In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 16 oktober 2013, is het verzoek tot benoeming van drie onafhankelijke deskundigen ter vaststelling van de prijs van aandelen van de failliete vennootschap Libridis Participaties B.V. toegewezen. De verzoekende partijen, RDC Holding B.V., Aanwas B.V. en B.V. Beleggings- en Ontwikkelingsmaatschappij Rembrandt I, hebben gezamenlijk verzocht om deskundigen te benoemen, omdat zij niet tot overeenstemming konden komen over de prijs van de aandelen. De curator, mr. D.E.A.F. Aertssen q.q., heeft in zijn verweerschrift een beroep gedaan op onbevoegdheid van de kantonrechter, maar trok dit beroep tijdens de mondelinge behandeling in.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de procedure voor de benoeming van deskundigen niet afhankelijk is van de aanbiedingsplicht van de failliete vennootschap. De curator stelde dat de vennootschap niet bevoegd was om in rechte op te treden zonder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, maar de vennootschap heeft onweersproken verklaard dat een goedkeuringsbesluit was genomen. De kantonrechter oordeelde dat de statuten van de vennootschap de procedure voor de benoeming van deskundigen in gang zetten bij faillissement, ongeacht of de failliete vennootschap de aandelen al had aangeboden.
De kantonrechter benoemde drs. J. Bouman, drs. P. Hoiting en E.R. Lankester als deskundigen en bepaalde dat partijen binnen twee weken bezwaar konden maken tegen deze benoeming. Tevens werd bepaald dat de kosten van de deskundigen door de partijen zouden worden gedragen, afhankelijk van hun rol in de procedure. De beschikking is openbaar uitgesproken en de curator is veroordeeld in de kosten van het geding, begroot op € 612,--.