ECLI:NL:RBMNE:2013:3451

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 augustus 2013
Publicatiedatum
20 augustus 2013
Zaaknummer
16/655592-12; 16/600380-10 (tul) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot doodslag en mishandeling met een personenauto in Utrecht

Op 20 augustus 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van pogingen tot doodslag en mishandeling. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 22 maart 2012 in Utrecht, waar de verdachte met een Volkswagen Golf met hoge snelheid op twee personen, [A] en [X], zou zijn afgereden. De tenlastelegging is tijdens de zitting gewijzigd, waarbij de officier van justitie de verdachte vrijsprak van de pogingen tot doodslag, maar wel vond dat er voldoende bewijs was voor de pogingen tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan beide slachtoffers.

Tijdens de zitting op 6 augustus 2013 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De verdediging betwistte dat de verdachte de bestuurder van de auto was en voerde aan dat getuigen de verdachte niet hadden herkend. De rechtbank heeft vastgesteld dat er aanwijzingen zijn dat zowel de verdachte als de medeverdachte in de auto zaten, maar dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte de bestuurder was. Hierdoor sprak de rechtbank de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten.

De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij [A] tot schadevergoeding afgewezen, omdat de verdachte werd vrijgesproken. Daarnaast werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke veroordeling afgewezen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/655592-12; 16/600380-10 (tul) (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 20 augustus 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te Utrecht op [1990],
wonende te [woonplaats],[adres]

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 augustus 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de advocaat, mr. E.D. van Elst, advocaat te Veenendaal, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is ter zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging, zoals deze door de rechtbank is toegelaten, is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1. primair.
Op 22 maart 2012 te Utrecht heeft gepoogd om [A] van het leven te beroven dan wel haar zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door als bestuurder van een personenauto, met hoge snelheid op haar af te rijden en vervolgens in botsing te komen met een brievenbus welke tegen die [A] is gekomen.
Subsidiair is dit feit tenlastegelegd als mishandeling van die [A].
2 primair:
Op 22 maart 2012 te Utrecht heeft gepoogd om [X] van het leven te beroven dan wel haar zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door als bestuurder van een personenauto, met hoge snelheid zeer dicht voor [X] langs te rijden waardoor die [X] van zijn fiets werd geslingerd.
Subsidiair is dit feit tenlastegelegd als mishandeling van die [X].

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van de processtukken

4.1
Feiten en omstandigheden
Op 22 maart 2012 rond 17.00 rijden twee Volkswagens, type Golf vanaf de Kanaalstraat over de Laan van Nieuw Guinea te Utrecht. De ene auto is van [medeverdachte], de andere van zijn neef [K].
Op de Laan van Nieuw Guinea in een flauwe bocht naar rechts verliest de bestuurder van de Golf van [medeverdachte] de macht over het stuur en vliegt uit de bocht. Daarbij botst deze auto tegen een aldaar geplaatste brievenbus en komt tegen de muur van een school tot stilstand. De twee inzittenden van deze Golf verlaten het voertuig en stappen bij [K] in de auto, waarna deze auto wegrijdt.
Tengevolge van de botsing met de brievenbus is mevrouw [A], die op de stoep stond, gewond geraakt doordat zij werd geraakt door delen van die brievenbus. Ook [X] is gewond geraakt, doordat de Golf dicht langs hem is gereden waardoor hij van zijn fiets werd geslingerd en op straat is gevallen.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de door haar onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde pogingen tot doodslag op [A] respectievelijk [X] en vordert dat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Zij acht wel wettig en overtuigend bewezen de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde pogingen tot toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [A] en [X]. Daartoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte de bestuurder is geweest van de Volkswagen Golf ten tijde van het ongeval. Zij wijst daartoe met name op onder meer de verklaringen van de getuige[getuige 1] en[getuige 2], de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte] en van [K].
4.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte van de hem ten laste gelegde feiten moet worden vrijgesproken. Verdachte ontkent dat hij ten tijde van het ongeval de bestuurder van de Volkswagen Golf is geweest en ook dat hij toen inzittende van die auto is geweest.
De verdediging heeft er op gewezen dat de gehoorde getuigen verdachte niet hebben herkend als bestuurder van die Volkswagen Golf op het moment dat het ongeval plaatsvond.
Bij de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte], waarin hij de naam van verdachte noemt als degene die achter het stuur heeft gezeten, en de verklaring van zijn neef [K], kunnen vraagtekens worden geplaatst. [medeverdachte] heeft pas nadat hij van zijn raadsman had vernomen dat hij voor deze feiten zou kunnen worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van wellicht twee jaar, een verklaring gegeven waarin hij de naam van verdachte heeft genoemd als degene die de auto heeft bestuurd. De voor
verdachte belastende verklaring van [K] is ook pas in een later stadium van het onderzoek afgelegd. De verdediging sluit niet uit dat[medeverdachte] en [K] hun verklaringen op elkaar hebben afgestemd om hun eigen aandeel aan het ongeval te verdoezelen.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het dossier aanwijzingen bevat dat zowel [medeverdachte] als verdachte in de auto van[medeverdachte] hebben gezeten ten tijde van het ongeval, maar dat niet zonder redelijke twijfel vastgesteld kan worden dat verdachte op het moment van het ongeval de bestuurder van de betreffende personenauto is geweest.
De rechtbank overweegt daarbij dat de medeverdachte [medeverdachte] en zijn neef [K] weliswaar hebben verklaard dat verdachte de auto heeft bestuurd ten tijde van het ongeval, maar de rechtbank acht niet uitgesloten dat beide getuigen – gelet op hun eigen betrokkenheid - motieven hebben gehad om anders dan naar waarheid te verklaren. Naast deze verklaringen bevat het dossier geen ander objectief bewijsmiddel dat voldoende aanknopingspunten biedt voor de vaststelling dat verdachte de bestuurder van de Volkswagen Golf is geweest.
Nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte als bestuurder van de Volkswagen Golf is opgetreden, zal de rechtbank alleen op deze grond al verdachte vrijspreken van de hem ten laste gelegde feiten.
Omdat verdachte op grond van het vorenstaande wordt vrijgesproken kan derhalve de vraag of het bewijs van de tenlastegelegde opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, wel geleverd kan worden, onbesproken blijven.

