ECLI:NL:RBMNE:2013:5965

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 november 2013
Publicatiedatum
28 november 2013
Zaaknummer
C-16-356138 - KG ZA 13-845
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van machinist/ploegleider bij VolkerRail na vermeende vervalsing van certificaat

In deze zaak gaat het om een kort geding tussen een machinist/ploegleider, eiser, en zijn werkgever VolkerRail Nederland B.V. Eiser is sinds 1975 in dienst en heeft in het verleden meerdere waarschuwingen ontvangen voor het niet correct invullen van zijn weekstaat en het onbevoegd aanpassen van een bewijs van toegang. In september 2013 werd eiser op non-actief gesteld omdat VolkerRail twijfels had over de echtheid van een certificaat dat eiser had overgelegd, dat hij zou hebben behaald na het volgen van de verplichte jaarlijkse toets Herinstructie Machinist Volledig Bevoegd 2013. Eiser werd op 23 september 2013 op staande voet ontslagen, omdat VolkerRail meende dat hij het certificaat had vervalst. Eiser betwistte de geldigheid van het ontslag en vorderde zijn terugkeer naar het werk en betaling van zijn salaris. De voorzieningenrechter oordeelde dat VolkerRail voldoende aannemelijk had gemaakt dat eiser de toets niet had afgelegd en het certificaat had vervalst. De rechter weegt de ernst van de gedragingen van eiser, die in strijd waren met de veiligheidsvoorschriften, en concludeert dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was. De vorderingen van eiser worden afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/356138 / KG ZA 13-845
Vonnis in kort geding van 21 november 2013
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. J.W. Munk te Wezep,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VOLKERRAIL NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Vianen,
gedaagde,
advocaat mr. A.J.D. Bekius te Zwolle.
Partijen zullen hierna [eiser] en VolkerRail genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met de producties 1 tot en met 31;
  • de brief van 4 november 2013 van mr. Munk met de producties 32 tot en met 73;
  • de brief van 4 november 2013 van mr. Bekius met twee producties;
  • de brief van 7 november 2013 van mr. Munk met een gewijzigd productieoverzicht en de producties 74 tot en met 76;
  • de mondelinge behandeling op 8 november 2013, waarvan aantekeningen zijn gehouden;
  • de pleitnota van mr. Munk;
  • de pleitnota van mr. Bekius.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser], geboren op [geboortedatum], thans 55 jaar oud, is sinds 1 september 1975 bij (de rechtsvoorgangster van) VolkerRail in dienst, laatstelijk in de functie van Senior GMG machinist/ploegleider. VolkerRail is werkzaam op het gebied van spoorbouw en –onderhoud.
2.2.
[eiser] is sinds februari 2001 lid van de ondernemingsraad (OR) van VolkerRail.
2.3.
Op 2 april 2012 heeft [eiser] van VolkerRail een officiële waarschuwing gehad. De betreffende brief van [A], Manager Capaciteit bij VolkerRail luidt:
“(…)
Doordat u uw werk niet goed had voorbereidt kon een nacht werken niet doorgaan. (…)
Daarnaast heb ik geconstateerd dat uw weekstaat niet naar waarheid is ingevuld. U heeft gewoon uw volledige dienst geschreven terwijl u die dienst niet gedraaid heeft. Dit zie ik als valsheid in geschrifte conform artikel 1.9.3.3.
Voor het laatste feit krijgt u een officiële waarschuwing. Bij een volgende overtreding zal het arbeidsvoorwaardelijke consequenties hebben.”
Bij e-mail van 3 april 2012 heeft [eiser] aan [A] bericht:
“(…)
Ik wilde in beroep gaan tegen mijn officiële waarschuwing.
(…)
dat ik daar nu in mijn ogen valselijk wordt beschuldigd van valsheid in geschrifte wat op dit moment volgens mij erg veel gebeurt in ons bedrijf (…). maar ik zal mij in de toekomst heel netjes gaan gedragen en ook geen bemoeienis meer plegen met het bedrijf in mijn eigen vrije tijd en de planning stipt aanhouden (…) maar dan mag ik dat toch ook verwachten van ons bedrijf of niet?
(…)
maar als dit ondertussen de houding is geworden zoals we met elkaar moeten omgaan dan weet valt het mij zwaar tegen.
(…)”
2.4.
