ECLI:NL:RBMNE:2013:5458

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 november 2013
Publicatiedatum
5 november 2013
Zaaknummer
16/652775-13 en 16/652648-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar afpersing en diefstal door minderjarige verdachte

Op 5 november 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zitting houdende in Utrecht, een vonnis gewezen in de strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 1998 en thans gedetineerd. De rechtbank heropende de zaak na een eerdere zitting op 22 oktober 2013, omdat zij zich niet voldoende voorgelicht achtte om tot een oordeel te komen. De verdachte wordt verdacht van meerdere strafbare feiten, waaronder afpersing en diefstal. De tenlastelegging omvat onder andere het medeplegen van een afpersing op 17 november 2012, waarbij de verdachte onder bedreiging van geweld een telefoon van een benadeelde heeft afgenomen, en diefstal met braak van een tas uit een auto op 27 maart 2013. Daarnaast wordt de verdachte verweten op 11 maart 2013 een telefoon te hebben gestolen in Amersfoort.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om kennis te nemen van de zaak. Tijdens de zitting is de vordering van de officier van justitie besproken, evenals de argumenten van de verdachte en zijn advocaat, mr. A.E.M.C. Koudijs. De rechtbank heeft besloten dat er nader onderzoek nodig is naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, vooral gezien het advies van de Raad voor de Kinderbescherming over mogelijke maatregelen ter voorkoming van herhaling van strafbare feiten.

De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor onbepaalde tijd, met de intentie om het onderzoek ter terechtzitting te hervatten rond eind januari 2014. Tevens is de officier van justitie opgedragen om een aanvullende rapportage op te laten stellen door de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis van de verdachte besproken en de voorwaarden voor eventuele schorsing daarvan vastgesteld. De beslissing om het onderzoek te heropenen is genomen om ervoor te zorgen dat alle relevante informatie wordt verzameld voordat een eindvonnis wordt gewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/652775-13 en 16/652648-13
vonnis van de meervoudige strafkamer van 5 november 2013.
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1998] in [geboorteplaats],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres] [woonplaats],
Thans gedetineerd te JJI De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 oktober 2013, welke achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de advocaat, mr. A.E.M.C. Koudijs naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlasteleggingen zijn als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenkingen komen er, kort en feitelijk weergegeven, neer op:
Ten aanzien van parketnummer 16/652775-13
Feit 1: medeplegen van een afpersing door op 17 november 2012 [benadeelde 1] onder bedreiging van geweld te dwingen om zijn telefoon af te geven.
Feit 2: diefstal met braak van een tas uit een auto op 27 maart 2013 in Amersfoort.
Ten aanzien van parketnummer 16/652648-13
Diefstal van een telefoon op 11 maart 2013 in Amersfoort.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Heropening van het onderzoek

Na sluiting is bij de beraadslaging gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft na sluiting van het onderzoek kennis genomen van het feit dat de schorsing van de voorlopige hechtenis in de zaak met parketnummer 16/652775-13 op 11 oktober 2013 door de raadkamer is opgeheven omdat verdachte wordt verdacht van het plegen van een nieuw strafbaar feit.
De Raad voor de Kinderbescherming is bij de zitting van de raadkamer gehoord en heeft daar geadviseerd om te onderzoeken of het wenselijk is om aan verdachte een ITB+ maatregel op te leggen. De rechtbank stelt vast dat de Raad voor de Kinderbescherming op 3 april 2013 heeft geadviseerd om verdachte enkel een maatregel Hulp en Steun op te leggen en indien de rechtbank dat nodig zou achten, een ITB-Criem maatregel.
De rechtbank vindt het zeer zorgelijk dat verdachte kort na de zitting opnieuw wordt verdacht van een strafbaar feit. De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of de eerder door de Raad voor de Kinderbescherming geadviseerde maatregelen toereikend zijn om herhaling te voorkomen. De rechtbank acht zich op dit moment niet voldoende voorgelicht om tot een oordeel te komen.
Alles afwegende acht de rechtbank het alvorens eindvonnis te kunnen wijzen noodzakelijk dat nader onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden en wenselijkheid van bovengenoemde maatregelen. Daartoe zal de rechtbank het onderzoek ter zitting heropenen en de behandeling voor onbepaalde tijd aanhouden tot een nader te bepalen datum. De rechtbank acht het wenselijk dat op die zitting ook het nieuwe feit wordt behandeld.
Na hervatting van het onderzoek ter terechtzitting zullen op de voet van artikel 317, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering de officier van justitie, de verdachte en de raadsman in de gelegenheid worden gesteld om te worden gehoord.
Het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat op een nader te bepalen terechtzitting, bij voorkeur rond eind januari 2014.

