geld, toebehorende aan [aangever 8] en [aangever 26], welke diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [aangever 8], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan andere deelnemers van voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en zijn mededader die [aangever 8] meermalen (met een tot vuist gebalde hand) een klap in zijn gezicht hebben gegeven en hebben gezegd:"pak je revolver, schiet hem dood, schiet hem dood,";
7.
Primair
op 21 november 2012 te [woonplaats] ([adres]), tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning heeft weggenomen een paspoort en een naaimachine en een geldbedrag en een ring en beddengoed en een weegschaal en sleutels en een akte, toebehorende aan[aangever 9], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak, door met een (breek)voorwerp de achterdeur open te breken;
8.
Primair
op 25 februari 2013 te [woonplaats] [adres]), gemeente Utrechtse Heuvelrug, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning heeft weggenomen een videocamera (merk JVC) en een fotocamera (merk Canon) en een laptop (merk Dell) en een i-Pad (merk Apple) en een creditcard en een armband, toebehorende aan [aangever 10] en een ander dan verdachte of zijn mededader, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak, door met een breekvoorwerp het raam van het huis open te breken;
9.
Subsidiair
in de periode van 23 januari 2013 tot en met 8 maart 2013 te [woonplaats], horloges en munten en een autosleutel en sieraden en doosjes en een zakmes en een polstasje voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
11.
Subsidiair
in de periode van 23 januari 2013 tot en met 8 maart 2013 te [woonplaats], een horloge en een munt en een hanger en een horlogeband voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
12.
in de periode van 1 september 2012 tot en met 8 maart 2013 te [woonplaats], een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft verdachte op na te melden tijdstippen, na te melden goederen voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen telkens wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof:
  • een paspoort in de periode van 20 november 2012 tot en met 8 maart 2013 toebehorende aan [aangever 14] en
  • drie passen van ABN AMRO en een pas[P] mannenmode en een laser distance meter en een portemonnee en een gemeentepas in de periode van 18 oktober 2012 tot en met 8 maart 2013 toebehorende aan[aangever 16] en
  • een Sola garantiebewijs en een brillenkoker en een huwelijksboekje en inentingspaspoorten in de periode van 22 november 2012 tot en met 8 maart 2013 toebehorende aan [aangever 17] en[aangever 19] en
  • passen en een portemonnee in de periode van 14 december 2012 tot en met 8 maart 2013 toebehorende aan[aangever 21] en
  • kistjes en sieraden en horloges, in de periode van 28 januari 2013 tot en met 8 maart 2013 toebehorende aan [aangever 22] en
-een laptoptas en portemonnees en een klantenpas en kaarten en cd's in de periode van 26 februari 2013 tot en met 8 maart 2013 toebehorende aan [aangever 23] en
-een hoeveelheid goederen in de periode van 12 oktober 2012 tot en met 8 maart 2013
toebehorende aan [aangever 24] en
-een paspoort in de periode van 18 september 2012 tot en met 8 maart 2013 toebehorende aan [aangever 25].
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
Feit 1 primair, 5 primair, 7 primair en 8 primair:
telkens: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
Feit 2 subsidiair, 3 subsidiair, 9 subsidiair en 11 subsidiair:
telkens: opzetheling
Feit 6:
diefstal, gevolgd van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en aan andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken
Feit 12:
gewoonteheling
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren, met aftrek van voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf, gelet op het feit dat de inbraken niet kunnen worden bewezenverklaard en gezien de persoonlijke omstandigheden van verdachte, fors te matigen. De verdediging heeft opgemerkt dat een gevangenisstraf van meer dan twaalf maanden gelet op het voorgaande in elk geval niet gerechtvaardigd is.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich vijfmaal schuldig gemaakt aan woninginbraken, waarvan bij één woninginbraak het slachtoffer door verdachte is mishandeld en bedreigd. Daarnaast heeft verdachte zich viermaal schuldig gemaakt aan opzetheling en heeft hij van het plegen van opzetheling een gewoonte gemaakt.
