Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de producties 30 tot en met 49 aan de zijde van Rabobank;
- de producties 25 tot en met 34 aan de zijde van [verweerster];
- de pleitnota van Rabobank;
- de pleitnota van [verweerster];
- de mondelinge behandeling.
2.De feiten
- tot 11 juli 2006: Assistent Accountmanager;
- vanaf 11 juli 2006: Service Medewerker Bankhal;
- begin 2009: adviseur Particulieren of Verkoop en Service Adviseur B, door Rabobank omschreven als “je oude stekkie” (zie hierna in overweging 2.5) na een interne opleiding adviseur B. Zij verricht haar werkzaamheden tot 1 januari 2011 op “kantoren” en vanaf die datum op het “Klant Contact Center”.
‘slecht’,
‘redelijk’en ‘
goed’ beoordeeld.
‘redelijk’,
‘goed’en
‘redelijk’beoordeeld.
redelijk’ beoordeeld.
redelijk of slecht.” (cursief door kantonrechter).
- Tot en met 31 december 2012 ligt je focus 100% op het verbeteren van je functioneren.
- De verbeterpunten en het plan van aanpak leggen we samen vast voor 1 november a.s.
- Zowel jij als ik dragen de verbeterpunten aan.
- Jij geeft aan wat je nodig hebt om te kunnen verbeteren.
- We hebben twee wekelijks een afspraak om de voortgang te bespreken en te bewaken.
- Na die periode kijken we naar het bereikte resultaat en bepalen we hoe we verder gaan.”
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
valsereden aan haar verzoek tot ontbinding ten grondslag heeft gelegd, is dit verweer niet anders dan een betwisting dat de opgegeven grond bestaat. Dit zal hierna worden beoordeeld. Indien [verweerster] heeft bedoeld te zeggen dat Rabobank een
voorgewendereden aan haar verzoek ten grondslag heeft gelegd, verwerpt de kantonrechter dat verweer. Dat verweer komt er dan immers op neer dat Rabobank - de werkelijke reden weggedacht - niet tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zou willen overgaan, ook al is wel sprake van disfunctioneren. Dit is dermate onwaarschijnlijk dat [verweerster] een dergelijk verweer meer zou moeten onderbouwen dan zij nu heeft gedaan.
onder de norm. Het is gewenst aan verbetering te werken” (geciteerd in overweging 2.8 hiervoor, onderstreping kantonrechter). Ook heeft Rabobank in deze zaak voldoende onderbouwd dat uit de Rabobank CAO volgt dat bij een beoordeling ‘redelijk’ toch een periodiek van 1,5% en een variabel inkomen tussen 0 en 7% wordt toegekend. [verweerster] kon derhalve aan de toekenning van die salarisbestanddelen niet verbinden dat haar functioneren op niveau was. Bovendien volgt uit de overgelegde beoordelingsverslagen genoegzaam dat [verweerster] onder het door Rabobank gewenste niveau functioneerde en diende te verbeteren. Deze zaak is derhalve niet vergelijkbaar met de door [verweerster] genoemde en door deze kantonrechter in een andere zaak gewezen beschikking.
- € 100,- aan salaris gemachtigde;
- te vermeerderen, indien betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van de beschikking.