5.De beslissing

De rechtbank:
-
heropenthet onderzoek ter terechtzitting dat op 22 oktober 2013 is gesloten;
- houdt de zaak aan voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat de zaak gelet op de agenda van de rechtbank wordt aangehouden voor een termijn langer dan een maand doch korter dan drie maanden, waarbij het onderzoek bij voorkeur eind januari 2014 wordt hervat;
- beveelt
de officier van justitieom de Raad voor de Kinderbescherming voor de volgende zitting een aanvullende rapportage op te laten stellen over verdachte en advies uit te brengen over de mogelijkheden omtrent een ITB+ dan wel een ITB Criem maatregel, dan wel over andere mogelijkheden van hulpverlening en/of begeleiding;
- bepaalt dat de vraag of en zo ja onder welke voorwaarden de voorlopige hechtenis kan worden geschorst, wordt behandeld tijdens de raadkamer gevangenhouding van 14 november 2013;
- beveelt
de officier van justitieom de Raad voor de Kinderbescherming voor 14 november 2013 een advies te laten opstellen ten aanzien van de voortduring van de voorlopige hechtenis en ten aanzien van eventuele voorwaarden met betrekking tot een mogelijke schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte.
- beveelt de oproeping van verdachte, zijn ouders, zijn raadsman, de Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg en de slachtoffers tegen het tijdstip waarop de zaak op de raadkamer gevangenhouding van 14 november 2013 zal worden behandeld;
- geeft
de officier van justitiein overweging verdachte ten aanzien van het nieuwe feit te dagvaarden tegen het moment waarop de inhoudelijke behandeling in deze zaak wordt voortgezet;
- beveelt de oproeping van verdachte, zijn ouders, zijn raadsman, de Raad voor de kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg en de slachtoffers tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting wordt hervat.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.G.M. Waarts, voorzitter, tevens kinderrechter
mrs. L.M.G. de Weerd en Y.A.T. Kruyer rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Capitano, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 november 2013
Mr. Y.A.Y. Kruyer is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
ten aanzien van parketnummer 16/652775-13
1.
hij op of omstreeks 17 november 2012 te Leusden, althans in het arrondissement Utrecht,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een telefoon (Blackberry), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een telefoon (Blackberry), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij en/of zijn mededader(s)
- die [benadeelde 1] hebben omsingeld en/of
- dreigend op korte afstand van die [benadeelde 1] zijn gaan staan en/of
- de fiets van die [benadeelde 1] heeft/hebben vastgehouden en/of
- die [benadeelde 1] heeft/hebben tegengehouden en/of belemmerd te vertrekken en/of
- ( meermalen) tegen die [benadeelde 1] gezegd: "geef je telefoon, anders steek ik je neer", althans woorden van gelijke aard en/of strekking
art 312 Wetboek van strafrecht
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 27 maart 2013 te Amersfoort, althans in het arrondissement Midden Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een auto (merk: Volkswagen) heeft weggenomen een (dames)tas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Politie Regio Utrecht, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak op en/of verbreking van een ruit van voornoemde auto;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Ten aanzien van parketnummer 16/652648-13
hij op of omstreeks 11 maart 2013 te Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (uit een kleedkamer) heeft weggenomen een Ipod, een Blackberry telefoon en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[benadeelde 2], [benadeelde 3] en/of[benadeelde 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
art 310 Wetboek van Strafrecht.