5.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

Mevrouw [A] heeft zich in het strafproces gevoegd als benadeelde partij. Zij vordert vergoeding van schade tot een bedrag van € 2.773,63 ten gevolge van het onder
1 ten laste gelegde feit.
Nu verdachte van de hem ten laste gelegde feiten wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.

6.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

Bij de stukken bevindt zich de op 8 juni 2012 ter griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Utrecht in de zaak met parketnummer 16/600380-10, betreffende het onherroepelijk geworden vonnis d.d. 10 augustus 2010 van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Utrecht, waarbij verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 8 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op 2 jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Nu verdachte van de hem ten laste gelegde feiten wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling
afwijzen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

7.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij [A] niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat deze vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Wijst de vordering tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling af.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.F. Bueno , voorzitter,
mrs. H.A. Brouwer en N.H.J.M. Veldman-Gielen, rechters,
in tegenwoordigheid van H.J. Nieboer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 augustus 2013.
Mrs. H.A. Brouwer en N.H.J.M. Veldman-Gielen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging (na wijziging)
1. primair.
hij op of omstreeks 22 maart 2012 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk
[A]
van het leven te beroven,
althans opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
met dat opzet
als bestuurder van een personenauto (merk Volkswagen, type Golf)
(tijdens een (snelheids)wedstrijd)
- met een (aanmerkelijk) hogere snelheid dan gezien de situatie en/of de
omstandigheden ter plaatse verantwoord en toegestaan was op voornoemde
[A] is afgereden en/of
- ( vervolgens) in aanrijding/botsing is/zijn gekomen met een of meer zich op
de weg bevindende voorwerp(en), waaronder een brievenbus (waardoor voornoemde
brievenbus tegen het/de be(e)n(en) van voornoemde [A] is gekomen),
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 302 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
1. subsidiair.
hij op of omstreeks 22 maart 2012 te Utrecht, in elk geval in Nederland, opzettelijk mishandelend
als bestuurder van een personenauto (merk Volkswagen, type Golf)
(tijdens een (snelheids)wedstrijd)
- met een (aanmerkelijk) hogere snelheid dan gezien de situatie en/of omstandigheden ter plaatse verantwoord en toegestaan was op [A] is afgereden en/of
- ( vervolgens) in aanrijding/botsing is gekomen met één of meer zich op de weg bevindende voorwerp(en), waaronder een brievenbus (waardoor voornoemde brievenbus tegen het/de be(e)n(en) van voornoemde [A] is gekomen,
waardoor voornoemde [A] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Art. 300 lid 1 Wetboek van sr.
2 primair.
hij op of omstreeks 22 maart 2012 te Utrecht, althans in het arrondissement
Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk
[X]
van het leven te beroven,
althans opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
met dat opzet
als bestuurder van een personenauto (merk Volkswagen, type Golf)
(tijdens een (snelheids)wedstrijd)
- met een (aanmerkelijk) hogere snelheid dan gezien de situatie en/of de
omstandigheden ter plaatse verantwoord en toegestaan was, (zeer dicht) voor
voornoemde [X] langs is/zijn gereden (ten gevolge waarvan voornoemde [X]
van zijn fiets werd geslingerd),
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 302 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2 subsidiair.
hij op of omstreeks 22 maart 2012 te Utrecht, in elk geval in Nederland, opzettelijk mishandelend
als bestuurder van een personenauto (merk Volkswagen, type Golf)
(tijdens een (snelheids)wedstrijd)
- met een (aanmerkelijk) hogere snelheid dan gezien de situatie en/of omstandigheden ter plaatse verantwoord en toegestaan was op [X] is afgereden en/of langs [X] is gereden (tengevolge waarvan voornoemde [X] van zijn fiets werd geslingerd),
waardoor voornoemde [X] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Art. 300 lid 1 Wetboek van sr