Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift
- het verweerschrift;
- de pleitnota van Spanstaal;
- de mondelinge behandeling op 17 april 2013, waarvan aantekening is gehouden.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 8 mei 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de werknemer [verweerder] met de werkgever Spanstaal B.V. De werknemer was sinds 1978 in dienst en vervulde de functie van productieleider. Door een reorganisatie, die werd ingegeven door een teruglopende vraag en aanzienlijke verliezen, heeft Spanstaal besloten om de functie van productieleider te laten vervallen. De werkgever heeft een ontslagvergunning aangevraagd, maar deze is niet gebruikt omdat de werknemer lid is van de ondernemingsraad. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de reorganisatie en de financiële situatie van Spanstaal in overweging genomen. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever voldoende heeft aangetoond dat de financiële situatie een reductie van de personeelskosten rechtvaardigt en dat er voor de werknemer geen passend werk meer beschikbaar is.
De werknemer heeft verweer gevoerd en stelde dat de toepassing van het Sociaal Plan in zijn geval zou leiden tot een evident onbillijke uitkomst. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de situatie van de werknemer niet zodanig is dat hiervan afgeweken moet worden. De kantonrechter heeft de ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen, met inachtneming van de maatregelen en voorzieningen uit het Sociaal Plan. De ontbinding gaat in op 8 november 2013, met een opzegtermijn van 26 weken. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen.