Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- [eiser];
- mevrouw L. Eisses, schuldhulpverlener;
- mevrouw L. van Dongen, schuldhulpverlener.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 november 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot het vaststellen van een dwangakkoord op basis van artikel 287a van de Faillissementswet (Fw). De eiser, geboren in 1970, heeft samen met zijn schuldhulpverlener een aanbod gedaan aan zijn schuldeisers, waarbij alle schuldeisers behalve WestlandUtrecht Bank N.V. akkoord gingen. WestlandUtrecht, die bijna 57% van de schuldenlast vertegenwoordigt, heeft verweer gevoerd en stelde dat het verzoek afgewezen moest worden omdat de wettelijke regeling van het dwangakkoord niet bedoeld is voor situaties waarin de grootste schuldeiser weigert. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord kan worden toegewezen, omdat WestlandUtrecht in redelijkheid niet tot weigering van het aanbod heeft kunnen komen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het aangeboden akkoord financieel gunstiger is voor de schuldeisers dan een wettelijke schuldsaneringsregeling, en dat de belangen van de eiser en de overige schuldeisers door de weigering van WestlandUtrecht worden geschaad. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en WestlandUtrecht veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiser op nihil zijn begroot.