ECLI:NL:RBMNE:2013:5909
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen leden van de wrakingskamer in civiele procedure
In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 14 november 2013, heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen de leden van de wrakingskamer, bestaande uit mrs. L.E. Verschoor-Bergsma, J. Sap en J.W.F. Houthoff. Dit verzoek volgde op een eerder ingediend verzoek tot wraking van de kantonrechter mr. D.C.P.M. Straver in een civiele procedure tussen Agis Zorgverzekeringen N.V. en verzoekster. Verzoekster stelde dat het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor in het geding was gebracht, wat de schijn van partijdigheid zou wekken. Ze voerde aan dat zij geen verweerschrift had ontvangen, de namen van de behandelende rechters niet bekend waren gemaakt, en dat de tijdsduur van de behandeling niet was gecommuniceerd.
De rechtbank oordeelde dat de gronden van verzoekster niet voldoende waren om aan te nemen dat er sprake was van een persoonlijke vooringenomenheid van de leden van de wrakingskamer. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de aangevoerde argumenten van verzoekster voornamelijk betrekking hadden op procedurele aspecten en niet op de persoonlijke onpartijdigheid van de rechters.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen en bepaald dat de behandeling van de onderliggende civiele procedure moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.