ECLI:NL:RBMNE:2013:8032

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 september 2013
Publicatiedatum
28 februari 2019
Zaaknummer
C/16/348706 / KG ZA 13-551
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.M. Eelkema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van SNS Bank om persoonsgegevens van rekeninghouder te verstrekken in geval van oplichting via Marktplaats

In deze zaak heeft eiser, die op Marktplaats een camera heeft gekocht voor € 665,00, de bank SNS Bank N.V. aangeklaagd omdat hij de persoonsgegevens van de adverteerder niet kon verkrijgen. Eiser heeft het bedrag overgemaakt naar een rekening bij SNS, maar ontving de camera niet. Hij vorderde dat SNS de naam en het adres van de rekeninghouder zou verstrekken, zodat hij de adverteerder kon aanspreken. SNS weigerde deze gegevens te geven en voerde aan dat eiser geen rechtsgrond had voor zijn vordering. De voorzieningenrechter oordeelde dat de door eiser aangevoerde feiten en omstandigheden konden worden gekoppeld aan een onrechtmatige daad, ondanks dat eiser deze rechtsgrond niet expliciet had genoemd. De rechter benadrukte dat het zijn plicht was om de rechtsgrond aan te vullen om een verrassingsbeslissing te voorkomen.

Bij de beoordeling van de vordering werd een belangenafweging gemaakt. Eiser had belang bij het verkrijgen van de gegevens om de adverteerder aan te spreken, terwijl SNS de privacy van haar rekeninghouders moest beschermen. De rechter concludeerde dat SNS geen onrechtmatig handelde door de gegevens niet te verstrekken, omdat eiser onvoldoende had aangetoond dat er sprake was van een uitzonderlijke situatie die het verstrekken van de gegevens rechtvaardigde. Bovendien had eiser andere mogelijkheden om de gegevens te verkrijgen, zoals via de internetprovider van de adverteerder. De voorzieningenrechter wees de vordering af en veroordeelde eiser in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/348706 / KG ZA 13-551
Vonnis in kort geding van 13 september 2013
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. drs. A.R. Mes te Zoetermeer,
tegen
de naamloze vennootschap
SNS BANK N.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. A.J. Haasjes te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en SNS genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met zeven producties;
  • de brief van mr. Mes d.d. 23 augustus 2013 met één productie;
  • de brief van mr. Mes d.d. 27 augustus 2013 met één productie;
  • de brief van mr. Haasjes d.d. 28 augustus 2013 met één productie;
  • de mondelinge behandeling;
  • de pleitnota van SNS.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft op de website www.marktplaats.nl (hierna: Marktplaats) gereageerd op een advertentie met betrekking tot een camera.
2.2.
Vervolgens is [eiser] met de adverteerder overeengekomen om de betreffende camera te kopen voor € 665,00.
2.3.
[eiser] heeft daarop € 665,00 overgemaakt naar een door de adverteerder opgegeven bankrekening bij SNS met nummer [rekeningnummer] , maar de camera heeft hij niet ontvangen.

