Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Verloop van de procedure
- de heer[A], projectleider V250, namens AB;
- mr. H.A. de Savornin Lohman, advocaat voornoemd;
- mr. S.C.M. van Thiel, advocaat voornoemd;
- de heer [B], jurist, namens NS;
- de heer [C], namens NS;
- mevrouw [D], jurist, namens NS FSC;
- de heer [E], hoofd Materieel, namens NS FSC;
- mr. B.J. Korthals Altes-van Dijk, advocaat voornoemd;
- mr. M. Ynzonides, advocaat voornoemd;
- mr. A.A.H.J. Huizing, advocaat voornoemd;
- mr. D.B. le Poole, advocaat voornoemd.
2.Het verzoek
Awarding Authority(hierna: de AA).
de NS FSC Overeenkomst.
de NMBS Overeenkomst.
Fyra-dienstregeling. Het Nederlandse gedeelte van deze hogesnelheidslijn betreft het tracé genaamd HSL Zuid. Het Belgische gedeelte van deze hogesnelheidslijn betreft het tracé genaamd L4.
HSL Zuiden de
L4) volledig moeten zijn getest en gecertificeerd door de
Notified Bodies. Bovendien moeten
fully functional” zijn. Hetzelfde geldt voor het veiligheidssysteem
Scope of
HSL Zuiden de
L4.
Lloyd’s Registerrespectievelijk de Belgische keuringsinstantie
BelgoRail(de
Notified Bodies) de definitieve certificaten op de treinen afgegeven. ILT heeft op 6 juli 2012 de vergunning afgegeven voor indienststelling van de V250 op het Nederlandse Spoor. DVIS heeft dat op 14 september 2012 voor het Belgische spoor gedaan. De Belgische vergunning was in beginsel geldig tot en met 31 januari 2013.
Fyra-dienstregeling, de naamloze vennootschap HSA Beheer N.V. (een 95% dochter van de NS), een vergoeding toegekend van € 37,5 miljoen.
- op 13 januari 2013 is op het station Brussel-Centraal een treindeur uit zijn geleiderail geschoten en los komen te hangen;
- op 15 januari 2013 heeft een afdekrooster aan de onderzijde van het treinstel het begeven;
- op 17 januari 2013 is een aluminium bodemplaat losgekomen van een treinstel en op het traject L4 aangetroffen;
- enkele treeplanken van de treinen konden niet in- en uitschuiven door de ophoping van sneeuw en ijs;
- een geluidshoorn raakte met sneeuw en ijs bedekt, en;
- er traden beschadigingen op aan de treinen door losgeslagen brokken ijs.
18 januari 2013 met onmiddellijke ingang het commercieel gebruik van de hogesnelheidstreinen op het traject L4 verboden. Vervolgens heeft de DVIS bij besluit van
8 februari 2013 het uitvoeren van testritten met de hogesnelheidstreinen nog wel toegestaan, en wel tot 30 april 2013. Commercieel gebruik van de treinen werd ook in dit besluit uitdrukkelijk verboden. Bij besluit van 15 mei 2013 heeft DVIS ook het uitvoeren van testritten verboden. Al deze besluiten zijn gericht aan AB.
Task Forceingesteld onder leiding van [F], lid van de raad van bestuur van de NS. Hiermee trok de NS de leiding van het V250-project, dat tot die tijd bij NS FSC had gelegen, naar zich toe. De
Task Forcekreeg de taak om meer in het algemeen te onderzoeken of de treinen aan de contractuele eisen voldeden. De heer[A], de projectleider van AB, was geen lid van de
Task Force. Hij was echter wel bij de werkzaamheden van de
Task Forcebetrokken.
Technische gesteldheid V250, rapportage bevindingen onderzoek NS” (hierna: het NS Materieelrapport), respectievelijk het
Concept Risk-rapport. In aanvulling daarop hebben NS FSC en NMBS het Engelse bureau
Mott MacDonaldopdracht gegeven om een second opinion over de technische gesteldheid van de treinen te geven. Die bevindingen zijn vastgelegd in een rapport van 3 juni 2013 (hierna:
het
Mott MacDonald-rapport).
de Rapporten’ genoemd.
de Rapporten;
Overeenkomsten; en
de Rapporten, heeft AB op 26 juli 2013 hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ingesteld in de vorm van een spoedappel.
3.Beoordeling van het verzoek
Task Force. AB is voornemens om van de NS onder meer te vorderen dat zij bevordert dat NS FSC de NS FSC Overeenkomst nakomt. Verder beraadt NS FSC zich thans over de ontbinding van de NS FSC Overeenkomst. Indien het zover komt dan zal naar verwachting ofwel AB danwel de NS hierover een procedure aanhangig maken waarin die ontbinding wordt bestreden respectievelijk wordt verdedigd.
Task Forceopgericht en heeft zij zowel zelfstandig als met de NMBS gezamenlijk onderzoek laten verrichten naar de technische gesteldheid van de geleverde treinen. Voorts heeft mr. Ynzonides ter zitting aangegeven dat zijn cliënt voornemens is om op korte termijn een bodemprocedure tegen AB te entameren. Gelet op het vorenstaande en gelet op het karakter van een voorlopig deskundigenbericht – dat onder meer tot doel heeft om duidelijkheid te verkrijgen omtrent de voor het geschil tussen partijen relevante feiten en omstandigheden en om de proceskansen voor een mogelijk te entameren bodemprocedure in te kunnen schatten – kan naar het oordeel van de rechtbank in dit stadium van het geding niet gezegd worden dat de NS niet bij onderhavig verzoek mag worden betrokken. De door de NS in dit kader aangevoerde argumenten maken dit niet anders.
gezamenlijkeen overzichtslijst op stellen van de mogelijk te benoemen deskundige(n) en de vraagstelling die aan de te benoemen deskundige(n) kan worden voorgelegd. Indien partijen daar niet in slagen dient iedere partij afzonderlijk een alternatieve lijst en vraagstelling op te stellen en te motiveren waarom zij zich niet kon vinden in het voorstel van de andere partij(en).
4.Beslissing
binnen twee weken na dagtekeningvan deze beschikking alle verhinderdata over de maand december 2013 aan de rechtbank (t.a.v. de heer R.P.P. Roestenburg, H1-67, faxnr. 030-2233099) te doen toekomen;
27 november 2013aan de rechtbank (t.a.v. de heer R.P.P. Roestenburg, H1-67, faxnr.
030-2233099) te doen toekomen;