ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ2751
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillissementsaanvraag zonder rechtsgeldig bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 februari 2013 uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure. De vennootschap, vertegenwoordigd door mr. J.M.J. van der Grinten, had op 18 februari 2013 een verzoek tot faillietverklaring ingediend. Dit verzoek was gebaseerd op een aandeelhoudersbesluit van 15 februari 2013, waarin werd besloten het faillissement aan te vragen. Echter, de rechtbank oordeelde dat de vennootschap ten tijde van de aangifte geen rechtsgeldig bestuur had. Artikel 11 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat het bestuur de vennootschap vertegenwoordigt, en aangezien er geen bestuur was, kon de vennootschap niet rechtsgeldig worden vertegenwoordigd.
De rechtbank overwoog dat er geen aanwijzingen waren dat er een persoon was aangewezen om tijdelijk het bestuur te vervullen, zoals vereist door de statuten van de vennootschap. De opdracht aan VMW Taxand om bij te staan in het faillissementstraject was niet voldoende om de vennootschap te vertegenwoordigen. De rechtbank concludeerde dat de vennootschap niet ontvankelijk was in haar verzoek tot faillietverklaring, omdat er geen rechtsgeldige vertegenwoordiging was op het moment van de aangifte.
De uitspraak benadrukt het belang van een rechtsgeldig bestuur bij het indienen van een faillissementsaanvraag. De rechtbank verklaarde de vennootschap niet-ontvankelijk in haar eigen aangifte tot faillissement, wat betekent dat de procedure niet verder kon worden voortgezet zonder een rechtsgeldig bestuur.