Op 7 maart 2013 heeft [eiser] een bewijs van toegang van een collega met een verstreken geldigheidsduur aangepast zonder daartoe bevoegd te zijn. De ter plaatse aanwezige veiligheidsfunctionaris heeft de toegang van de betreffende collega geweigerd. Vervolgens heeft de heer[B], leidinggevende van [eiser] en van de betreffende collega, een bewijs van toegang verstrekt aan de betreffende collega.
2.5.
Bij brief van 17 april 2013 heeft VolkerRail [eiser] een “laatste waarschuwing” gegeven. In deze brief is opgenomen:
“(…)
Houding en gedrag
(…)
Valsheid in geschrifte
Vorig jaar heeft u een officiële waarschuwing gekregen voor het verkeer invullen van uw weekstaat. Ook nu hebben wij geconstateerd dat u uw weekstaat niet correct heeft ingevuld. Daarnaast heeft u een officieel document aangepast. Uw collega had geen geldig “bewijs van toegang” bij zich en hierop heeft u de datum aangepast zodat die wel geldig zou zijn. Dit is een zeer ernstig vergrijp en druist in tegen alle regels die VolkerRail heeft.
Dit is de laatste keer dat wij uw waarschuwen voor uw houding en gedrag en valsheid in geschrifte. Bij een volgende overtreding zal dit arbeidsvoorwaardelijke consequenties hebben.”
2.6.
Het door VolkerRail intern gehanteerde sanctiebeleid kent drie tredes: een waarschuwing, een laatste waarschuwing en als derde trede ontslag op staande voet.
2.7.
Begin september 2013 is vanuit VolkerRail onder meer bij [eiser] geïnformeerd of de in verband met veiligheidsvoorschriften verplichte jaarlijkse toets Herinstructie CHM 2013 (de Herinstructie Machinist Volledig Bevoegd 2013) was gedaan en het bijbehorende certificaat (verder te noemen het certificaat 2013) was behaald.
2.8.
[eiser] heeft daarop bij e-mail van 13 september 2013 gereageerd en als bijlage een scan van het volgens hem behaalde certificaat 2013 meegezonden. Naar aanleiding daarvan heeft op verzoek van VolkerRail op 18 september 2013 een gesprek plaatsgevonden met [eiser], waarin VolkerRail heeft aangegeven dat zij de echtheid van het certificaat in twijfel trekt.
2.9.
VolkerRail heeft [eiser] op 18 september 2013 op non actief gesteld, waartegen [eiser] bij brief van dezelfde datum heeft geprotesteerd.
2.10.
Op 23 september 2013 heeft wederom een gesprek met [eiser] plaatsgevonden. VolkerRail heeft [eiser] op staande voet ontslagen. De inhoud van de brief van 24 september 2013 van VolkerRail aan [eiser] luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)
Op woensdag 18 september hebben [B], [C] en[D] met u gesproken over het door u aangeleverde certificaat “herinstructie 2013 Machinist Volledig Bevoegd”. In dit gesprek hebben zij aangegeven dat zij ernstig het vermoeden hadden dat dit certificaat niet correct was. Dit omdat het qua layout afweek van de normale standaard. Hierop hebben zij u gevraagd of dit certificaat n.a.v. uw toets uit het systeem van OBV kwam. U gaf hierop aan dat u het certificaat heeft uitgeprint n.a.v. de door u uitgevoerde toets 2013. Zij hebben toen aangegeven dat OBV naar ons toe had aangegeven dat u laatste inlog was van 9 mei 2012. Volgens u kon dit niet zo zijn want u had op 8 mei 2013 de toets vanuit Roemenië gedaan. De toets kan via een webapplicatie van OBV gedaan worden waar u ook ter wereld bent en het systeem houdt bij wanneer u inlogt en weer uitlogt. Aangezien u voor het laatst ingelogd bent geweest op 9 mei 2012, is het onmogelijk om een certificaat van 2013 uit te printen.
Hierop hebben zij aangegeven dat zij nader onderzoek willen doen en u dus ook de gelegenheid heeft om aan te tonen dat u wel degelijk uw toets over 2013 hebt gedaan en voor 100 % hebt afgerond. Tot en met maandag 23 september hebben zij u toen op non actief gezet en de afspraak gemaakt dat jullie elkaar weer zouden spreken op maandag 23 september om 11.30 uur.
Op woensdagavond 18 september heeft u[D] gebeld met de mededeling dat u kon begrijpen dat wij vraagtekens hadden bij de echtheid van het certificaat. U was er achter gekomen dat door het inscannen het certificaat was vervormd. U heeft daarop woensdagavond een email gestuurd met hierin 3 door u gemaakte foto’s van het juiste certificaat en het bijbehorende voortgangsoverzicht.
