RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Lelystad
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 maart 2013 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiseres 2], beiden wonende te [woonplaats], eisers,
gemachtigde: mr. E. Wiarda, werkzaam bij Langhout & Wiarda, juristen rentmeesters,
de minister van Infrastructuur en Milieu, verweerder,
gemachtigden: mr. J.W. Oosting en mr. L. el Maach, beiden werkzaam bij het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.
Procesverloop
Bij besluit van 13 december 2011 heeft verweerder het verzoek van eisers om nadeelcompensatie in verband met het Tracébesluit N50 Ramspol-Ens (hierna: het Tracébesluit) afgewezen. Bij besluit van 28 augustus 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder het door eisers daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Eisers hebben hiertegen beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 januari 2013. [eiser 1] is in persoon verschenen, bijgestaan door de gemachtigde van eisers. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
Overwegingen
1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.
2. Eisers, vennoten van de vennootschap onder firma ‘[firma]’, zijn sinds 1 januari 2004 eigenaar van café-restaurant ‘[firma]’ (hierna: het café-restaurant), gevestigd aan de [adres] te [woonplaats]. Bij besluit van 12 maart 2009 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het Tracébesluit vastgesteld. Op grond van het Tracébesluit vinden, voor zover hier van belang, de volgende aanpassingsmaatregelen plaats:
* de N50 Ramspol-Ens wordt verlegd in westelijke richting;
* de N50 Ramspol-Ens wordt uitgevoerd als dubbelbaans autoweg met twee rijstroken per richting, liggend op maaiveld en kruisingsvrij;
* de huidige N50/Kamperweg wordt aangepast tot een gebiedsontsluitingsweg; de aansluiting van de Baan te Ens vindt plaats door middel van een ovale rotonde;
* de Schokkeringweg wordt ongelijkvloers gekruist door de nieuwe N50, waarbij de Schokkeringweg tevens naar het westen wordt verlegd en door middel van een nieuwe rotonde wordt aangesloten op de bestaande infrastructuur. De Schokkeringweg gaat in de nieuwe situatie over de N50 heen.
3. Eisers hebben op 13 juli 2010 een verzoek om schadevergoeding ingediend. Zij hebben gesteld dat het café-restaurant als gevolg van het Tracébesluit nauwelijks meer zichtbaar is vanaf de N50 en aanzienlijk minder goed te bereiken. In de oude situatie had het café-restaurant een uitstekende zichtlocatie, vergelijkbaar met een A-locatie, en was het dankzij de verkeerslichten voor het pand gemakkelijk om een afslag te nemen. In de nieuwe situatie is de N50 ongeveer 250 meter ten westen van het café-restaurant gesitueerd. Voor het verkeer uit de noordelijke richting is het café-restaurant pas zichtbaar na het (nieuwe) viaduct, op dat moment is men de afslag naar Ens al gepasseerd. Eisers hebben gesteld dat hun omzet in hoofdzaak wordt gegenereerd door passanten, die nu zullen doorrijden. Eisers hebben verzocht om een schadevergoeding in verband met een vermindering van de vermogenswaarde van de onroerende zaken (vermogensschade) en inkomensschade.
4. Het verzoek om schadevergoeding heeft verweerder voorgelegd aan een adviescommissie (hierna: de commissie). Op 12 november 2010 zijn eisers en verweerder door de commissie gehoord. Aansluitend aan de hoorzitting heeft de commissie de situatie ter plaatse bezichtigd. De commissie heeft op 24 maart 2011 een conceptadvies uitgebracht. Eisers hebben bij brief van 9 mei 2011, aangevuld bij e-mail van 17 mei 2011, hierop gereageerd. Op 15 september 2011 heeft de commissie verweerder geadviseerd om het verzoek om schadevergoeding af te wijzen. Bij besluit van 13 december 2011 heeft verweerder het verzoek van eisers, overeenkomstig het advies, voor wat betreft de vermogensschade afgewezen.
