Uitspraak
nietverschenen.
- mr. R.A. Korver, advocaat te Amsterdam, raadsman van verdachte [verdachte 1], tevens waarnemend voor mr. C. Dirkzwager, raadsvrouw van verdachte[verdachte 8];
- mr. I. Appel, advocaat te Amsterdam, raadsman van verdachte [verdachte 2];
- mr. M.M.R. Slaghekke, advocaat te Amsterdam, waarnemend voor mr. J.G. Geertsma, raadsman van verdachte [verdachte 3], en voor mr. C.F. Korvinus, raadsman van verdachte[verdachte 6];
- mr. N. Hendriksen, advocaat te Purmerend, raadsman van verdachte [verdachte 9];
- mr. J.J. Mul, advocaat te Amsterdam, raadsman van de verdachte [verdachte 11];
- mr. C.B. Stenger, advocaat te Amsterdam, raadsvrouw van de verdachte [verdachte 12], tevens waarnemend voor mr. M.C. Jonge Vos, raadsvrouw van verdachte [verdachte 16], en mr. M.L. van Gessel, raadsman van verdachte [verdachte 5];
- mr. V.C. van der Velde, advocaat te Almere, raadsman van verdachte [verdachte 17].
- mr. J.G. Geertsma, raadsman van verdachte [verdachte 3];
- mr. J.G. Wattilete, advocaat te Amsterdam, raadsman van verdachte [verdachte 4];
- mr. M.L. van Gessel, advocaat te Amsterdam, raadsman van verdachte [verdachte 5];
- mr. C.F. Korvinus, advocaat te Amsterdam, raadsman van verdachte[verdachte 6];
- mr. G.P. Dayala, advocaat te Amsterdam, raadsman van verdachte [verdachte 7];
- mr. C.W. Dirkzwager te Amsterdam, raadsvrouw van [verdachte 8];
- mr. F.N. Dijkers, advocaat te Amsterdam, raadsman van verdachte [verdachte 10];
- mr. T.A.M. Drubbel, advocaat te Almere, raadsman van verdachte [verdachte 13];
- mr. J.A. Huibers, advocaat te Amsterdam, raadsman van verdachte [verdachte 14];
- mr. D. Duijvelshoff, advocaat te Amsterdam, raadsman van verdachte [verdachte 15];
- mr. M.C. Jonge Vos, advocaat te Amsterdam, raadsvrouw van verdachte [verdachte 16];
Pesetagelijktijdig, maar niet gevoegd in de zin der wet, worden behandeld.
in alle strafzakenhet volgende mee.
Gezien het tijdsgewricht (2009; in deze periode had het OM in enkele zaken met geheimhoudersgesprekken(onderstreping mr. Mos)
strafvorderlijk terechtwijzingen van de rechter moeten incasseren), het tijdsverloop sedert de inbeslagneming, het oordeel van de parketleiding dat op de afwikkeling van de beoordeling van de geheimhoudersstukken onvoldoende was gestuurd en de zorg dat een en ander bij een vervolging tot de nodige perikelen (schijn van gebruik) aanleiding zou geven, heeft de toenmalige parketleiding, na overleg met de politieleiding, besloten de strafvervolging in de zaak KINA te staken en geen vervolging tegen de verdachten in te stellen (…) Voordat de beslissing werd genomen de vervolging in KINA te staken (in maart 2010), was door het OM met de politie een keuze gemaakt welke strafbare feiten aan verdachten (overigens niet zijnde[verdachte 1],[verdachte 15] en[getuige 1]) zouden worden tenlastegelegd in de vorm van opgemaakte zaaksdossiers”.
- de opsporingsonderzoeken Kina en Peseta richtten zich beide op vastgoed- en hypotheekfraude. Een aantal politiefunctionarissen was zowel betrokken bij het opsporingsonderzoek Kina als bij het opsporingsonderzoek Peseta. Het gaat hierbij in elk geval om financieel rechercheurs [A] en [B] en teamleider [C]. Daarnaast zijn twee verdachten uit het onderzoek Kina ook verdachten in het onderzoek Peseta:[verdachte 1] en[verdachte 15];
- [getuige 1], die door het openbaar ministerie de ‘initiële getuige’ voor het onderzoek Peseta wordt genoemd, was ook één van de verdachten in het onderzoek Kina. De verklaringen die[getuige 1] als getuige heeft afgelegd, hebben mede ten grondslag gelegen aan de start van het opsporingsonderzoek Peseta.[getuige 1] heeft, naar de rechtbank begrijpt, in het kader van het onderzoek Kina gesproken met verbalisant [A], die hem ook in het kader van het onderzoek Peseta (veelvuldig) als getuige heeft gehoord.
- in het onderzoek Kina op onrechtmatige wijze informatie is verkregen en/of;
- het openbaar ministerie het gebruik in het onderzoek Peseta uitdrukkelijk heeft verboden;
- terwijl die informatie vervolgens desondanks wel als start- of sturingsinformatie is gebruikt voor het onderzoek Peseta.