Op maandag 23 september hebben wij aan u gevraagd of u inmiddels uitgezocht had hoe het kon gebeuren dat uw certificaat afwijkt van alle andere certificaten van uw collega’s. Hierop gaf u aan dat u niets hoefde aan te tonen want alles was correct. Op de vraag hoe het zat met het voortgangsoverzicht gaf u aan dat dit een grapje was want die hoorde er eigenlijk niet bij. Op de vraag van[D] wat u hiermee bedoelde zei u: “deze heb ik bewerkt in word en heb de datum van laatste connectie aangepast van 09 mei 2012 in 08 mei 2013”.
[D] heeft hierop aangegeven dat dit allemaal een zeer ernstige overtreding is van onze veiligheidseisen en dat VolkerRail hierdoor in het uiterste geval zijn veiligheidsattest kan verliezen. Hierdoor zou VolkerRail niet meer op en aan het spoor mogen werken.
Vanaf woensdag 18 september hebben [C] en [B] naar de verschillen gekeken en contact gehad met OBV over het inloggen en de verschillende certificaten. OBV heeft nogmaals bevestigd dat dhr. [eiser] na 9 mei 2012 niet meer heeft ingelogd en de verschillen in de certificaten aangetoond. Dit hebben wij u laten zien en hierop gaf u aan dat OBV het niet bij het rechte eind had.
Naast genoemde zaken heeft u op 17 april 2013 een laatste waarschuwing gehad. De waarschuwing was toen voor uw houding en gedrag op het werk en voor het aanpassen van een “bewijs van toegang” van een collega.(…) waar u niet toe bevoegd bent.
Op 2 april 2012 heeft u een officiële waarschuwing gehad, omdat u uw weekstaat niet naar waarheid heeft ingevuld. (…).
De balans opmakend kom ik tot het volgende:
- U bent lang in dienst en zeer ervaren. Als Senior GMG-machinist/ploegleider vervult u een voorbeeldfunctie.
- VolkerRail heeft veiligheid zeer hoog in het vaandel. (…).
- (…)
- U heeft het in het verleden niet zo nauw genomen met de regels. In 2012 heeft u een weekstaat niet naar waarheid ingevuld. (…) Gelet op de lengte van uw dienstverband heeft u daarom “slechts” een waarschuwing gekregen. Op 17 april 2013 heeft u een “bewijs van toegang” van uw collega aangepast. (…) Vervalsing van dat document impliceerde wel een veiligheidsrisico. U heeft daarom een laatste waarschuwing gehad. (…)
- De recente gebeurtenissen kunnen niet anders worden uitgelegd dan dat u de toets “Herinstructie 2013 Machinist Volledig Bevoegd” niet heeft gevolgd. In strijd met onze veiligheidsregels heeft u de afgelopen maanden dus zonder certificaat als machinist een trein bestuurd. Dat is op zich al onacceptabel. Het is helemaal onacceptabel in de wetenschap dat u de veiligheidsregels al eerder niet goed heeft toegepast, (…) en een voorbeeldfunctie heeft.
- U heeft(dus) niet alleen in strijd met de veiligheidsregels gehandeld, maar ook nog eens het certificaat vervalst. Bovendien heeft u nadat u daarop bent aangesproken, opnieuw vervalste stukken toegestuurd. U heeft de vervalsing erkend maar dit afgedaan als een “grap”. (…)
- (…) Dat voor het functioneren zo noodzakelijke vertrouwen is door uw toedoen volledig verdwenen.
Al hetgeen hierboven staat, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang bezien, heeft
ons ertoe doen besluiten om u per direct op staande voet te ontslaan. Deze brief vormt een
bevestiging daarvan. (…)”
2.11.
Bij brief van 26 september 2013 is namens [eiser] de nietigheid van het ontslag op
staande voet ingeroepen en heeft [eiser] zich voor zijn werkzaamheden beschikbaar
gehouden. In deze brief is, onder meer, het volgende opgenomen:
“(…)
Cliënt houdt staande dat het certificaat door hem op 8 mei 2013 is behaald.
