In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is de verdachte op 12 maart 2013 veroordeeld voor het beledigen van een ambtenaar, te weten een agent van de Politie Utrecht. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 28 oktober 2012, waarbij de verdachte tijdens de rechtmatige uitoefening van de agent zijn beledigende woorden 'politie, lik mijn ballen' heeft toegevoegd. De rechtbank heeft het vonnis uitgesproken na een terechtzitting op 26 februari 2013, waar de officier van justitie de vordering heeft gedaan en de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. L. de Leon, zijn verdediging heeft gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en de aangifte van de agent. De rechtbank oordeelde dat het bewezen geachte feit strafbaar is als eenvoudige belediging, gepleegd tegen een ambtenaar in functie. De verdachte is als strafbaar verklaard, en de rechtbank heeft rekening gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden en eerdere veroordelingen voor geweldsdelicten.
De officier van justitie had een werkstraf van 20 uur geëist, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat een werkstraf van 10 uur passend is. Daarnaast is er een vervangende jeugddetentie van 5 dagen opgelegd voor het geval de verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht. De rechtbank heeft de beslissing gebaseerd op de artikelen 63, 77a, 77g, 77m, 77n, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.