ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ1296
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- I.M. Vanwersch
- M.A.A.T. Engbers
- L.M.G. de Weerd
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in geweldszaak te Utrecht
In de strafzaak tegen de verdachte, die op 20 oktober 2012 te Utrecht betrokken was bij een geweldsincident, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 15 februari 2013 uitspraak gedaan. De aangever had aanvankelijk verklaard zich niets van de gebeurtenissen te herinneren, maar later, na zijn ontslag uit het ziekenhuis, meldde hij nachtmerries en herbelevingen van de mishandeling. Tijdens de zitting verklaarde hij dat hij vanuit een 'helicopterview' naar de mishandeling keek, wat de rechtbank deed twijfelen aan de betrouwbaarheid van zijn herinneringen. De rechtbank vond de herbeleving van de aangever niet voldoende betrouwbaar om als bewijs te dienen, vooral omdat deze niet overeenkwam met de verklaringen van getuigen die de rol van andere jongens in het geweld beschrijven. De rechtbank wees ook een verzoek van de officier van justitie af om een getuige opnieuw te horen, omdat dit verzoek onvoldoende onderbouwd was.
De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De verdachte werd vrijgesproken van de beschuldigingen van poging tot moord, zware mishandeling en openlijk geweld. De benadeelde partij, die schadevergoeding had gevorderd, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het feit waaruit de schade was ontstaan. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met mr. I.M. Vanwersch als voorzitter, en is openbaar uitgesproken in de zitting.