(…)
Vervolgens heeft cliënt u naderhand het door hem op 8 mei 2013 ontvangen certificaat
getoond. (…)
Cliënt heeft u aangegeven dat hij zich kan voorstellen dat u van oordeel bent dat het
certificaat mogelijk niet echt zou kunnen zijn omdat er voor zover cliënt bekend geen
echtheidskenmerken op staan doch dat is niet zijn probleem doch het uwe. Het is uw systeem
althans het systeem waartoe u volledig toegang heeft. (…)
In dat kader heeft cliënt u een door hem opzettelijk gemanipuleerde cijferlijst overgelegd, zo
is cliënt dan ook wel weer en zo kent u hem vanuit zijn werk voor de ondernemingsraad ook,
en wel onder de mededeling dat het systeem niet deugt. Een omstandigheid overigens
waarvan u al jaren kennis draagt.
Wat daar ook van zij. Cliënt heeft het helemaal niet nodig om een certificaat te falsificeren
daar uw onderneming de antwoorden op de vragen aan de werknemers ter beschikking stelt.
Ware het anders dan zou een werknemer ook niet anders dan bij hoge uitzondering een
100% score kunnen behalen.
(…)
Ook ten aanzien van de eerdere feiten bent u abuis. U heeft cliënt meerdere malen feiten en
omstandigheden verweten. Cliënt heeft die verwijten weerlegd. Dat u die weerlegging niet
heeft erkend maakt de feiten – door boven mijn cliënt gestelde medewerkers die
veiligheidspasjes en urenstaten vervalsen – niet anders. (…)
Bovendien gaat u met uw ontslag op staande voet voorbij aan de jarenlange inzet van mijn
cliënt in de Ondernemingsraad, tenzij dit aspect voor u juist redengevend is om mijn cliënt
op staande voet te ontslaan, en de ronduit goede beoordelingen welke cliënt steeds heeft
ontvangen.
Zelfs indien uw stellingen juist zouden zijn, hetgeen niet het geval is, dan nog zijn de door u
verwoorde omstandigheden onvoldoende voor een ontslag op staande voet.
Hierbij roep ik dan ook de nietigheid van het gegeven ontslag in en deel u mede dat cliënt
zich voor zijn werkzaamheden beschikbaar houdt.
(…)”
2.12.
Bij brief van 11 oktober 2013 hebben de heren[E] en [D] van VolkerRail aan [eiser] onder meer het volgende bericht:
“(…)
VolkerRail heeft naar aanleiding van uw opmerkingen opnieuw naar het systeem gekeken. Om daarover geen misverstanden te laten bestaan, ligt het voor de hand dat wij gezamenlijk en in aanwezigheid van alle betrokkenen het certificaat opnieuw uitdraaien. U stelt zich immers op het standpunt dat u de toets met succes heeft afgerond en daadwerkelijk een certificaat heeft verkregen. (…)”
2.13.
[eiser] heeft bij brief van 14 oktober 2013 onder meer als volgt gereageerd:
“(…)
Voor het daadwerkelijk ingelogd geweest zijn, mag ik u wel naar de eerder via uw advocaat gezonden getuigen verklaringen verwijzen.
Ik heb u het origineel van het op 8 mei 2013 geprintte certificaat getoond.
Ook uw stelling dat ik sedert 9 mei 2012 niet meer ingelogd ben geweest is onjuist. Uit de bijlage blijkt dat ik naast anderen op 3 oktober jl., hoewel ontslagen, nog steeds ingelogd was.
Overigens hecht ik aan dit ingelogd zijn inmiddels geen enkele waarde meer omdat, zo als u bekend, van mening ben dat het systeem geen enkele integriteit kent. De voortgangslijsten kan een ieder manipuleren terwijl u zelfs kans ziet om de certificaten te manipuleren. (…)
Terzijde zij opgemerkt dat de lijst met inloggegevens, kennelijk naar aanleiding van het schrijven van mijn raadsman, inmiddels door u is aangepast daar een aantal namen waaronder de mijne thans niet meer in de lijst voorkomen (bijlage). Voortschrijdend inzicht aan uw kant? (…)
Daarenboven heeft u blijkens de certificerende instantie de volledige toegang tot het systeem. (…)
Onder deze omstandigheden heeft uw aanbod om het certificaat in de situatie dat het door mij is behaald, nogmaals uit te draaien geen enkel zin.
Uit de aan u toegezonden producties blijkt dat u het in uw macht heeft om elke uitdraai te maken dan wel tegen te houden die uw goeddunkt.
