ECLI:NL:RBMNE:2013:2816

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 april 2013
Publicatiedatum
18 juli 2013
Zaaknummer
16-656202-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van gevangenisstraf naar werkstraf in verband met bijzondere voorwaarden en persoonlijke omstandigheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 3 april 2013 uitspraak gedaan in een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De verdachte, die eerder op 11 december 2012 was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, heeft zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan deze straf waren verbonden. De officier van justitie heeft daarom de rechtbank verzocht om de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Tijdens de zitting is de verdediging, vertegenwoordigd door mr. F. Tukker, ingegaan op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die op 19-jarige leeftijd te maken heeft gehad met meerdere ingrijpende gebeurtenissen, waaronder het overlijden van naasten en een ernstig verkeersongeval. De verdediging pleitte voor begrip en vroeg om de voorwaarden op te heffen of de gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf.

De rechtbank heeft de situatie van de verdachte in overweging genomen, evenals het advies van de reclassering, die had geconstateerd dat de verdachte zich niet aan de meldplicht had gehouden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte onvoldoende gemotiveerd was om zich aan de voorwaarden te houden en dat hij liever zijn straf uitzit. Desondanks heeft de rechtbank besloten om de gevangenisstraf om te zetten in een werkstraf van 60 uren, rekening houdend met de jonge leeftijd van de verdachte en de moeilijke omstandigheden waarin hij zich bevond. De rechtbank heeft daarbij bepaald dat als de verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis van 30 dagen kan worden opgelegd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van rechters en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/656202-12
Beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging ex artikel 14g van het wetboek van strafrecht.
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres], [postcode][woonplaats],
heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging gevorderd van een aan veroordeelde opgelegde straf. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.

1.De procedure

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
  • het vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Utrecht d.d. 11 december 2012;
  • de vordering van de officier van justitie d.d. 1 maart 2013;
  • het advies van Reclassering Nederland, regio Utrecht-Arnhem, van 7 februari 2013.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de door veroordeelde gemachtigde raadsvrouwe mr. F. Tukker, advocaat te Nieuwegein, gehoord, alsmede mw. E.M.A. Hol van de reclassering.
De raadsvrouwe heeft ter terechtzitting nog een tweetal expertiserapporten van Human Capital overgelegd van 17 oktober 2012 en 31 januari 2013.