Ik ben de officier van justitie vanochtend op de gang tegengekomen. Ik heb toen begrepen dat er vragen gesteld gaan worden door mensen die niet begrijpen hoe de politie werkt. Daar hebben wij het over gehad. En dat het misschien handig is als ik uitleg hoe het proces in elkaar zit.” Officier van justitie mr. Duijts heeft deze getuige bovendien uitgenodigd mee te gaan lunchen en ook getuige [B] is op 11 september 2013 door mr. Duijts uitgenodigd voor een lunch. Voor de verdediging is niet te controleren wat in deze gesprekken is besproken en of sprake is geweest van beïnvloeding van deze getuigen.
Ik heb in het bijzijn van de advocaten in alle openheid gevraagd of de getuige mee wilde gaan lunchen. U kunt ervan uitgaan dat mijn professionaliteit en die van meneer [getuige 5] maken dat er niet gesproken is over het onderzoek en de inhoud van dit verhoor.”
- de late aanlevering van het dossier en het (te) laat verstrekken van aanvullende stukken;
- de onoverzichtelijkheid en ondoorgrondelijkheid van het dossier;
- het achterhouden van documenten door het openbaar ministerie, althans het weigeren om bepaalde stukken in het dossier te voegen;
- een onwelwillende bejegening van de verdediging door het openbaar ministerie;
- het door het openbaar ministerie niet, onvoldoende of te laat uitvoering geven aan opdrachten van de rechtbank;
- het beoordelen of de verdenking is gebaseerd op een redelijk vermoeden van schuld;
- het beoordelen of de startinformatie van het onderzoek mogelijk afkomstig is uit één bron (te weten[getuige 1]);
- het inzetten van opsporingsmiddelen en het toepassen van dwangmiddelen en/of bijzondere opsporingsbevoegdheden;
- een contact van een rechter-commissaris met een getuige;
- het verloop van de getuigenverhoren door de rechter-commissaris en de daarbij opgelopen vertraging;
- onjuiste uitlatingen van het openbaar ministerie, onder meer over de gezondheid van[getuige 1];
- een overschrijding van de redelijke termijn van berechting.
Beslissing op de gevoerde verweren
Het verdere verloop van de procedure
in alle strafzakenhet volgende mee.
Peseta. Voor zover onderzoekswensen worden afgewezen, geldt deze afwijzing in de strafza(a)k(en) waarin het verzoek is gedaan en in de strafza(a)k(en) waarin de raadsman of -vrouw zich bij de betreffende onderzoekswens(en) expliciet heeft aangesloten.
Pesetaten laste zijn gelegd;
Pesetaten laste zijn gelegd, het verzoek voldoende zijn gemotiveerd en gespecificeerd en de rechtbank ten aanzien van het horen van deze getuigen een verdedigingsbelang aanwezig acht, gelet op de informatie waar deze getuige over kan beschikken, dan wel gelet op de belastende en/of ontlastende informatie die hij kan verstrekken.
tweevan de hieronder genoemde getuigen:
verzoekt mr. Mul, die om het horen van deze getuigen heeft verzocht, om uiterlijk op
15 februari 2014, aan het kabinet van de rechter-commissaris te Utrecht opgave te doen van de adresgegevens en, zo mogelijk, ook van de geboortedata van de twee getuigen die hij met betrekking tot het geldbedrag van 152.700 euro wenst te horen.
gelast de rechtbank het openbaar ministerieom onderzoek te doen naar de adresgegevens van deze personen. De rechtbank wenst deze gegevens uiterlijk op
15 februari 2014te ontvangen. Bij gelegenheid van een volgende (nog nader te bepalen) regiezitting zal de rechtbank een beslissing nemen op het verzoek om het horen van deze getuigen.
15 februari 2014te worden geïnformeerd over al hetgeen door het openbaar ministerie is gedaan om de adresgegevens van deze getuigen te achterhalen.
15 februari 2014, uitsluitsel te geven over het onderzoek waarin[getuige 16] als getuige is gehoord.
verzoekt mr. Drubbel,die om het horen van getuige [getuige 21] heeft verzocht, om uiterlijk op
15 februari 2014, een gegevensdrager met daarop alle tapgesprekken die zijn opgenomen in het dossier Peseta, ter beschikking te stellen aan de rechtbank en aan de raadslieden die, uiterlijk op
15 februari 2014, de BOB-stukken toe te voegen in de zaken waarin om toevoeging van die BOB-stukken is verzocht.
- de brief aan de Surinaamse autoriteiten d.d. 18 april 2013 waarin wordt gemeld dat ‘de in het rechtshulpverzoek gevraagde doorzoeking niet meer nodig is, gelet op de uitkomsten van de getuigenverhoren’;
- de machtiging tot doorzoeking van een kantoorpand in Suriname.
15 februari 2014te verspreiden aan de rechtbank en de verdediging.
