In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is de verdachte op 3 februari 2013 te Utrecht beschuldigd van diefstal in vereniging. De rechtbank heeft op 21 maart 2013 uitspraak gedaan na een zitting op 7 maart 2013. De verdachte, geboren in Letland en thans gedetineerd in PI Nieuwegein, werd beschuldigd van het samen met een ander stelen van een telefoon bij de Mediamarkt. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van 8 weken, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak of een straf gelijk aan de tijd in voorarrest. De rechtbank oordeelde dat de diefstal wettig en overtuigend bewezen was, gebaseerd op camerabeelden en getuigenverklaringen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich de telefoon reeds in de winkel wederrechtelijk had toegeëigend, aangezien deze in een voor diefstal geprepareerde tas was aangetroffen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 10 weken op, hoger dan de eis van de officier van justitie, vanwege de ernst van de feiten en de recidivekans van de verdachte. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.