ECLI:NL:RBMNE:2013:3150

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juli 2013
Publicatiedatum
2 augustus 2013
Zaaknummer
13-971 en 13-972
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.A.M. van Straalen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding na beëindiging strafzaak zonder straf of maatregel

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 juli 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 19 april 2013 was ingediend. Het verzoekschrift was ingediend door verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. K.R. Koopman, en betrof twee verzoeken op basis van de artikelen 89 en 591a van het Wetboek van Strafvordering. Het verzoek ex artikel 89 Sv was gericht op het verkrijgen van een schadevergoeding van € 105,- voor de schade die verzoeker had geleden als gevolg van ondergane verzekering. Het verzoek ex artikel 591a Sv was gericht op vergoeding van de kosten van de raadsvrouw voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift, ter hoogte van € 280,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker op 19 augustus 2012 in verzekering was gesteld en op 20 augustus 2012 was heengezonden. Op 19 maart 2013 heeft het Openbaar Ministerie verzoeker niet langer als verdachte aangemerkt. De rechtbank overwoog dat verzoeker recht had op een schadevergoeding, aangezien de strafzaak was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. De rechtbank kende verzoeker een schadevergoeding toe van € 105,- voor de ondergane verzekering en een vergoeding van € 280,- voor de kosten van de raadsvrouw. In totaal werd een vergoeding van € 385,- toegewezen. De beslissing werd uitgesproken in openbare raadkamer, waarbij de griffier mr. J. van Elk aanwezig was.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: -
Rekestnummer: 13/971 en 13/972
Beschikking van de enkelvoudige raadkamer in strafzaken, op het op 19 april 2013 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift, op grond van het bepaalde in de artikelen 89 (rekestnummer 13/971) en 591a (rekestnummer 13/972) van het Wetboek van Strafvordering (Sv), van

[verzoekster], (hierna te noemen: verzoeker),

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te[woonplaats],
domicilie kiezende ten kantore van diens raadsvrouw, mr. K.R. Koopman, advocaat te Utrecht.
Het verzoekschrift is in openbare raadkamer behandeld op 25 juni 2013.
Voorafgaand aan de zitting is door de griffier aan de raadsvrouw medegedeeld dat het verzoek op voorhand geheel zal worden toegewezen, waardoor de raadsvrouw en verzoeker niet meer hoeven te verschijnen ter zitting van de raadkamer.
Het verzoekschrift ex artikel 89 Sv strekt er toe dat de rechtbank een vergoeding toekent voor de schade die verzoeker tengevolge van ondergane verzekering stelt te hebben geleden tot een bedrag van € 105,-.
Het verzoekschrift ex artikel 591a Sv strekt er toe dat de rechtbank een vergoeding toekent voor de kosten van de raadsvrouw voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift.
De rechtbank heeft kennis genomen van een afschrift van het proces-verbaal in de strafzaak tegen verzoeker als verdachte (met proces-verbaalnummer PL0981 2012183577) en van voornoemd verzoekschrift.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van de onderhavige verzoeken uit van de navolgende feiten en omstandigheden:
1.
verzoeker is op 19 augustus 2012 in verzekering gesteld, en is op 20 augustus 2012 heengezonden;
2.
in totaal gaat het om 1 (hele) dag, doorgebracht in een politiebureau;
3.
op 19 maart 2013 is aan verzoeker een kennisgeving gestuurd waarin het Openbaar Ministerie aangeeft verzoeker niet langer als verdachte aan te merken in de strafzaak.
Overwegingen
Nu de strafzaak van verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, kan hij aanspraak maken op een vergoeding zoals hierna is vermeld.

Ter zake het verzoekschrift ex artikel 89 Sv

Verzoeker kan aanspraak maken op een vergoeding van de schade die is geleden ten gevolge van ondergane verzekering, klinische observatie of voorlopige hechtenis. Schadevergoeding wordt toegekend indien en voorzover daartoe, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
De rechtbank is van oordeel dat verzoeker alles in aanmerking genomen een vergoeding toekomt van € 105,-. De rechtbank gaat daarbij uit van de dagen doorgebracht in verzekering als hierboven opgenomen en van de bedragen die over het algemeen worden toegekend als vergoeding daarvoor, te weten 1 dag à € 105,-.

Ter zake het verzoekschrift ex artikel 591a Sv

De rechtbank is van oordeel dat aan kosten van de raadsvrouw voor het indienen van het verzoekschrift een vergoeding op zijn plaats is zoals die gewoonlijk wordt toegewezen, te weten € 280,00 (inclusief BTW).
In totaal is derhalve naar het oordeel van de rechtbank, alle omstandigheden in aanmerking nemend, een vergoeding toewijsbaar tot een bedrag van € 385,-.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt:
Op de voet van artikel 89 Sv:
kentverzoeker ten laste van de Staat een vergoeding
toeten bedrage van € 105,- (zegge: honderdvijf euro);
Op de voet van artikel 591a Sv:
kent toeaan verzoeker uit 's Rijks kas een vergoeding ten bedrage van € 280,- (zegge: tweehonderdtachtig euro);
beveeltde griffier van deze rechtbank voormelde bedragen aan verzoeker uit te betalen op rekeningnummer [rekeningnummer], t.n.v. [Stichting], o.v.v. dossier [verzoekster], F/OM.
Deze beslissing is gewezen door mr. C.A.M. van Straalen, rechter, als lid van de enkelvoudige raadkamer, in tegenwoordigheid van mr. J. van Elk, griffier en uitgesproken in openbare raadkamer van deze rechtbank van 9 juli 2013.