3.Het geschil en de beoordeling daarvan

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – veroordeling van SNS om de naam en het adres van de houder van de bankrekening met nummer [rekeningnummer] op te geven, zodat hij met behulp van die gegevens de adverteerder in rechte kan aanspreken. [eiser] stelt namelijk door de adverteerder te zijn opgelicht.
3.2.
SNS weigert de gevraagde gegevens te verstrekken en voert verweer.
3.3.
Volgens SNS heeft [eiser] geen rechtsgrond gesteld, die ten grondslag ligt aan zijn vordering. Desgevraagd heeft [eiser] die bij de mondelinge behandeling ook niet gegeven. De voorzieningenrechter heeft daarop aangegeven te begrijpen dat [eiser] als rechtsgrond stelt dat SNS onrechtmatig jegens hem handelt door de gevraagde gegevens niet op te geven. SNS heeft hiertegen bezwaar gemaakt omdat zij meent dat de voorzieningenrechter op deze wijze zelf een rechtsgrond creëert. Daarmee zou de voorzieningenrechter buiten de grenzen van de rechtsstrijd treden. De voorzieningenrechter oordeelt ter zake, dat de door [eiser] aangevoerde feiten en omstandigheden zodanig zijn, dat daaraan als rechtsgrond onrechtmatige daad kan worden gekoppeld. Met deze koppeling treedt zij niet buiten de grenzen van de rechtsstrijd, aangezien zij zich slechts baseert op door [eiser] zelf naar voren gebrachte feiten en omstandigheden. Het is in een dergelijk geval op grond van artikel 25 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de plicht van de rechter om aan te vullen op welke rechtsregel de vordering is gebaseerd, ook nu [eiser] zelf deze rechtsregel niet naar voren heeft gebracht. Daarbij heeft de voorzieningenrechter deze aanvulling expliciet bij de mondelinge behandeling aan de orde gesteld om een verrassingsbeslissing te voorkomen en om (in het kader van het beginsel van hoor en wederhoor) partijen in de gelegenheid te stellen om zich hier (nader) over uit te laten.
Het verweer, dat de vordering dient te worden afgewezen omdat [eiser] geen rechtsgrond heeft gesteld, zal dus worden gepasseerd.
3.4.
Nu aan de vordering ten grondslag wordt gelegd, dat SNS onrechtmatig zou handelen jegens [eiser] , dient de vraag te worden beantwoord of van een dergelijk handelen in dit geval sprake is. Daarbij komt het aan op een afweging van de belangen die beide partijen hebben. Het belang van [eiser] is erin gelegen, dat hij de mogelijkheid wil hebben om een persoon aan te spreken, aan wie hij geld heeft betaald voor een camera, die hij niet heeft ontvangen. SNS dient daarentegen in beginsel de privacy van haar rekeninghouders te beschermen. Daarbij speelt het door de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) gewaarborgde recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer een rol. Bij de afweging van de belangen van partijen dienen de omstandigheden van het betreffende geval te worden betrokken.
3.5.
Beide partijen hebben verwezen naar de Wbp, in het bijzonder naar artikel 8 sub f van deze wet. Bij de beantwoording van de vraag of SNS op grond van de Wbp verplicht kan worden gesteld om de gevraagde gegevens te verstrekken, gaat het om dezelfde belangenafweging als hiervoor onder 3.4. omschreven.
3.6.
In het kader van voormelde belangenafweging dient ten eerste in aanmerking te worden genomen dat, zoals SNS heeft aangevoerd, een bank een bijzondere positie inneemt in de maatschappij. Cliënten moeten kunnen vertrouwen op hun banken en dit vertrouwen dient onder meer in te houden dat hun persoonsgegevens slechts in zeer uitzonderlijke situaties aan derden mogen worden verstrekt. In dat kader heeft [eiser] onvoldoende aangetoond dat in dit geval sprake is van een zeer uitzonderlijke situatie.
3.7.
Verder heeft SNS aangevoerd dat voor [eiser] andere, minder ingrijpende wegen openstaan om de gevraagde gegevens te verkrijgen. Zo heeft zij gewezen op de mogelijkheid om via het IP-adres, dat [eiser] van Marktplaats heeft ontvangen, bij de internetprovider van de adverteerder navraag te doen naar de gegevens. Daarnaast zou [eiser] via de (aan hem bekende) e-mailprovider van de adverteerder kunnen proberen om de gevraagde gegevens te achterhalen. Dit alles heeft [eiser] niet betwist en evenmin heeft hij betwist dat hij deze mogelijkheden niet heeft benut.
3.8.
Ten slotte is van belang dat SNS geen actieve rol gespeeld heeft in de door [eiser] gestelde oplichting. De adverteerder heeft het nummer van een rekening bij SNS aan [eiser] opgegeven en [eiser] heeft geld overgemaakt naar deze rekening. De enige betrokkenheid van SNS daarbij is dat de betreffende bankrekening bij haar wordt gehouden. Van feiten of omstandigheden, waaruit een verdergaande rol van SNS valt af te leiden, is niet gebleken, zodat van enig onrechtmatig handelen van SNS op dit punt geen sprake is.
3.9.
Hoewel het begrijpelijk is dat [eiser] de gevraagde gegevens wil hebben om zijn recht te kunnen halen, is de voorzieningenrechter op grond van de voorgaande overwegingen van oordeel dat het belang van SNS in dit geval zwaarder weegt dan het belang van [eiser] , zodat SNS niet onrechtmatig handelt in haar weigering om de gevraagde gegevens te verstrekken. De vordering zal dus worden afgewezen.
3.10.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van SNS worden begroot op:
- griffierecht € 589,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.405,00
De nakosten, waarvan SNS betaling vordert, zullen op de in de beslissing weergegeven wijze worden begroot. De over de proceskosten en nakosten gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen met inachtneming van de in de beslissing bepaalde termijn.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
wijst de vorderingen af;
4.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van SNS tot op heden begroot op € 1.405,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
4.3.
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 131,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Eelkema en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2013. [1]

Voetnoten

1.type: JE 4212