5. Het bestreden besluit heeft slechts betrekking op het door eisers ingediende verzoek om schadevergoeding in verband met vermogensschade. De onderhavige procedure laat derhalve onverlet dat eisers de mogelijkheid hebben om een verzoek in te dienen om schadevergoeding in verband met inkomensschade.
6. Partijen hebben ter zitting te kennen gegeven dat tussen hen niet in geschil is dat het verzoek van eisers moet worden beoordeeld aan de hand van een vergelijking van het oude en het nieuwe planologische regime. Ter zitting is verder gebleken dat tussen partijen ook niet in geschil is dat het verzoek aan de hand van de regeling in afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), getiteld ‘Tegemoetkoming in schade’, moet worden beoordeeld. De rechtbank komt, gelet daarop, niet toe aan de beantwoording van de vraag of verweerder zich, overeenkomstig het advies van de commissie, in het bestreden besluit terecht op het standpunt heeft gesteld dat het verzoek moet worden beoordeeld aan de hand van de in de Regeling nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999 genoemde criteria.
7. Eisers hebben voorts ter zitting te kennen gegeven dat het door hen ingestelde beroep zich beperkt tot de vraag of verweerder in het bestreden besluit is uitgegaan van de juiste bouwmogelijkheden onder het oude planologische regime. Verweerder is er bij de vergelijking van de oude en de nieuwe situatie ten onrechte van uit gegaan dat het café-restaurant in de oude situatie, onder het bestemmingsplan ‘Landelijk gebied 2004’ (hierna: het bestemmingsplan), door geluidsschermen aan het zicht kon worden onttrokken.
Zij hebben er in dit verband op gewezen dat de in het bestemmingsplan afgebeelde dwarsprofielen een normerende werking hebben en daarom relevant zijn voor de bouwmogelijkheden ter hoogte van het café-restaurant. Daar ter plaatse geldt volgens eisers [adres], waarin geen geluidsschermen zijn ingetekend. Eisers hebben in dit verband verwezen naar een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 30 mei 1997 (LJN AN5428) en een Koninklijk Besluit van 15 mei 1997 (LJN AN5495).
8. In het bestreden besluit heeft verweerder zich, overeenkomstig het advies van de commissie, op het standpunt gesteld dat het gelet op de voorschriften van het bestemmingsplan mogelijk was om andere bouwwerken langs de N50 op te richten, met een maximale hoogte van 2,5 meter. Er had derhalve een geluidscherm of -wal langs de (oude) N50 geplaatst kunnen worden waardoor het café-restaurant zijn zichtlocatie grotendeels zou hebben verloren. Gelet op deze mogelijkheden onder het bestemmingsplan is verweerder van oordeel dat van een waardevermindering als gevolg van het Tracébesluit geen sprake is.
9. In artikel 10 (getiteld ‘Wegen’), eerste lid (getiteld ‘Doeleinden’), aanhef en onder a, van de planvoorschriften van het bestemmingsplan is bepaald dat de op de plankaart als ‘Wegen’ aangewezen gronden bestemd zijn voor verkeersdoeleinden, die hierna zijn vermeld bij de categorie waarmee het betreffende bestemmingsvlak op de plankaart is aangeduid, een en ander met inachtneming van het op de plankaart aangegeven dwarsprofiel.
In het tweede lid (getiteld ‘Toegestane bouwwerken’) van dit artikel is bepaald dat op de gronden als bedoeld in lid 1 uitsluitend mogen worden gebouwd: andere bouwwerken, zoals viaducten, verkeerstekens, lichtmasten, portalen, afrasteringen en nutsbebouwing, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen.
In het derde lid (getiteld ‘Bouwen’), aanhef en onder a, van dit artikel is bepaald dat voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 2 voor overige andere bouwwerken de eis geldt dat de maximale hoogte 2,5 meter is.
Uit de plankaart van het bestemmingsplan blijkt dat de (oude) N50 ter hoogte van het café-restaurant de categorie-aanduiding 1 had, hetgeen volgens artikel 10, eerste lid, aanhef en onder a, van de planvoorschriften staat voor: stroomwegen, met bijbehorende parkeerplaatsen, op- en afritten, bermen en bermsloten.
