ECLI:NL:RBMNE:2013:3141

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juli 2013
Publicatiedatum
2 augustus 2013
Zaaknummer
13-998
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • C.A.M. van Straalen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift tegen inbeslagname van auto en geldbedrag

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 juli 2013 uitspraak gedaan in een klaagschrift dat op 23 april 2013 was ingediend door klager, geboren in Turkije en wonende in Nederland. Het klaagschrift was gericht tegen de inbeslagname van een Audi A4 en een geldbedrag van € 485,-, die op 11 april 2013 in beslag waren genomen. Klager had geen afstand gedaan van de in beslag genomen goederen en verzocht om teruggave.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de inhoud van het klaagschrift, een proces-verbaal en het advies van de officier van justitie. De behandeling vond plaats in een openbare raadkamer op 25 juni 2013, waar zowel de officier van justitie als klager en zijn raadsvrouw, mr. S. Kaya, aanwezig waren. De officier van justitie verzet zich tegen de teruggave, stellende dat het voortduren van het beslag noodzakelijk is voor de waarheidsvinding in de strafzaak, waarbij ook een verdenking van witwassen is ontstaan.

De rechtbank overweegt dat het belang van de strafvordering zich verzet tegen de teruggave van de in beslag genomen goederen. De rechtbank concludeert dat het beslag voort moet duren om de waarheid in de strafzaak aan de dag te brengen. Het klaagschrift van klager wordt ongegrond verklaard, en de rechtbank beslist dat de inbeslagname van de Audi A4 en het geldbedrag van € 485,- in stand blijft. Deze beslissing is genomen door mr. C.A.M. van Straalen, rechter, in aanwezigheid van griffier mr. J. van Elk.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: -
Rekestnummer: 13/998
Beschikking van de enkelvoudige raadkamer, op het op 23 april 2013 ter griffie van deze rechtbank ingekomen klaagschrift van

[klager], (hierna te noemen: klager),

geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedatum],
wonende te[woonplaats],
domicilie kiezende ten kantore van zijn raadsman, mr. B. van Nimwegen, advocaat te Utrecht.
Het klaagschrift is gericht tegen (het voortduren van) de inbeslagneming en (daarmee kennelijk tevens) tegen het uitblijven van een last tot teruggave van het inbeslaggenomene aan klager.
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van een afschrift van een proces-verbaal met nummer PL0910 2013079460, van voornoemd klaagschrift en van het advies zoals de officier van justitie dat ter zitting van de raadkamer heeft gegeven en welke geldt als vervanging van het schriftelijk advies van de officier van justitie d.d. 11 juni 2013.
Het klaagschrift is behandeld in openbare raadkamer op 25 juni 2013.
Gehoord zijn de officier van justitie, klager en de raadsvrouw van klager, mr. S. Kaya, advocaat te Nijmegen, die verklaart de zaak van mr. B. van Nimwegen te hebben overgenomen.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van het onderhavige beklag uit van de navolgende feiten en omstandigheden:
1.
onder klager is op 11 april 2013 in beslag genomen:
  • Een auto, merk Audi A4, kenteken[kenteken];
  • Een geldbedrag van € 485,-;
2.
klager heeft geen afstand gedaan van hetgeen in beslag is genomen.
Overwegingen
Maatstaf bij de beoordeling van het onderhavige klaagschrift is of het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van hetgeen bij klager in beslag is genomen. Nu beslag is gelegd op de voet van artikel 94 Sv is daarbij in dit geval van belang of het voortduren van het beslag nodig is voor het aan de dag brengen van de waarheid in een strafzaak.
De raadsvrouw van klager heeft in raadkamer ter aanvulling op het klaagschrift aangevoerd dat abusievelijk in het klaagschrift van 23 april 2013 is gesteld dat er twee geldbedragen in beslag genomen zouden zijn en dat het slechts gaat om het bedrag van € 485,-.
De officier van justitie heeft zich verzet tegen teruggave en daartoe aangevoerd dat het strafvorderlijk belang zich verzet tegen teruggave, nu het voortduren van het beslag nodig is voor het aan de dag brengen van de waarheid in de strafzaak. De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat ook een verdenking van witwassen is ontstaan en dat voorts onderzocht dient te worden of sprake is van wederrechtelijk verkregen voordeel. Om deze reden dient nader onderzoek te worden verricht in het kader van de waarheidsvinding en dient het beslag voort te duren. Het tijdsverloop sinds de inbeslagname is niet dusdanig dat dat tot een ander oordeel noopt.
Hetgeen van de zijde van het openbaar ministerie is aangevoerd rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank de conclusie dat het belang van strafvordering zich in dit geval verzet tegen de teruggave van de auto, merk Audi A4 en het geldbedrag van € 485,- aan klager. De rechtbank overweegt dat het beslag voort dient te duren voor het aan de dag brengen van de waarheid in de strafzaak. Het klaagschrift zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Beslissing
De rechtbank:

verklaart het beklag ongegrond.

Deze beslissing is gewezen door mr. C.A.M. van Straalen, rechter, als lid van de enkelvoudige raadkamer, in tegenwoordigheid van mr. J. van Elk, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van de enkelvoudige raadkamer in deze rechtbank van 9 juli 2013.