Met name aan de diefstal met geweld tilt de rechtbank zwaar. De rechtbank vindt het van een grove brutaliteit getuigen dat verdachte en zijn mededaders niet alleen een woning zijn binnengedrongen om daaruit goederen weg te nemen, maar ook, op het moment dat zij werden betrapt, het slachtoffer hebben mishandeld en bedreigd. Deze ervaring heeft op het slachtoffer, zoals blijkt uit de toelichting op het schadeopgaveformulier, een enorme impact gehad. Volgens de partner van het slachtoffer is hij sinds het incident achterdochtig en depressief. Verdachte en zijn mededaders hebben door hun handelen een enorme inbreuk gemaakt op de privacy van het slachtoffer.
Ook bij de andere woninginbraken is door verdachte niet alleen de nodige materiële schade veroorzaakt, maar is ook een forse inbreuk gemaakt op de privacy van de bewoners. Het is voor hen vaak bijzonder onaangenaam om te leven met de wetenschap dat een vreemde in hun woning is geweest, goederen heeft weggenomen en hun persoonlijke bezittingen heeft doorzocht.
Voorts heeft verdachte een gewoonte gemaakt van het voorhanden hebben van goederen waarvan hij wist dat deze van diefstal afkomstig waren. Verdachte heeft op deze wijze bijgedragen aan de instandhouding van vermogenscriminaliteit, die immers enkel loont wanneer er afnemers zijn voor gestolen goederen. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zich op geen enkele wijze heeft vergewist van de herkomst van de goederen en voorbij is gegaan aan de gevolgen voor degenen bij wie deze zijn weggenomen.
De rechtbank acht het een zorgelijke ontwikkeling dat verdachte in een relatief korte periode zoveel strafbare feiten heeft gepleegd. De rechtbank neemt daarnaast in aanmerking dat verdachte weliswaar niet hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling, maar dat hij door een dergelijke proceshouding aan te nemen geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen handelen. Verdachte heeft weinig berouw getoond van zijn daden en heeft weinig tot geen intentie laten zien om verandering aan te brengen in zijn gedrag en houding.
Met betrekking tot de persoonlijke omstandigheden van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op de justitiële documentatie van verdachte d.d. 21 mei 2013, waaruit blijkt dat verdachte eerder veroordeeld is voor soortgelijke strafbare feiten.
Tevens heeft de rechtbank gelet op het rapport van de reclassering d.d. 12 juni 2103, waarin de reclassering aangeeft dat zij onvoldoende mogelijkheden ziet in het opleggen van een gedeeltelijk voorwaardelijke straf.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie geëiste straf passend en geboden is, zodat de rechtbank de officier van justitie zal volgen in haar vordering.

9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

9.1
De eis van de officier van justitie
Benadeelde partij[aangever 5]
De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij[aangever 5] niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien er onvoldoende verband bestaat tussen de door verdacht gepleegde heling en de door de benadeelde partij geleden schade.
Benadeelde partij [aangever 8]
De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij [aangever 8] niet-ontvankelijk te verklaren, omdat door de benadeelde partij geen concrete schade is opgevoerd.
Benadeelde partij[aangever 9]
Ten aanzien van de materiële schade, ten bedrage van € 1000,-, heeft de officier van justitie gevorderd de benadeelde partij[aangever 9] niet-ontvankelijk te verklaren, omdat deze schade niet is onderbouwd. De officier van justitie heeft gevorderd de immateriële schade, ten bedrage van € 250,-, geheel toe te wijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
Benadeelde partij[aangever 5]
De verdediging heeft bepleit dat de vordering van[aangever 5] dient te worden afgewezen, dan wel niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat verdachte van de betreffende inbraak bij benadeelde moet te worden vrijgesproken. Gelet hierop is de verdediging van mening dat er onvoldoende causaal verband bestaat tussen het delict en de door benadeelde geleden schade.
Benadeelde partij [aangever 8]
De verdediging heeft zich niet uitgelaten over de door benadeelde [aangever 8] ingediende vordering.
Benadeelde partij[aangever 9]
De verdediging heeft betoogd dat de vordering van de benadeelde partij[aangever 9] dient te worden afgewezen, dan wel dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Ten aanzien van de materiële schade heeft de verdediging opgemerkt dat deze niet onderbouwd is.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Benadeelde partij[aangever 5]
De benadeelde partij[aangever 5] heeft voor feit 3 een schadevergoeding gevorderd van € 767,14.
Nu niet is gebleken dat het onder 3 subsidiair bewezen geachte feit[aangever 5] rechtstreeks schade heeft toegebracht, is de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk.
