Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Rekestnummer: 13/1006
Rechtbank Midden-Nederland
Op 9 juli 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingslocatie Utrecht, uitspraak gedaan in een klaagschrift betreffende inbeslaggenomen goederen. Het klaagschrift was ingediend door klager, die op 16 maart 2013 een zwarte Yamaha quat in beslag had genomen. Klager verzocht om teruggave van de quat, maar de officier van justitie verzet zich hiertegen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de inhoud van het klaagschrift, een proces-verbaal en een schriftelijk advies van de officier van justitie. Tijdens de openbare behandeling op 25 juni 2013 zijn zowel klager als de officier van justitie gehoord.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. De maatstaf voor de beoordeling van het klaagschrift is of het belang van de strafvordering zich verzet tegen de teruggave van de in beslag genomen quat. De rechtbank oordeelt dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later zal besluiten de quat te verbeurd te verklaren of aan het verkeer te onttrekken. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat het framenummer van de quat niet van fabriekswege is aangebracht en dat er meerdere overtredingen met het voertuig zijn begaan.
De rechtbank concludeert dat het belang van de strafvordering zich verzet tegen de teruggave van de Yamaha quat aan klager. Klager had aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van de overtredingen die zijn vriend met de quat had begaan, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet voldoende is om de teruggave te rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het klaagschrift ongegrond, wat betekent dat de inbeslagname van de quat voortduurt.