ECLI:NL:RBMNE:2013:3148

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juli 2013
Publicatiedatum
2 augustus 2013
Zaaknummer
13-1021 en 13-1022
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.A.M. van Straalen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding na beëindiging strafzaak zonder straf of maatregel

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 juli 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschrift ex artikel 89 en artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Het verzoekschrift, ingediend door verzoeker, betreft een schadevergoeding voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van een ondergane verzekering en de kosten van zijn raadsman. Verzoeker was op 28 december 2012 in verzekering gesteld en is op 29 december 2012 weer heengezonden. Op 31 januari 2013 ontving hij een kennisgeving van niet verdere vervolging. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker in totaal één dag in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

De rechtbank overweegt dat verzoeker recht heeft op een schadevergoeding van € 105,- voor de ondergane verzekering, aangezien de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Daarnaast heeft de rechtbank besloten dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van € 280,- voor de kosten van zijn raadsman voor het indienen van het verzoekschrift. De totale vergoeding die aan verzoeker wordt toegekend, bedraagt derhalve € 385,-.

De beslissing is genomen door mr. C.A.M. van Straalen, rechter, in aanwezigheid van mr. J. van Elk, griffier. De rechtbank heeft de griffier opgedragen om de toegekende bedragen aan verzoeker uit te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: -
Rekestnummer: 13/1021 en 13/1022
Beschikking van de enkelvoudige raadkamer in strafzaken, op het op 25 april 2013 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift, op grond van het bepaalde in de artikelen 89 (rekestnummer 13/1021) en 591a (rekestnummer 13/1022) van het Wetboek van Strafvordering (Sv), van

[verzoeker], (hierna te noemen: verzoeker).

wonende te [woonplaats],
domicilie kiezende ten kantore van diens raadsman, mr. M. ‘t Sas, advocaat te Wijk bij Duurstede.
Het verzoekschrift is in openbare raadkamer behandeld op 25 juni 2013.
Voorafgaand aan de zitting is door de griffier aan de raadsman medegedeeld dat het verzoek op voorhand geheel zal worden toegewezen, waardoor de raadsman en verzoeker niet meer hoeven te verschijnen ter zitting van de raadkamer.
Het verzoekschrift ex artikel 89 Sv strekt er toe dat de rechtbank een vergoeding toekent voor de schade die verzoeker tengevolge van ondergane verzekering stelt te hebben geleden tot een bedrag van € 105,-.
Het verzoekschrift ex artikel 591a Sv strekt er toe dat de rechtbank een vergoeding toekent voor de kosten van de raadsman voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift.
De rechtbank heeft kennis genomen van voornoemd verzoekschrift en de mededeling van de officier van justitie dat verzoeker in totaal 1 dag in voorlopige hechtenis heeft gezeten voor de strafzaak waarin verzoeker als verdachte was aangemerkt.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van de onderhavige verzoeken uit van de navolgende feiten en omstandigheden:
1.
verzoeker is op 28 december 2012 in verzekering gesteld, en is op 29 december 2012 heengezonden;
2.
in totaal gaat het om 1 (hele) dag, doorgebracht in een politiebureau;
3.
op 31 januari 2013 is aan verzoeker een kennisgeving van niet verdere vervolging verstuurd, inhoudende dat hij niet verder vervolgd zal worden.
Overwegingen
Nu de strafzaak van verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, kan hij aanspraak maken op een vergoeding zoals hierna is vermeld.

Ter zake het verzoekschrift ex artikel 89 Sv

Verzoeker kan aanspraak maken op een vergoeding van de schade die is geleden ten gevolge van ondergane verzekering, klinische observatie of voorlopige hechtenis. Schadevergoeding wordt toegekend indien en voorzover daartoe, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
De rechtbank is van oordeel dat verzoeker alles in aanmerking genomen een vergoeding toekomt van € 105,-. De rechtbank gaat daarbij uit van de dagen doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis als hierboven opgenomen en van de bedragen die over het algemeen worden toegekend als vergoeding daarvoor, te weten 1 dag à € 105,-.

Ter zake het verzoekschrift ex artikel 591a Sv

De rechtbank is van oordeel dat aan kosten van de raadsman voor het indienen van het verzoekschrift een vergoeding op zijn plaats is zoals die gewoonlijk wordt toegewezen, te weten € 280,00 (inclusief BTW).
In totaal is derhalve naar het oordeel van de rechtbank, alle omstandigheden in aanmerking nemend, een vergoeding toewijsbaar tot een bedrag van € 385,-.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt:
Op de voet van artikel 89 Sv:
kentverzoeker ten laste van de Staat een vergoeding
toeten bedrage van € 105,- (zegge: honderdvijf euro)
Op de voet van artikel 591a Sv:
kent toeaan verzoeker uit 's Rijks kas een vergoeding ten bedrage van € 280,- (zegge: tweehonderdtachtig euro);
beveeltde griffier van deze rechtbank voormelde bedragen aan verzoeker uit te betalen op rekeningnummer [rekeningnummer], t.n.v. [stichting], o.v.v. [verzoeker][nummer 1] en [nummer 2].
Deze beslissing is gewezen door mr. C.A.M. van Straalen, rechter, als lid van de enkelvoudige raadkamer, in tegenwoordigheid van mr. J. van Elk, griffier en uitgesproken in openbare raadkamer van deze rechtbank van 9 juli 2013.