Vorenstaande zo zijnde zal ik niet op uw uitnodiging, die feitelijk enkel kan worden gekwalificeerd als kortzichtig machtsmisbruik ingaan.
(…)”
2.14.
OBV Logistiek B.V. is het bedrijf dat op verzoek van de Vereniging
Spoorwegregelgeving en Documentatie (VSD) aan alle leden van VSD, waaronder
VolkerRail, een Elektronische Leeromgeving Vervoer en Werkproces (ELVW) ter
beschikking stelt. Binnen de ELVW vindt onder meer de verplichte jaarlijkse toetsing
Herinstructie CHM (de Herinstructie Machinist Volledig Bevoegd) plaats. Bij brief van 15
oktober 2013 heeft de heer [F], directeur OBV Logistiek B.V. aan VolkerRail het
volgende laten weten:
“(…)
Zoals telefonisch afgesproken ontvangt u hierbij de certificaten betreffende dhr. [eiser]. Ik heb het
certificaat vergeleken met het originele van [G]. De overige certificaten zijn gelijk aan het
certificaat van [G].
Op het certificaat van dhr. [eiser] heb ik aangegeven wat de verschillen zijn.
Tevens bijgevoegd overzicht van de registratie van dhr. [eiser]. Alle gegevens staan op 0.
(…)”
Op het door VolkerRail als bijlage bij deze brief in afschrift overgelegde certificaat ten
name van [eiser] staat – bovenaan en in grote letters – de tekst “Herinstructie 2013
Machinist Volledig Bevoegd” en direct daaronder “Certificaat”. Bij deze tekst is
handgeschreven opgemerkt “niet gecentreerd” en (met betrekking tot de afstand tussen de
woorden Bevoegd en Certificaat) “? foute afstand”. Onder de hiervoor bedoelde tekst staat
nog een tekstblok, met bovenaan de passage “Datum behaald: 08-05-2013”. Op dit stuk zijn
voorts aan de rechterzijde 5 verticale strepen te zien, waarvan de (van links naar rechts
bezien) eerste twee strepen de kortste zijn (ongeveer de helft van het blad). Op het
stuk is in de blanco ruimte gerekend vanaf de onderzijde van de twee kortste strepen tot de
passage “Datum behaald: 08-05-2013” met de hand een vraagteken (“?”) geplaatst.
2.15.
Op het door [eiser] als certificaat 2013 overgelegde stuk staat – bovenaan en in grote letters – de tekst “Herinstructie 2013 Machinist Volledig Bevoegd” en “Certificaat” en deze tekst is als volgt op het certificaat afgedrukt:
“Herinstructie 2013
Machinist Volledig
Bevoegd
Certificaat”
Op dit stuk staat dat het op 8 mei 2013 is behaald. Er is op het stuk blanco ruimte gerekend
vanaf de onderzijde van de twee kortste verticale strepen aan de rechterzijde van het stuk tot
de passage “Datum behaald: 08-05-2013”.
Deze tekst, maar dan met het jaartal 2012, is op gelijke wijze afgedrukt op het certificaat
van [eiser] van 2012. Op dit certificaat staat als datum van het behalen daarvan 9 mei 2012
vermeld. Er is ook op dit stuk blanco ruimte gerekend vanaf de onderzijde van de twee
kortste strepen tot de passage “Datum behaald: 09-05-2012”.
Op het door [eiser] overgelegde certificaat van 2012 van een andere werknemer van VolkerRail, [H], is de tekst, met jaartal 2012, als volgt afgedrukt:
“Herinstructie 2012
Machinist Volledig Bevoegd
Certificaat”
Op dit certificaat staat dat het is behaald op 12 maart 2012. Er is op het stuk geen ruimte
gerekend vanaf de onderzijde van de twee kortste strepen tot de passage “Datum behaald:
12-03-2012”.
Op het door [eiser] overgelegde certificaat van een andere werknemer van VolkerRail, [I], van 2012 is de tekst, met jaartal 2012, als volgt afgedrukt:
“Herinstructie 2012
Machinist Volledig
Bevoegd
Certificaat”
Op dit certificaat staat dat het op 15 november 2012 is behaald. Er is op het stuk geen ruimte
gerekend vanaf de onderzijde van de twee kortste strepen tot de passage “Datum behaald:
15-11-2012”.
