In deze zaak vorderde eiser, handelend onder de naam [bedrijf 1], schadevergoeding van gedaagde, [gedaagde] Communicatie B.V., wegens ongeoorloofde openbaarmaking van een foto zonder toestemming van de auteursrechthebbende, mevrouw [X]. De foto werd op 6 januari 2011 zonder toestemming op de website van gedaagde geplaatst, wat leidde tot een schending van de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van [X]. Eiser stelde dat hij schade had geleden door gederfde licentie-inkomsten en immateriële schade, en vorderde een schadevergoeding van € 750,00, met een onderbouwing van de geleden schade op basis van gangbare tarieven voor het gebruik van de foto.
Gedaagde voerde verweer en betwistte de hoogte van de gevorderde schadevergoeding, stellende dat er geen sprake was van commerciële exploitatie van de foto. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde aansprakelijk was voor de schade, aangezien de foto zonder toestemming was gepubliceerd. De kantonrechter stelde vast dat de schadevergoeding moest worden gebaseerd op de gebruikelijke licentievergoeding, die in dit geval € 513,00 bedroeg, met een opslag van 25% voor de vermindering van exploitatiemogelijkheden. De kantonrechter wees de vordering van eiser toe en veroordeelde gedaagde tot betaling van de schadevergoeding en de proceskosten, die in totaal € 1.695,37 bedroegen. Het vonnis werd uitgesproken op 22 juli 2013.