Verder blijkt uit het door verweerder ter zitting overgelegde gedeelte van de plankaart (blad 9 van 9) van het bestemmingsplan dat ter plaatse van het café-restaurant [adres] is aangegeven. [adres] is op dit gedeelte van de plankaart in de vorm van een schematische tekening weergegeven. [adres] is een profiel voor een rijksweg, het is getiteld ‘A-6 t.p.v. hectometerpaal 29’.
10. De rechtbank is, gelet op de door eisers genoemde jurisprudentie en het feit dat de tekst van artikel 10, eerste lid, van de planvoorschriften expliciet naar het op de plankaart aangegeven dwarsprofiel verwijst, van oordeel dat de dwarsprofielen ten aanzien van de in artikel 10, eerste lid, van de planvoorschriften genoemde doeleinden van de wegen, normerende werking hebben. In artikel 10, tweede lid, van de planvoorschriften, dat ziet op de gronden met de bestemming ‘Wegen’ toegestane bouwwerken, wordt echter niet naar het op de plankaart aangegeven dwarsprofiel verwezen. Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank dat het ter plaatse van het café-restaurant aangewezen [adres] geen normerende werking had ten aanzien van de ter plaatse toegestane bebouwing.
Dit leidt tot de conclusie dat verweerder terecht heeft gesteld dat het, gelet op artikel 10, tweede en derde lid, van de planvoorschriften, onder het oude planologische regime ter plaatse van het café-restaurant was toegestaan om langs de (oude) N50 een geluidscherm of -wal met een hoogte van 2,50 meter op te richten. Eisers beroepsgrond slaagt niet.
11. Eisers hebben ter zitting betoogd dat uit de toelichting bij het bestemmingsplan blijkt dat het oprichten van geluidsschermen langs de N50 ter plaatse van het café-restaurant onder het oude planologische regime met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kon worden uitgesloten, zodat verweerder deze (bouw)mogelijkheid om die reden bij de planologische vergelijking buiten beschouwing had moeten laten. Eisers hebben in dit verband verwezen naar pagina 105 van de toelichting, waar is te lezen dat de diverse wegen op de plankaart een categorie-aanduiding hebben, welk nummer betrekking heeft op de langs de wegen in acht te nemen bebouwingsbeperking. Hoe belangrijker de weg, des te breder in principe de bebouwingsvrije zone, samenhangend met de intensiteit van, en het gewenste vrije uitzicht voor het verkeer. Eisers hebben verder verwezen naar pagina 107 van de toelichting, waar is te lezen dat in het bestemmingsplan geen mogelijkheden zijn opgenomen voor nieuwe geluidsgevoelige functies.
12. Dit betoog slaagt niet. De rechtbank overweegt daartoe allereerst dat niet de toelichting maar de plankaart in combinatie met de planvoorschriften van het bestemmingsplan bepalend zijn voor de op grond van het bestemmingsplan toegestane bebouwingsmogelijkheden. Dat de (oude) N50 in het bestemmingsplan als stroomweg (categorie 1) was aangeduid, waar langs ingevolge de toelichting een bebouwingsbeperking in acht moest worden genomen, betekent niet dat het oprichten van geluidschermen of -wallen langs de (oude) N50 ter hoogte van het café-restaurant met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kon worden uitgesloten. De aanleiding om een geluidscherm of -wal op te richten hoeft immers, anders dan eisers kennelijk veronderstellen, niet te zijn gelegen in het feit dat er - al dan niet dicht langs de weg - nieuwe bebouwing wordt opgericht of een nieuwe geluidsgevoelige functie wordt toegestaan.
13. Verweerder is er, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, bij de planologische vergelijking terecht van uit gegaan dat het onder het oude planologische regime van het bestemmingplan mogelijk was om ter plaatse van het café-restaurant geluidschermen- of wallen op te richten met een hoogte van 2,50 meter.
14. Dit betekent dat hetgeen door eisers in beroep is aangevoerd niet kan leiden tot vernietiging van het bestreden besluit. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.M.M. van Amstel, rechter, in aanwezigheid van mr. J.K. van de Poel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2013.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.