Op de door [eiser] overgelegde certificaten van twee andere werknemers van VolkerRail, [J] en [K], van 2013 is de tekst als volgt afgedrukt:
“Herinstructie 2013
Machinist Volledig
Bevoegd
Certificaat”
Op deze certificaten staan als data van het behalen daarvan 28 juni 2013 respectievelijk 8
februari 2013 vermeld. Er is op deze stukken geen ruimte gerekend vanaf de onderzijde van
de twee kortste strepen tot de passages “Datum behaald: 28-06-2013” respectievelijk
“Datum behaald: 08-02-2013”.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert de veroordeling van VolkerRail:
I. om [eiser] binnen 2 dagen na betekening van het vonnis toe te laten tot haar bedrijf en [eiser] daar in de gelegenheid te stellen de overeengekomen werkzaamheden, zijnde Senior GMG machinist/ploegleider, te verrichten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag met een maximum van € 75.000,00 per jaar dat VolkerRail in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen;
II. tot betaling van het reguliere salaris, inclusief de gebruikelijke overuren, op basis van het tot de datum van het ontslag op staande voet maandelijks betaalde salaris vanaf 1 januari 2013;
III. in de kosten van het geding met de bepaling dat gedaagde de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd is vanaf de dag van het vonnis tot de dag der algehele voldoening;
IV. in de nakosten, bestaande uit het nasalaris indien gedaagde niet binnen acht dagen na het wijzen van het vonnis aan het vonnis heeft voldaan.
3.2.
Ter onderbouwing van zijn vorderingen stelt [eiser] dat het hem door VolkerRail op 24 september 2013 gegeven ontslag op staande voet nietig is en hij op die nietigheid een beroep heeft gedaan, zodat de arbeidsovereenkomst tussen partijen ook na 24 september 2013 is blijven voortduren. [eiser] betwist de door VolkerRail aan het ontslag ten grondslag gelegde gedragingen.
3.3.
VolkerRail heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De spoedeisendheid van de vorderingen van [eiser] vloeit voort uit de aard daarvan.
4.2.
Voor toewijzing van een voorziening zoals door [eiser] wordt gevorderd, dient het in hoge mate waarschijnlijk te zijn dat een gelijkluidende vordering in een te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen. In deze kort geding procedure dient dus, op grond van hetgeen in deze procedure over en weer is gesteld dan wel gebleken, beoordeeld te worden of al dan niet voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat het aan [eiser] op 23 september 2013 verleende ontslag op staande voet vernietigbaar is. Daarbij stelt de kantonrechter het volgende voorop.
4.3.
De opzegging van een arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang (het ontslag op staande voet) betreft een beëindiging die een afwijking vormt van de gebruikelijke wijze waarop een arbeidsovereenkomst pleegt te worden beëindigd. Deze afwijking moet, om rechtsgeldig te zijn, worden gerechtvaardigd door het bestaan van een dringende reden, waaronder ingevolge artikel 7:678 lid 1 BW wordt verstaan ‘zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tengevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren’. De rechter dient bij de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van het ontslag alle omstandigheden van het geval in onderling verband en samenhang in aanmerking te nemen. Daarbij dient de aard en de ernst van de dringende reden te worden afgewogen tegen de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, waaronder de gevolgen van het ontslag. De bewijslast van de aanwezigheid van de dringende reden alsmede van de onverwijldheid van de opzegging en de gelijktijdige mededeling rust op degene die de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden opzegt, waarbij geldt dat voor nader onderzoek om tot vaststelling van een bepaalde rechtstoestand of feiten of omstandigheden te komen of voor bewijslevering in een kort geding procedure, anders dan in een bodemprocedure, in beginsel geen plaats is.
4.4.
De kantonrechter dient derhalve te beoordelen of op grond van hetgeen partijen over en weer hebben gesteld voldoende aannemelijk is dat de door VolkerRail gestelde dringende reden in een bodemprocedure zal komen vast te staan en ook als rechtens voldoende dringend zal worden aangemerkt.
4.5.
De door VolkerRail gestelde dringende reden betreft:
- het niet volgen van de toets Herinstructie Machinist Volledig Bevoegd 2013 en het niet behalen van het certificaat 2013, alsmede het vervalsen van het certificaat 2013; al dan niet in samenhang met:
- het onjuist invullen van een weekstaat, waarvoor VolkerRail aan [eiser] in april 2012 een officiële waarschuwing heeft gegeven;
- het zonder daartoe bevoegd te zijn aanpassen van een bewijs van toegang in maart 2013, waarvoor VolkerRail aan [eiser] in april 2013 de maatregel van een laatste waarschuwing heeft opgelegd.
