Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 oktober 2013 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
Procesverloop
Overwegingen
30 maart 2013 schrijft dat hij te veel inconsistenties in de anamnese en de onderzoeken aantreft om het CVS protocol van toepassing te achten. Voorts schrijft hij dat de diagnose CVS al jaren geleden is gesteld en dat eiser nadien nog geruime tijd fulltime heeft gewerkt.
De rechtbank stelt voorts vast dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapportage van 7 augustus 2013 een voorbeeld geeft van door hem geconstateerde inconsistenties.
B.C. Bockwinkel blijkt dat hij eiser heeft gezien tijdens de hoorzitting op 18 maart 2013, waar hij eiser heeft bevraagd over zijn klachten. Voorts heeft hij bij zijn beoordeling rekening gehouden met medische informatie in het dossier, waaronder informatie van P.W.M. van Meerendonk, arts bij het Biologisch Medisch Centrum, van 22 februari 2010, een rapportage naar aanleiding van een op verzoek van verweerder verrichte expertise van internist J.J.J. de Sonnaville van 19 juli 2011 en brieven van neuroloog G. Hageman van 13 juni en 22 augustus 2012 en van cardioloog S. van Bennekom van 3 mei 2012. Volgens de brief van Van Meerendonk lijdt eiser sinds een CMV-infectie aan CVS en is bij hem een mitochondriale dysfunctie vastgesteld. Uit de informatie van de neuroloog volgt onder meer dat eiser impulsdoorbraken met woedeaanvallen heeft. De neuroloog acht het onwaarschijnlijk dat eisers klachten worden veroorzaakt door toxische blootstelling in de periode 1980 tot 1987. De vermoeidheidsklachten zijn duidelijk verbeterd, maar eiser is nog emotioneel instabiel. Voorts blijkt uit informatie van de cardioloog dat er sprake is van een redelijke inspanningstolerantie. Uit de bijgevoegde bijlage volgt dat eiser tijdens een holter registratie over 48 uur verschillende activiteiten heeft verricht, zoals studeren, muziek maken, huishoudelijk werk, sporten, boodschappen doen en autorijden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert in zijn rapportage dat eiser weliswaar toegenomen klachten en afname van zijn vitaliteit claimt, maar dat uit diverse rapporten waaronder die van de neuroloog en de cardioloog juist kan worden geconcludeerd dat het beter met eiser gaat. Met een beperking in arbeidsduur van twee uur per dag is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep in ruime mate tegemoet gekomen aan de iets verminderde vitaliteit van eiser. In de FML van 2 april 2013 zijn de eerder vastgestelde beperkingen gehandhaafd, met uitzondering van het werken onder toezicht. Daarnaast merkt de verzekeringsarts bezwaar en beroep op dat de beperking op hoog handelingstempo alleen ziet op niet-routineuze handelingen.
Beslissing
mr. F.M. Mulder, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
29 oktober 2013.