2.De beoordeling

Aan veroordeelde is bij voormeld vonnis een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 1 maand, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het wetboek van strafrecht, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarden:
* dat de verdachte zich binnen vijf werkdagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis voor 17.00 uur zal melden bij Reclassering Nederland op het adres Vivaldiplantsoen 200 (3533 JE) te Utrecht. Hierna moet verdachte zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit nodig acht;
* dat de verdachte zich verplicht laat behandelen bij Kade17 of een soortgelijke instelling, indien de reclassering dat noodzakelijk acht;
* dat de verdachte zich zal houden aan alle aanwijzingen die hem gegeven worden in het kader van de behandeling bij Kade17 of een soortgelijke instelling door of namens de instelling of de behandelaar;
* dat de verdachte verplicht zal meewerken aan toeleiding naar een zinvolle dagbesteding, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Voormeld vonnis is onherroepelijk geworden op 28 december 2012.
Blijkens voornoemd advies van de Reclassering Nederland, regio Utrecht-Arnhem heeft veroordeelde zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden. De volgende overtredingen zijn geconstateerd:
Betrokkene is op 14, 21 en 25 januari 2013 niet verschenen op de 1e meldplicht. Betrokkene heeft zich op 12 december 2012 gemeld in de bureaudienst. Op dat moment woonde hij bij zijn oma (adres onbekend), waar hij tot 31 december 2012 kon wonen. Betrokkene is vervolgens drie maal uitgenodigd op het adres van zijn oom en tante, waar hij stond ingeschreven. De derde brief is persoonlijk afgegeven aan de tante van betrokkene, die aangaf dat zij de brief zou overhandigen aan betrokkene en hem zou motiveren op de afspraak te verschijnen. Wederom is betrokkene zonder bericht niet op de afspraak verschenen. Daarnaast heeft de reclassering betrokkene niet kunnen bereiken op de twee telefoonnummers die bekend waren van betrokkene.
De reclassering is van mening dat betrokkene onvoldoende heeft meegewerkt aan de beslissing van 11 december 2012 en vraagt de officier van justitie een partiële of volledige tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk strafdeel in overweging te nemen. Mocht betrokkene voldoende gemotiveerd zijn om zich te houden aan de bijzondere voorwaarden, dan kan het toezicht opnieuw gestart worden.
De raadsvrouwe heeft ter terechtzitting meegedeeld dat de expertiserapporten die zij heeft overgelegd zijn opgemaakt naar aanleiding van een ernstig verkeersongeval dat veroordeelde in 2011 heeft gehad, waarbij hij ernstig letsel heeft opgelopen. Daarnaast is in 2011 ook de vader van veroordeelde overleden, vervolgens zijn oma en een tante waar hij heel close mee was en vorig jaar ook nog zijn moeder. Er is veel gebeurd in het leven van deze jongen die pas 19 jaar is. Er wordt nu gekeken hoe zijn leven weer op de rit gezet moet worden. In dat kader zijn veel instanties bij veroordeelde betrokken.
De reden dat veroordeelde zich niet gemeld heeft bij de reclassering is, aldus de raadsvrouwe, omdat hij zich op dit moment al met zoveel dingen bezig moet houden. Bovendien heeft hij slechte ervaringen met de reclassering. Hij heeft moeite met het toezicht van de reclassering. Er is zoveel gebeurd, dat hij een beetje de weg kwijt is en er niet veel aan kan doen dat het nu zo loopt. De raadsvrouwe vraagt de rechtbank om begrip voor deze situatie en verzoekt de voorwaarden op te heffen, nu er al zoveel organisaties zijn die zich met veroordeelde bezighouden.
Mocht de rechtbank een andere mening zijn toegedaan, dan verzoekt zij om de gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf. Veroordeelde heeft ook aangegeven die taakstraf te willen doen, inclusief het daarbij horende contact met de reclassering.
Mevrouw Hol van de reclassering heeft aangegeven dat zij blijft bij het gegeven advies.
De officier van justitie handhaaft zijn vordering tot tenuitvoerlegging van de straf.
De rechtbank overweegt dat de informatie uit de expertiserapporten betrekking heeft op de situatie voorafgaand aan het strafproces. Deze informatie zal - mits deze ook toen door veroordeelde naar voren is gebracht - derhalve door de rechtbank zijn betrokken bij de bepaling van de op te leggen straf aan veroordeelde. Kennelijk is veroordeelde nooit gemotiveerd geweest zich te onderwerpen aan het toezicht. Ook nu blijkt dat veroordeelde nog steeds niet gemotiveerd is en (desnoods) liever zijn straf uitzit. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie dient te worden toegewezen.
De rechtbank ziet daarbij wel aanleiding om de gevangenisstraf om te zetten in een werkstraf. De rechtbank houdt hierbij rekening met het feit dat veroordeelde nog heel jong is en er zich veel nare gebeurtenissen in zijn leven hebben afgespeeld in korte tijd. Veroordeelde heeft contact met meerdere organisaties om zijn leven weer op de rit te krijgen. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het feit dat er uit de justitiële documentatie van veroordeelde is gebleken dat er nog niet eerder een toezicht - behalve bij een vonnis van de Kinderrechter van 28 oktober 2010 - is opgelegd. De rechtbank acht het in de huidige situatie niet wenselijk dat veroordeelde in detentie terechtkomt, en zal veroordeelde daarom de kans geven in plaats van detentie een werkstraf uit te voeren.

3.De beslissing

- De rechtbank gelast dat de voorwaardelijke gevangenisstraf die bij vonnis d.d. 11 december 2012 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 16/656202-12 ten uitvoer zal worden gelegd.
- bepaalt dat deze ten uitvoer te leggen gevangenisstraf zal worden vervangen door
een werkstraf van 60 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
30 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de uitvoering van de werkstraf naar rato van twee uur per dag.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.E.M. Kranenbroek, voorzitter, mr. C.S.K. Fung Fen Chung en mr. V. van Dam, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.E. Braam-van Toll en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 3 april 2013.