Benadeelde partij [aangever 8]
De benadeelde partij [aangever 8] heeft voor feit 6 een schadeopgaveformulier ingediend, maar heeft op dit formulier geen schadebedrag vermeld.
De rechtbank is van oordeel dat, nu door de benadeelde partij [aangever 8] geen concreet schadebedrag is gevorderd, zij niet-ontvankelijk is in haar vordering.
Benadeelde partij[aangever 9]
De benadeelde partij[aangever 9] heeft ter terechtzitting voor feit 7 een schadevergoeding gevorderd van € 1250,- waarvan € 1000,- aan materiële schade en € 250,- aan immateriële schade.
De behandeling van de vordering van[aangever 9]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Ten aanzien van de immateriële schade van € 250,00 is de rechtbank van oordeel dat dit bedrag geheel kan worden toegewezen. De rechtbank zal daarbij tevens de schademaatregel opleggen.
Met betrekking tot de materiële schade overweegt de rechtbank dat dit bedrag door de benadeelde partij onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank zal de benadeelde partij ten aanzien hiervan niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. Voor dit deel kan de benadeelde partij haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 24c, 36f, 47, 57, 63, 310, 311, 312, 416 en 417 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen

11.Beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan de onder feit 2 primair, feit 3 primair, feit 4 primair en subsidiair, feit 9 primair, feit 10 primair en subsidiair en feit 11 primair ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Feit 1 primair, 5 primair, 7 primair en 8 primair:
telkens: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
Feit 2 subsidiair, 3 subsidiair, 9 subsidiair en 11 subsidiair:
telkens: opzetheling
Feit 6:
diefstal, gevolgd van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken
Feit 12:
gewoonteheling
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
  • veroordeelt verdachte tot
  • bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
-
vordering[aangever 5]
 verklaart de benadeelde partij[aangever 5] niet-ontvankelijk in haar vordering;
 bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
 bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
-
vordering [aangever 8]
 verklaart de benadeelde partij [aangever 8] niet-ontvankelijk in haar vordering;
 bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
 bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
-
vordering[aangever 9]
 veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij[aangever 9] van € 250,- ter zake van immateriële schade;
 verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk ten aanzien van de vordering van € 1.000,- ter zake van materiële schade;
 bepaalt dat de vordering ter zake van materiële schade kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
 legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer[aangever 9], € 250,- te betalen, bij niet betaling te vervangen door 5 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
 bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
 veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.P.H.M. Severeijns, voorzitter, mrs. A.M.M.E. Doekes-Beijnes en M.H.L. Schoenmakers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 juli 2013.
Mr. Schoenmakers is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
Primair
hij op of omstreeks 2 november 2012 te [woonplaats] ([adres]), althans
in het arrondissement Utrecht,tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een
woning heeft weggenomen (een) laptop(s) en/of een hypotheekakte en/of een
laptoptas en/of een playstation en/of 6 playstation spellen en/of een Ipod
touch en/of een kussensloop en/of (3) paspoorten en/of kabels en/of horloges
en/of sigaretten en/of schoenen en/of zonnebrillen en/of een muziekspeler
en/of een dekbedovertrek en/of een armband, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan[aangever 1] en/of[aangever 2] en/of [aangever 3]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en / of de / het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 2 november 2012 tot en met 8 maart 2013 te
Rhenen, in elk geval in Nederland, (een) laptop(s) en/of een hypotheekakte
en/of een laptoptas en/of een playstation en/of 6 playstation spellen en/of
een Ipod touch en/of een kussensloop en/of (3) paspoorten en/of kabels en/of
horloges en/of sigaretten en/of schoenen en/of zonnebrillen en/of een
muziekspeler en/of een dekbedovertrek en/of een armband heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist, althans
redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
2.