VolkerRail stelt zich op het standpunt dat voorgaande feiten bij VolkerRail het noodzakelijke vertrouwen in [eiser] hebben doen verdwijnen en deze feiten, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang bezien, een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren. [eiser] heeft de door VolkerRail gestelde feiten betwist. De kantonrechter overweegt hieromtrent als volgt.
4.6.
Niet ter discussie staat dat [eiser] in het kader van de bij VolkerRail geldende
veiligheidsvoorschriften verplicht was ook in 2013 de jaarlijkse toets Herinstructie
Machinist Volledig Bevoegd te volgen en het certificaat 2013 te behalen. [eiser] heeft
gesteld dit ook daadwerkelijk te hebben gedaan, hetgeen VolkerRail betwist. Deze discussie
draait in de kern om de door [eiser] weersproken stelling van VolkerRail dat het door [eiser]
in afschrift overgelegde – en uiteindelijk ter zitting in kort geding getoonde – certificaat 2013, waarvan [eiser] in september 2013 eerst een scan en vervolgens een foto aan VolkerRail gezonden heeft, een vervalsing is. Daartoe beroept VolkerRail zich op het door haar en in haar opdracht door OBV Logistiek B.V. gedane onderzoek, waarbij het door [eiser] overgelegde certificaat 2013 is vergeleken met meerdere certificaten 2012 en 2013. VolkerRail wijst in dit verband mede op de overgelegde brief van 15 oktober 2013 van de heer [F], directeur OBV Logistiek B.V.
4.7.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft VolkerRail in dit kort geding
voldoende aannemelijk gemaakt dat het door [eiser] in afschrift overgelegde certificaat is
gemanipuleerd en derhalve aangenomen moet worden dat [eiser] de toets over 2013 niet
heeft gemaakt en niet over het vereiste certificaat beschikt. Daarbij is doorslaggevend dat uit de overgelegde stukken blijkt dat (a) het door [eiser] overgelegde certificaat qua lay-out geheel overeenkomt met het certificaat van [eiser] van mei 2012 én (b) de lay-out van het door [eiser] overgelegde certicaat afwijkt van de lay-out van de in deze procedure overgelegde certificaten 2013 van zijn collega’s [J] en [K], die uit juni 2013 en februari 2013 dateren en het certificaat uit november 2012 van [I]. De lay-out van de betreffende certificaten 2013 van [J] en [K] komt geheel overeen met de lay-out van het certificaat 2012 van[I]. In dit kort geding heeft [eiser] geen aannemelijke verklaring voor het verschil in lay-out tussen het volgens [eiser] door hem in mei 2013 behaalde certificaat en de door collega’s van hem in de periode november 2012-juni 2013 behaalde certificaten gegeven. Hetgeen [eiser] uitvoerig omtrent het door VolkerRail gebruikte en volgens [eiser] ondeugdelijke systeem en de naar zijn mening gebrekkige kwaliteit van toetsing heeft aangevoerd, levert een zodanige verklaring niet op. [eiser] heeft niet willen ingaan op het voorstel van VolkerRail om het certificaat 2013 in bijzijn van alle betrokkenen vanuit de ELVW te printen. Deze omstandigheid maakt weliswaar op zichzelf het standpunt van VolkerRail niet meer of minder aannemelijk, maar door niet op dit aanbod in te gaan heeft [eiser] zich in ieder geval voor wat betreft dit kort geding de mogelijkheid ontnomen om op die wijze het standpunt van VolkerRail te ontkrachten.
4.8.
