ECLI:NL:RBMNE:2013:3345

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 maart 2013
Publicatiedatum
14 augustus 2013
Zaaknummer
16-650800-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belediging van een ambtenaar tijdens de uitoefening van zijn functie

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is de verdachte op 12 maart 2013 veroordeeld voor het beledigen van een ambtenaar, te weten een agent van de Politie Utrecht. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 28 oktober 2012, waarbij de verdachte tijdens de rechtmatige uitoefening van de agent zijn beledigende woorden 'politie, lik mijn ballen' heeft toegevoegd. De rechtbank heeft het vonnis uitgesproken na een terechtzitting op 26 februari 2013, waar de officier van justitie de vordering heeft gedaan en de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. L. de Leon, zijn verdediging heeft gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.

De rechtbank heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en de aangifte van de agent. De rechtbank oordeelde dat het bewezen geachte feit strafbaar is als eenvoudige belediging, gepleegd tegen een ambtenaar in functie. De verdachte is als strafbaar verklaard, en de rechtbank heeft rekening gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden en eerdere veroordelingen voor geweldsdelicten.

De officier van justitie had een werkstraf van 20 uur geëist, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat een werkstraf van 10 uur passend is. Daarnaast is er een vervangende jeugddetentie van 5 dagen opgelegd voor het geval de verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht. De rechtbank heeft de beslissing gebaseerd op de artikelen 63, 77a, 77g, 77m, 77n, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/650800-12 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 12 maart 2013.
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres] ([postcode]) in [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 februari 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen verdachte en de advocaat, mr. L. de Leon, naar voren hebben gebracht.
De voorzitter deelt mede dat deze zaak gelijktijdig maar niet gevoegd wordt behandeld met de zaak van verdachte onder parketnummer 16/653293-12.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 28 oktober 2012 in Utrecht een agent heeft beledigd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de aangifte en de bekennende verklaring van verdachte.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Ten aanzien van het tenlastegelegde baseert de rechtbank zich op:
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie [2] en ter terechtzitting;
- de aangifte van [aangever]. [3]

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op 28 oktober 2012 te Utrecht, opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [aangever] (hoofdagent van Politie Utrecht), gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, belast met de incidentenafhandeling in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden ‘politie, lik mijn ballen’.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
eenvoudige belediging, terwijl die belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een werkstraf van 20 uur, met bevel, voor het geval dat verdachte de werkstraf niet naar behoren (heeft) verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast van 10 dagen.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat dit feit normaliter zou zijn afgedaan met een transactie, ook gezien de documentatie van verdachte. Om verdachte nu een werkstraf van 20 uur op te leggen gaat wel erg ver.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en heeft met name gelet op
  • een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 16 januari 2013, waaruit blijkt dat verdachte eerder voor geweldsdelicten is veroordeeld.
  • het vonnis van heden, waarbij verdachte is veroordeeld tot 26 dagen jeugddetentie en een leerstraf van 35 uur.
De rechtbank is van oordeel dat een werkstraf van 10 uur passend en geïndiceerd is. Indien verdachte deze werkstraf niet of niet naar behoren verricht, zal vervangende jeugddetentie van 5 dagen worden toegepast.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 63, 77a, 77g, 77m, 77n, 266, 267 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

10.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
Het bewezen verklaarde levert op:
Eenvoudige belediging, terwijl die belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een
werkstraf van 10 uur;
- beveelt dat indien de verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
5 dagen
Dit vonnis is gewezen door
mr. L.M.G. de Weerd, voorzitter,
mrs. M.J. Veldhuijzen en Y.M. Vanwersch, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Capitano, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 maart 2013.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
hij op of omstreeks 28 oktober 2012 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [aangever] (hoofdagent van politie Utrecht), gedurende en / of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, belast met de incidenten afhandeling in diens / dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "politie, lik mijn ballen", althans woorden van gelijke beledigende aard en / of strekking;
art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 267 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om het proces-verbaal met nr. PL091A 2012240979, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 8.
3.Proces-verbaal van aangifte, p. 3 en 4.