- het opvragen van de akten die in bijlage 8 van de door mr. Mul aanvullende verstrekte informatie zijn opgenomen;
- het opvragen van de onderliggende documenten, zoals gespecificeerd in bijlage 11 van de door mr. Mul aanvullende verstrekte informatie;
- het opvragen van de akte [aktenummer 1] inzake de verkoop en koop van de woning aan [adres 19];
- het opvragen van de akte [aktenummer 2] inzake de onderhandse verkoop en koop van een perceel land;
- het opvragen van de akte van verkoop en koop van een perceel land op de kaart van de landmeter in Suriname aangeduid onder [naam 2] met de letters ABCD en nummer 86;
- het vaststellen van een specificatie van de kosten die door [bedrijf 2] zijn gemaakt ten aanzien van de bouw van de villa op [naam 3] en het opvragen van een derdenverklaring over deze kosten;
- het opvragen van akten betrekking hebbende op de financiering van een perceel aan [adres 20];
- het doen verrichten van onderzoek naar de herkomst van € 150.000,-- welke zou zijn ontvangen door het verkopen van percelen in Suriname;
- het opvragen van de akte van verkoop en koop van een perceel in het verkavelingsproject [naam 4];
- het gelasten van het openbaar ministerie om onderzoek te doen naar eventueel ontlastend bewijs onder het gelijktijdige bevel dit direct toe te voegen aan het dossier
- toevoeging van de geheimhoudersstukken die worden toegevoegd in het dossier[verdachte 6] in de zaak tegen verdachte [verdachte 1];
uiterlijk op 1 maart 2014het rapport van deze door het openbaar ministerie te benoemen deskundige te ontvangen.
- een overkoepelend proces-verbaal met betrekking tot de geheimhoudersstukken;
- diverse verbalisanten die als getuige zijn gehoord;
- de vraag of de aan [verdachte 11] overgemaakte bedragen per telefoon/sms of e-mail werden doorgegeven en/of geverifieerd;
- een proces-verbaal met daarin een beschrijving van de notarisdossiers van adressen die niet in de tenlastelegging zijn genoemd, in verband met de criminele organisatie;
- een proces-verbaal ten aanzien van de verklaring van verdachte[verdachte 15] hoe hij legaal aan het contante geld dat tijdens de doorzoeking is aangetroffen, gekomen zou zijn.
De rechtbank stelt voorop dat het openbaar ministerie er reeds meer dan een jaar geleden voor heeft gekozen de zaak op zitting aan te brengen en dat de procedure zich thans in een stadium bevindt waarop het aanhouden van de behandeling in afwachting van de uitkomsten van nader onderzoek door het openbaar ministerie niet zonder meer vanzelfsprekend is. De rechtbank neemt de opmerkingen van de zijde van het openbaar ministerie over het opnieuw verrichten van onderzoek dan ook voor kennisgeving aan, met dien verstande dat de rechtbank het openbaar ministerie opdraagt de rechtbank en de raadslieden zoveel mogelijk te informeren wanneer eventueel nader(e) (aanvullende) onderzoek(en) wordt gestart en over het verloop van dit onderzoek”.
15 februari 2014. De enige uitzondering die vooralsnog op dit uitgangspunt wordt gemaakt, betreft de uiterste inzenddatum voor een deskundigenrapport in de zaken van de notarissen (verdachten [verdachte 6] en [verdachte 3]), die is bepaald op
1 maart 2014.
- het dossier moet worden gecompleteerd en er moeten nog stukken worden verstrekt aan raadslieden (zie hierboven);
- openstaande onderzoekswensen die naar aanleiding van vorige regiezittingen zijn toegewezen, moeten worden afgerond;
- het horen van onderstaande getuigen in Nederland of Suriname:
6 januari 2014een overzicht van hun verhinderdata aan de rechtbank te verstrekken middels het mailadres [mailadres]voor de periode:
- uiterlijk op 15 februari 2014 dient raadsman mr. Drubbel opgave te doen bij het kabinet van de rechter-commissaris te Utrecht van de woon- of verblijfplaats en, zo mogelijk, ook van de geboortedatum van de getuige[getuige 21];
- uiterlijk op 15 februari 2014 dient raadsman mr. Mul opgave te doen bij het kabinet van de rechter-commissaris te Utrecht van de twee getuigen, onder vermelding van hun adresgegevens, woon- of verblijfplaats en, zo mogelijk, ook van de geboortedata van de twee getuigen die hij met betrekking tot het geldbedrag van 152.700 euro wenst te horen;
- uiterlijk op 15 februari 2014 dient het openbaar ministerie:
- uitsluitsel te geven over het onderzoek waarin [getuige 16] als getuige is gehoord;
- uiterlijk op 1 maart 2014 dient het openbaar ministerie:
- een deskundigenrapport in te dienen (indien het openbaar ministerie daartoe mocht besluiten).
schorsthet onderzoek ter terechtzitting voor
onbepaalde tijden beveelt de oproeping van de verdachten – met afschrift daarvan aan hun raadslieden – tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat.
rechter-commissaris te Utrecht, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde de hiervoor genoemde getuigen te horen.