Primair
hij op of omstreeks 14 december 2012 te[woonplaats]([adres]), gemeente [woonplaats],
althans in het arrondissement Utrecht, tezamen en in vereniging met (een)
ander(en) althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in
/ uit een woning heeft weggenomen een computer, merk Packard Bell en/of een
laptop, merk Hp G61-410 en/of een 3 armbanden en/of een tas (merk Golla),
althans sieraden, en/of een blikje van het merk Ot en Sien, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking en/of inklimming;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 14 december 2012 t/m 8 maart 2013 te[woonplaats]
en/of [woonplaats], gemeente Rhenen, in elk geval in Nederland, een computer, merk
Packard Bell en/of een laptop, merk Hp G61-410 en/of 3 armbanden en/of een tas
(merk Golla), althans sieraden, en/of een blikje van het merk Ot en Sien heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten
tijde van het verwerven of het voorhanden wist, althans redelijkerwijs had
moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
Primair
hij in of omstreeks de periode van 17 februari 2013 t/m 24 februari 2013 te
Veenendaal([adres]), althans in het arrondissement Midden-Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, met het oogmerk
van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning heeft weggenomen twee
laptops en/of een afstemmingskastje (merk Korg) en/of een Ipod 8GB mini en/of
een afstandsbediening van het merk Bose en/of sleutels en/of een Ipad, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[aangever 5], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbrekening en/of inklimming;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 17 februari 2013 tot en met 8 maart 2013 te
[woonplaats], in elk geval in Nederland, twee laptops en/of een afstemmingskastje
(merk Korg) en/of een Ipod 8GB mini en/of een afstandsbediening van het merk
Bose en/of sleutels en/of een Ipad heeft verworven, voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het
voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist, althans redelijkerwijs had
moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
Primair
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 t/m 2 februari 2013 te
[woonplaats]([adres]), althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen
en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning heeft weggenomen gouden
oorbellen en/of gouden armbanden en/of een kinder armband en/of ringen,
althans sieraden en/of horloges en/of een ketting en/of een portemonnee en/of
een telefoon in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[D]
en/of[E], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en zijn mededader(s)zich
de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en / of de / het
weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 8 maart 2013 te
[woonplaats], in elk geval in Nederland, gouden oorbellen en/of gouden armbanden
een/of een kinder armband en/of ringen en/of horloges en/of een ketting,
althans sieraden, en/of een portemonnee en/of een telefoon heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist, althans
redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
5.
hij op of omstreeks 3 maart 2013 te[woonplaats]([adres]), althans in het
arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een
woning heeft weggenomen sieraden en/of een laptop, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan[aangever 6] en/of [A]
Woonstichting, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en / of de / het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking en/of inklimming;
6.
hij op of omstreeks 6 maart 2013 te[woonplaats] [adres]), gemeente
Ede, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen een (grote)hoeveelheid goederen, waaronder
sieraden en/of horloges en/of contant geld, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [aangever 8] en/of [aangever 26], althans
benadeelde, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of
gevolgd van geweld en / of bedreiging met geweld tegen [aangever 8],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk
te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en / of aan (een)
andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en / of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en zijn mededader(s)
die [aangever 8] meermalen (met een tot vuist gebalde hand) een klap in zijn
gezicht hebben gegeven en/of hebben gezegd:"pak je revolver, schiet hem dood,
schiet hem dood,";
7.
Primair
hij op of omstreeks 21 november 2012 te [woonplaats]([adres]), althans in het
arrondissement Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een
woning heeft weggenomen een paspoort en/of een naaimachine en/of een
geldbedrag(3500 euro) en/of een ring en/of beddegoed en/of een weegschaal
en/of sleutels en/of een akte, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan[aangever 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of
inklimming, door met een schroevendraaier, althans een (breek)voorwerp de
achterdeur/keukendeur open te breken;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 21 november 2012 t/m 8 maart 2013 te
[woonplaats], in elk geval in Nederland, een paspoort en/of een naaimachine en/of
een geldbedrag(3500 euro) en/of een ring en/of beddegoed en/of een weegschaal
en/of sleutels en/of een akte heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of
heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van voornoemde goederen wist dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
8.
Primair
hij op of omstreeks 25 februari 2013 te [woonplaats] [adres]), gemeente
Utrechtse Heuvelrug,, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning heeft weggenomen een
videocamera (merk JVC) en/of een fotocamera (merk Canon) en/of een laptop
(merk Dell) en/of een Ipad (merk Apple) en/of een creditcard en/of een armband
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 10], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking en/of inklimming, door met een (breek)voorwerp het raam van het
huis open te wrikken en/of in te slaan en/of open te breken;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 25 februari 2013 t/m 8 maart 2013 te
[woonplaats], in elk geval in Nederland, een videocamera (merk JVC) en/of een
fotocamera (merk Canon) en/of een laptop (merk Dell) en/of een Ipad (merk
Apple) en/of een creditcard en/of een armband heeft verworven, voorhanden
heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
9.