Omtrent de door VolkerRail mede aan het ontslag ten grondslag gelegde gedragingen zoals onder 4.5. vermeld, het onjuist invullen van een weekstaat en het onbevoegd aanpassen van een toegangsbewijs, overweegt de kantonrechter als volgt. [eiser] heeft deze feiten op zichzelf niet betwist. Hij heeft in dit verband weliswaar een beroep gedaan op de omstandigheden waarin een en ander zich heeft voorgedaan, maar daaraan wordt voorbijgegaan nu vast staat dat aan [eiser] destijds wegens deze gedragingen door VolkerRail sancties – een waarschuwing en een laatste waarschuwing – zijn opgelegd en deze sancties niet, als gevolg van een door [eiser] gevoerde bezwaarprocedure, zijn herroepen. Het verweer van [eiser] dat hij deze sancties gezien de omstandigheden onterecht acht en hij destijds op grond van de omstandigheden van het geval bezwaar heeft gemaakt bij zijn leidinggevende maar daar niets mee is gedaan, terwijl hem destijds behoudens een gang naar de rechter geen andere bezwaarmogelijkheid ten dienst stond, wordt gepasseerd op grond van hetgeen VolkerRail daartegenover in dit kort geding gemotiveerd heeft gesteld. VolkerRail heeft toegelicht dat en welke bezwaarprocedure destijds in geval van oplegging van een dergelijke sanctie had kunnen worden gevolgd: eerst bezwaar bij de leidinggevende, dan bij de directie en vervolgens bij een daarvoor aangewezen externe vertrouwenspersoon. Niet in geschil is dat [eiser] tegen de hem opgelegde waarschuwing en laatste waarschuwing geen bezwaar, althans niet bij de directie en externe vertrouwenspersoon ingediend. Dat [eiser] met die interne bezwaarprocedure niet bekend was, zoals hij heeft gesteld, acht de kantonrechter onvoldoende aannemelijk, nu [eiser] al zeer lang in dienst was bij VolkerRail en bovendien lange tijd deel uitmaakte van de OR. Bovendien geldt dat een eventuele onbekendheid bij [eiser] met de openstaande interne bezwaarprocedure een omstandigheid betreft die niet aan VolkerRail kan worden tegengeworpen, nu niet is gesteld dan wel gebleken dat [eiser] destijds daadwerkelijk een bezwaarprocedure heeft willen volgen, naar die bezwaarprocedure heeft geïnformeerd en daaromtrent door VolkerRail niet dan wel onjuist is ingelicht. In het kader van dit kort geding heeft VolkerRail aldus voldoende aannemelijk gemaakt dat [eiser] in april 2012 verwijtbaar een weekstaat onjuist heeft ingevuld en hem daarvoor een waarschuwing is opgelegd, alsmede dat hij in maart 2013 onbevoegd een toegangsbewijs van een collega heeft aangepast, waarna aan hem een laatste waarschuwing is gegeven.
4.9.
Voorts acht de kantonrechter voldoende aannemelijk geworden dat de door
VolkerRail aangevoerde dringende redenen – zowel in onderlinge samenhang bezien als ook
de gedragingen met betrekking tot het certificaat 2013 afzonderlijk – in een
bodemprocedure na een afweging van de aard en ernst van de dringende reden tegen de
persoonlijke omstandigheden van [eiser] zullen worden gekwalificeerd als gedragingen die
ten gevolge hebben dat van VolkerRail als werkgever redelijkerwijze niet kan worden
gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (artikel 7:678, eerste lid BW). Daartoe
overweegt de kantonrechter als volgt.
4.10.
Dat de handhaving van de binnen VolkerRail geldende veiligheidsvoorschriften
voor VolkerRail van groot belang is, staat op zichzelf tussen partijen niet ter discussie.
VolkerRail heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat [eiser] zich meerdere malen, ook nog
nadat een eerste en laatste waarschuwing was opgelegd, niet aan die voorschriften heeft
gehouden. Dit rechtvaardigt in beginsel de vergaande maatregel van ontslag op staande
voet, te meer vanwege de leidinggevende positie en voorbeeldfunctie van [eiser]. VolkerRail
heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat zij niet langer het noodzakelijke vertrouwen in
[eiser] kan stellen. De inhoudelijke kritiek die [eiser] op de voorschriften en de toepassing
daarvan binnen VolkerRail heeft geuit, doet daar niet aan af, ongeacht het antwoord op de
vraag of die kritiek terecht dan wel onterecht is, welke vraag hier niet ter beoordeling
voorligt. Voorts is thans onvoldoende aannemelijk dat een afweging van de
persoonlijke omstandigheden van [eiser] – waaronder de gevolgen van het ontslag,
waaromtrent door [eiser] niets is gesteld – tegen de aard en de ernst van de dringende reden
tot de conclusie zal leiden dat het ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd is.
4.11.
Het voorgaande leidt er toe dat de vorderingen zullen worden afgewezen.
4.12.
Hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht, behoeft geen bespreking meer, nu dit gezien hetgeen reeds is overwogen niet tot een andere beslissing kan leiden.
4.13.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van VolkerRail worden begroot op:
- griffierecht €  589,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal €  1.405,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van VolkerRail tot op heden begroot op € 1.405,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.M. de Laat en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2013. [1]

Voetnoten

1.type: HV/4486