Primair
hij op of omstreeks 23 januari 2013 te [woonplaats] ([adres]), gemeente
West Maas en Waal, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning heeft weggenomen een
televisie en/of fotocamera's en/of een laptop en/of horloges en/of munten
en/of een autosleutel en/of sieraden en/of doosjes en/of een zakmes en/of een
tasje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 11]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of
zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te
nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel
van braak en/of verbreking en/of inklimming, door met een (breek)voorwerp een
raam en/of deur van die woning open te breken en/of in te slaan;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 23 januari 2013 t/m 8 maart 2013 te [woonplaats],
in elk geval in Nederland, een televisie en/of fotocamera's en/of een laptop
en/of horloges en/of munten en/of een autosleutel en/of sieraden en/of doosjes
en/of een zakmes en/of een (pols)tasje heeft verworven, voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het
voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist, dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof;
10.
Primair
hij in of omstreeks de periode van 29 oktober 2012 t/m 30 oktober 2012 te
[woonplaats]([adres]) althans in het arrondissement Utrecht, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning heeft weggenomen een
(computer)tas en/of een Notebook(merk Packard Bell) en/of een oplader (merk
Packard Bell) en/of randapparatuur en/of medailles en/of 4 kogelpunten(uit
diensttijd) en/of een dongel en/of een telefoon ( merk HTC) en/of een
honkbalknuppel(tje), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan[benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en /
of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het
weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door
middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, door het klapraam aan de
achterzijde met een (breek)voorwerp open te breken;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 29 oktober 2012 t/m 8 maart 2013 te [woonplaats],
in elk geval in Nederland, een (computer)tas en/of een Notebook(merk Packard
Bell) en/of een oplader (merk Packard Bell) en/of randapparatuur en/of
medailles en/of 4 kogelpunten(uit diensttijd) en/of een dongel en/of een
telefoon ( merk HTC) en/of een honkbalknuppel(tje) heeft verworven, voorhanden
heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
11.
Primair
hij op of omstreeks 23 januari 2013 te [woonplaats]([adres]), gemeente West
Maas en Waal,, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning heeft weggenomen sieraden
en/of een horloge en/of een munt en/of een hanger en/of een horlogebandje, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[aangever 13], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot
de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen
goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking en/of inklimming;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 23 januari 2013 t/m 8 maart 2013 te [woonplaats],
in elk geval in Nederland, sieraden en/of een horloge en/of een munt en/of een
hanger en/of een horlogebandje heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of
heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van voornoemde goederen wist dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
12.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2012 t/m 8 maart 2013 te
[woonplaats], althans in het arrondissement Utrecht en/of Midden-Nederland, in elke
geval in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling,
immers heeft verdachte op na te melden tijdstippen, na te melden goederen
voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die
goederen (telkens) wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof:
- een paspoort in de periode van 20 november 2012 t/m 8 maart 2013
toebehorende aan [aangever 14] en/of
- drie passen van ABN AMRO en/of een pas[P] mannenmode en/of een laser
distance meter en/of een portemonnee en/of een gemeentepas in de periode van
18 oktober 2012 t/m 8 maart 2013 toebehorende aan[aangever 16] en/of
- een Sola garantiebewijs en/of een brillenkoker en/of een huwelijksboekje
en/of inentingspaspoorten en/of een parelketting en/of een ketting, althans
sieraden in de periode van 22 november 2012 t/m 8 maart 2013 toebehorende aan
[aangever 17] en/of[aangever 19] en/of
- passen en/of sieraden en/of een portemonnee in de periode van 14 december
2012 t/m 8 maart 2013 toebehorende aan[aangever 21] en/of
- kistjes en/of sieraden en/of horloges, in de periode van 28 januari 2013 t/m
8 maart 2013 toebehorende aan [aangever 22] en/of
-een laptoptas en/of portemonnees en/of een klantenpas en/of kaarten en/of
cd's in de periode van 26 februari 2013 t/m 8 maart 2013 toebehorende aan[aangever 23]
en/of
-een hoeveelheid goederen in de periode van 12 oktober 2012 t/m 8 maart 2013
toebehorende aan [aangever 24] en/of
-een paspoort in de periode van 18 september 2012 t/m 8 maart 2013
toebehorende aan [aangever 25].

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier (proces-verbaal nummer PL0950 2013024443 en A en B, pagina 1 tot en met 938) bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door[aangever 1], mede namens[aangever 2] en [aangever 3], pagina 44 en de Bijlage weggenomen goederen, pagina 47.
3.Proces-verbaal verhoor aangever, pagina 52 en 53.
4.Lijst van aangetroffen/in beslag genomen goederen perceel [adres] te [woonplaats] tijdens doorzoeking, pagina 359.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 104.
6.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangever 4], pagina 57.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 100.
8.Het proces-verbaal van relaas, pagina 6.
9.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, pagina 64.
10.Het proces-verbaal van verhoor van getuige[getuige 1] pagina 113.
11.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door[aangever 5], pagina 87.
12.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 123.
13.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 124.
14.Het proces-verbaal van verhoor aangever, pagina 94 en 95.
15.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 20 juni 2013
16.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door[aangever 6], pagina 175.
17.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door[aangever 6], pagina 176.
18.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door[aangever 6], pagina 177.
19.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 197.
20.Het proces-verbaal van verhoor verdachte[benadeelde 1], proces-verbaalnummer PL0950 2013049182-8, blad 2 en 3. (Dit proces-verbaal maakt geen deel uit van het in voetnoot 1 vermelde dossier.)
21.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 197.
22.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangever 8], mede namens [aangever 26], pagina 144.
23.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangever 8], mede namens [aangever 26], pagina 145.
24.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [aangever 8], pagina 148, 149 en 150.
25.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2], pagina 151.
26.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3], pagina 172.
27.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte[benadeelde 1], pagina 256.
28.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door[aangever 9], pagina 401.
29.Bijlage weggenomen goederen, opgenomen achter het proces-verbaal van aangifte van[aangever 9], pagina 407.
30.Proces-verbaal van verhoor van aangever[aangever 9], pagina 418.
31.Het proces-verbaal van verhoor van getuige[getuige 1] pagina 113.
32.Proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangever 10], mede namens[Z] Techniek, pagina 479.
33.Bijlage weggenomen goederen, opgenomen achter het proces-verbaal van aangifte van [aangever 10], pagina 482 en 483.
34.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 499.
35.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 503.
36.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 506.
37.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 507 en 523.
38.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 506.
39.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door[aangever 11], pagina 656 en 657.
40.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 664.
41.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 20 juni 2013
42.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangever 12], mede namens[aangever 13], pagina 669.
43.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 674.
44.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 20 juni 2013
45.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangever 14], mede namens [aangever 15], pagina 425.
46.Bijlage weggenomen goederen, opgenomen achter het proces-verbaal van aangifte van[aangever 14], pagina 453.
47.Lijst van aangetroffen/in beslag genomen goederen perceel [adres] te [woonplaats] tijdens doorzoeking, pagina 359.
48.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door[aangever 16], pagina 468.
49.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 474.
50.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangever 17], mede namens[aangever 18], pagina 531.
51.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 558.
52.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door[aangever 20], namens[aangever 21], pagina 570.
53.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 575, en het daarbij gevoegde bewijs van ontvangst, pagina 576.
54.Het proces-verbaal van verhoor van aangever[aangever 21], pagina 577.
55.Lijst van aangetroffen/in beslag genomen goederen perceel [adres] te [woonplaats] tijdens doorzoeking, pagina 364.
56.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangever 22], pagina 581.
57.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 600 en 601.
58.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangever 23], mede namens de [naam] Woningstichting, pagina 606.
59.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 623.
60.Het proces-verbaal van verhoor van aangever [aangever 23], pagina 621 en 622.
61.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangever 24], mede namens de [naam] Woningstichting, pagina 625 en 626.
62.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 641 en 642.
63.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangever 25], pagina 646 en 647.
64.Lijst van aangetroffen/in beslag genomen goederen perceel [adres] te [woonplaats] tijdens doorzoeking, pagina 359.
65.Het bewijs van ontvangst, pagina 655.
66.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 20 juni 2013
67.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [moeder], pagina 393.
68.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [moeder], pagina 394.